Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > 1835 - 1966, Vaarwel, Trouwe Stomer

1835 - 1966, Vaarwel, Trouwe Stomer

dinsdag 2 september 2008, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

„Op dinsdag 20 december 1966 zal, voor de laatste maal in ons land, een reizigerstrein door een stoomlocomotief worden gesleept. Het betreft hier trein 8155 die om 14 h 07 uit Aat vertrekt en in Denderleeuw aankomt om 15 h 15.” Aldus luidde het sobere bericht dat de Algemene Directie aan haar genodigden op de „uitvaart” adresseerde.

Die gebeurtenis werd opgeluisterd door de aanwezigheid van de heer Bertrand, toenmalig Minister van Verkeerswezen, van de vertegenwoordigers van de Raad van Beheer, van de heer Lataire, toenmalig Directeur-Generaal, van de HH. directeurs van de N.M.B.S. en van tal van andere personaliteiten.

Zelfs het weer had zijn „straaltje” willen bijdragen tot het welslagen van deze manifestatie. De grijze regenwolken van de vorige dagen varen weggevaagd en een mooie, heldere hemel verlichtte het schouwspel. Als een goede stoptrein floot onze „boemel” een laatste maal in elk station waar opgetogen kinderen groene wimpels met de traditionele B lustig lieten wapperen. Heel wat mensen vergaten een ogenblik hun machines en hun akkers om hem voorbij te zien trekken. In hun vriendelijk gewuif lag wellicht een tikje spijt om de vervlogen tijd...

Op het feest programma stonden twee plechtigheden : een vóór het vertrek te Aat, en een andere na de aankomst te Denderleeuw, respectievelijk opgeluisterd door de flinke spoorwegfanfares van Cuesmes en Brussel. In alle eenvoud overhandigden de H. Minister, de H.Directeur-Generaal en de H. Directeur M.A. kleine geschenken en een herinneringsattest aan hoofdinstructeur Van Dessel, machinist Van Oost, stoker D’Hocker, die alle drie zichtbaar ontroerd waren.

De ontscheping te Antwerpen
Het vertrek van de laatste stoomtrein
29.013

Het toeval heeft gewild dat het een locomotief type 29 was, de „29.013” die deze laatste trein sleepte. Zij werd in bedrijf genomen te Ottignies, verbleef achtereenvolgens te Kinkempois, Leuven, ...Monceau en Merelbeke, om haar loopbaan te beëindigen in Aalst.

Schier volledig berooid en zonder wisselstukken, bevond ons locomotievenpark zich, onmiddellijk na de bevrijding, in een bedenkelijke toestand. Het personeel van de N.M.B.S. leverde toen een zware inspanning, om zo goed en zo kwaad als het maar kon, de treinen te laten rijden die nodig waren voor de bevoorrading van de bevolking en de wederopbloei van onze industrie. Een jaar na het offensief van von Rundstedt, was de toestand allesbehalve rooskleurig. Op dat ogenblik zijn 300 locomotieven, type 29, als het vare op providentiële wijze gearriveerd : 220 Canadese die in kasten verstuurd waren en 80 Amerikaanse die volledig gemonteerd geleverd eerden. Die operatie verliep tussen kerstmis 1945 en het najaar 1946. De eerste werden gemonteerd in de werkplaats Antwerpen-Dam, terwijl de tweede onmiddellijk na hun ontscheping naar hun respectievelijke depots zijn vertrokken.

De gebeurtenis van 1966 : het afscheid van de stoom.

De tractie voertuigen met de nrs 29.001 tot 29.160 werden geleverd door de Montreal locomotive Works, de nrs 29.161 tot 29.220 door de Canadian locomotive Cy en de overige, van 29.221 tot 29.300, door de American locomotive Cy. De laatste die de werkplaats verliet, de 29.300, werd Ambiorix gedoopt. Ongelukkigerwijs ging de naam van de koning der Eburonen verloren tijdens de overvaart van de Atlantische Oceaan... Die schier identieke locomotieven hadden evenwel niet allen dezelfde voedingspomp: 15 machines, de nrs 29.168 tot 29.182, waren met een injector met afgewerkte stoom uitgerust.

De locomotieven type 29 werden met „open poorten” ontvangen, want ze waren uiterst solide en vergden veel minder onderhoud dan de machines die de oorlog hadden overleefd. Vaak hebben ze ons uit een of andere benarde situatie gered, zoals bvb, gedurende die enkele maanden toen de 29.140 op voorbeeldige wijze de internationale treinen op de lijn naar Luxemburg sleepte.

Nog lange jaren zou de 29.013 rookwolkjes hebben kunnen uitpuffen in het Aalterse, maar helaas ! de valbijl van de technische vooruitgang sneed plots haar levensdraad door. De 29.013 heeft haar loopbaan fris beëindigd, na een levensparcours van een miljoen km. Om die afstand af te leggen heeft ze +/- 20 000 ton brandstof verbruikt, wat, om het op een meer sprekende wijze uit te drukken, gelijk staat met duizend maal haar eigen gewicht!

Een lang hoofdstuk van de Belgische Spoorwegtractie werd op eervolle wijze afgesloten. De stoom is dood, leve de nieuwe krachtvoertuigen!


Bron: Het Spoor, februari 1967