Accueil > Het Spoor > Geschiedenis > Van Sporeghem Junior > De verlichting der rijtuigen

De verlichting der rijtuigen

Phil Dambly.

vendredi 23 janvier 2009, par rixke

Toutes les versions de cet article : [français] [français]

De elektriciteit

Van 1882 tot 1893 werd de verlichting met accumulatorenbatterijen beproefd op de Nord français, op de Jura-Simplon, in Duitsland, Oostenrijk en Italië. Maar wegens het gewicht der batterijen (500 tot 600 kg. per rijtuig) en het hinderlijke bijladen raakte dit procédé in onbruik.

Omstreeks 1900 werd opnieuw elektriciteit aangewend, thans opgewekt door zelfvoortbrengende stelsels, gevormd ofwel door één kleine dynamo per voertuig, ofwel door een enkele dynamo voor heel de trein, die in de bagagewagen of op de locomotief zelf geïnstalleerd werd. De verlichting met generatoraggregaat in de bagagewagen werd toegepast op de Paris-Orleans, in Rusland en in Amerika, Maar uiteindelijk kreeg het stelsel van de individuele verlichting der voertuigen (Engels stelsel Stone) de bovenhand : hiermee kon men gemakkelijker de samenstelling der treinen wijzigen.

Naast de dynamo bezit elk rijtuig een inrichting voor automatische regeling en een of meer accumulatorenbatterijen. Deze batterijen vereisten het gebruik van gelijkstroom. De spanning die aanvankelijk 16 volt bedroeg, werd achteraf genormaliseerd tot 24 volt. Dank zij het aanwenden van die lage spanning kon men elektrische leidingen gebruiken waarvan de isolering minder kostbaar was en kon men tevens de belemmering der batterijen beperken.

Ingebouwde plafondlamp.

Zoals ons schema aantoont, is de onder het freem gemonteerde dynamo vrij opgehangen op een spil. Op een der assen is een riemschijf voor aandrijving bevestigd terwijl een drijfriem de beweging overbrengt. Een spanveer voor de riem maakt de montage van de dynamo volledig. Opdat de verlichting van het rijtuig steeds zou verzekerd zijn, zowel tijdens de stilstand als tijdens de rit, wijzigt een in een kastje geborgen regelingsinrichting automatisch de schakelingen op dynamo of batterijen. De dynamo voedt het verlichtingsnet en laadt de accumulatorenbatterij tijdens de rit derwijze dat deze accumulatoren dezelfde stroom kunnen leveren tijdens de stilstanden en bij het vertragen of aanzetten. De regelingsinrichting maakt eveneens de normale voeding mogelijk van de batterij, welke ook de draairichting van de dynamo is, richting die dezelfde is als de rijrichting van het rijtuig. Bovendien maakt het de leveringsspanning van de dynamo vrijwel onveranderlijk, ongeacht de snelheid van de trein, daar de lampen noch een verhoogde noch een verlaagde spanning mogen ondergaan.

1. freem ;
2. Wiel van het rijtuig ;
3. Aandrijvingriemschijf ;
4. Riem ;
5. Dynamo ;
6. Ophangingsspil ;
7. Spanveer voor de riem ;
8. Regeling van de veer.

Sedertdien werden er nieuwe vorderingen gemaakt. Ons tijdschrift zal ze later bespreken.

Plafondlamp uit vroeger jaren.

Bron : Het Spoor, november 1965