Homepagina > Het Spoor > Maatschappij > Het paritair comité van de spoorwegen van de Europese gemeenschap

Het paritair comité van de spoorwegen van de Europese gemeenschap

Jean-Paul R. Preumont.

maandag 28 januari 2013, door rixke

Naast de talrijke groepen waarin de Europese spoorwegen zich beraden over hun toekomst, is dit een officieel comité, dat werd opgericht door de Commissie van de Europese Gemeenschappen om de sociale partners te laten deelnemen aan de uitwerking van een sociaal gemeenschapsbeleid.

De taak van het paritair spoorwegcomité bestaat erin bij te dragen tot de verbetering en de harmonisering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden binnen de spoorwegen.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft aldus vier adviescomités opgericht die elk betrekking hebben op een vervoerwijze: de eerste voor het wegvervoer, de tweede voor de binnenscheepvaart, de derde voor de spoorwegen en de vierde tenslotte voor de burgerluchtvaart.

 Een internationale paritaire instelling

Waarom nu paritaire comités voor het vervoer en niet voor alle andere economische bedrijfssectoren? Welnu, er bestaan al gelijkaardige organen in de belangrijke industrietakken. Het economisch en sociaal comité is zelf een interprofessionele instelling waarin diegenen die op economisch en sociaal vlak actief zijn, aan het Europese integratieproces deelnemen. Verder moet men weten dat het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Gemeenschap onderworpen is aan reglementen en arbeidsvoorwaarden die gelden in het land van tewerkstelling en dat het internationale vervoer, wat dat betreft, gebeurt door werknemers die geen ingezetenen zijn (de prestaties worden grotendeels in andere landen uitgevoerd), op basis van de arbeids- en betalingsvoorwaarden van hun land van herkomst.

Daarom behoort het tot de normale taak van die comités de verschillende sociale voorzieningen die voor die verschillende vervoerwijzen van kracht zijn, met elkaar in overeenstemming te brengen. Terloops wijzen we op een belangrijk aspect dat van bij het begin de werking van het paritair comité beïnvloedt: er is geen sprake van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden van de twaalf Europese spoorwegen te willen harmoniseren vooraleer de harmonisering van de sociale voorzieningen inzake wegvervoer en binnenscheepvaart een feit is.

Dat is zeer logisch. De spoorwegen beschikken immers over sociale reglementeringen die daadwerkelijk en strikt worden toegepast in het belang van hun personeelsleden en van de veiligheid van de gebruikers, wat niet noodzakelijk het geval is bij de andere vervoerwijzen. Zolang de concurrentievoorwaarden voor de verschillende vervoerwijzen niet op elkaar zijn afgestemd, zal het paritair spoorwegcomité zich niet bezighouden met de sociale harmonisering van de spoorwegondernemingen.

 Waarom een paritair comité?

Binnen de Europese Gemeenschap zijn de sociale partners steeds meer betrokken bij de uitwerking van het sociale beleid en de verbetering van de verschillende levensstijlen. Derhalve zijn de paritaire comités een bijzonder geschikt middel om een dergelijke samenwerking te waarborgen: het zijn organen die op communautair vlak representatief zijn voor de betrokken sociaal-economische machten. Het Paritair Comité van de Spoorwegen wordt door de Commissie geraadpleegd voor elk groot project dat betrekking heeft op de spoorwegen zelf of op de concurrentievoorwaarden van de verschillende vervoerwijzen (wat er in feite op neerkomt dat het moet worden geraadpleegd inzake alle projecten die het vervoer over land aanbelangen).

 Samenstelling

Het Paritair Comité bestaat uit 54 leden:

  • 27 afgevaardigden van de spoorwegen en
  • 27 afgevaardigden van de vakbondsorganisaties van spoorwegpersoneel.

24 afgevaardigden van de werkgevers (twee per land) worden aangeduid door de Europese Gemeenschap der Spoorwegen (Groep van de Twaalf spoorwegen van de EG) en 24 afgevaardigden van de werknemers (2 per land) worden gekozen door het Comité van Vervoersvakverenigingen in de Europese Gemeenschap. De overige 6 leden (3 werkgevers en 3 werknemers) worden rechtstreeks aangeduid door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, na overleg met de patronale en syndicale organen. Om de twee jaar kiest het Comité zijn voorzitter en ondervoorzitter beurtelings onder de afgevaardigden van de werkgevers en de werknemers.

 Dagelijks bestuur werkgroepen

Het Paritair Comité vergadert in principe een keer per jaar. Dit werkritme is voor de sociale partners absoluut onvoldoende om doeltreffend en snel een standpunt te kunnen innemen inzake belangrijke communautaire onderwerpen. Om de werking te vergemakkelijken was het dus noodzakelijk om een dagelijks bestuur met kernleden van het Paritair Comité en werkgroepen op te richten, die continu werken. Aldus werden er twee groepen samengesteld:

Eerste groep: “sociale aspecten van het Europese vervoerbeleid”

Het is de taak van deze werkgroep op de hoogte te blijven van en zo nodig te reageren op de communautaire initiatieven inzake vervoer (weg, binnenscheepvaart, burgerluchtvaart, spoorweg):

  • door, meer in het bijzonder, de gevolgen inzake concurrentievoorwaarden na te gaan;
  • door tijdig het standpunt van de spoorwegen naar voren te brengen en te verdedigen.

De werkgroep moet dus in het bijzonder aandacht besteden aan de werking van:

  • de Europese Commissie, met name het Directoraat-Generaal Vervoer, dat aan de Ministerraad van de Gemeenschap alle maatregelen moet voorstellen die ten goede komen aan de ontwikkeling van het gemeenschapsbeleid en aan de verwezenlijking van de binnenlandse markt;
  • het Europese Parlement, en in het bijzonder de Commissie Vervoer, omdat die advies moet geven over alle voorstellen van de kommissie vooraleer de Ministerraad zich erover uitspreekt;
  • het Economisch en Sociaal Comité van de Gemeenschap, meer bepaald de Afdeling voor vervoer en communicatie, die eveneens advies moet uitbrengen over de voorstellen van de Commissie;
  • het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (CPV) en wel de Groep Vervoerskwesties, die de voorbereidende werken van de Ministerraad van de Gemeenschap coördineert.

In het raam van de gelijkschakeling van de concurrentievoorwaarden voor de vier vervoerwijzen en met het oog op het beleggen van gezamenlijke vergaderingen van de vier paritaire comités, moet de eerste groep bovendien ook de activiteiten van de drie andere paritaire comités “binnenscheepvaart”, “wegvervoer” en “burgerluchtvaart” van nabij volgen. De eerste groep vergadert slechts twee of drie keer per jaar, maar omdat het werk zo omvangrijk is, komen de rapporteurs maandelijks bijeen.

Tweede groep: “sociale aspecten bij de invoering van nieuwe technologieën” (hogesnelheidsspoorvervoer)

Deze werkgroep bestudeert:

  • de problemen inzake de technologische en commerciële opleiding van het personeel;
  • de problemen inzake veiligheid en gezondheid van het personeel;
  • de problemen inzake verkeersveiligheid;
  • en de invloed van dit alles op de totale werkgelegenheid.

Het dagelijks bestuur is dan weer belast met de voorbereiding van de plenaire vergaderingen van het Paritair Comité: een datum kiezen en de agenda bepalen.

 Werking

Het Paritair Comité van Spoorwegen legt op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief zijn advies voor aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (als er geen overeenstemming wordt bereikt, worden de verschillende standpunten bekendgemaakt) en aan de Ministerraad. Verschillende belangrijke adviezen, opgesteld door de Eerste werkgroep, werden door het Paritair Comité aangenomen:

  • Advies inzake de sociale aspecten van het Europese vervoerbeleid (november 1986);
  • Memorandum over het openstellen van de markt voor het wegvervoer tussen de lidstaten (oktober 1987);
  • Gevolgtrekkingen over het toelaten van de vaste interregionale luchtvaartdiensten voor passagiers-, post- en vrachtvervoer tussen de lidstaten (oktober 1987);
  • Advies inzake het wegwerken van fiscale ongelijkheden bij het goederenvervoer over de weg - belasting op de voertuigen, heffingen op de brandstof en tol op de autowegen (oktober 1987);
  • Standpunt aangaande de sanering van de toestand bij spoorwegbedrijven en de harmonisering van de voorschriften die de financiële relaties tussen die ondernemingen en de Staten regelen (december 1988);
  • Advies betreffende de ontwikkeling van de spoorweginfrastructuur:
    • over de bouw van een HST-net voor reizigersverkeer,
    • over een sneller goederenverkeer (december 1988);
  • Standpunt aangaande de ontwikkeling van het gecombineerd vervoer (december 1988);
  • Advies over de mededeling betreffende een gemeenschappelijk spoorwegbeleid (november 1990).
Na vijfjaar besloeg het volume van die verschillende adviezen en standpunten van het Paritair Comité van Spoorwegen al meer dan 70 bladzijden teksten die in het licht van een gemeenschappelijke toekomstvisie werden uitgewerkt en rekening houdend met de nationale gevoelswaarden werden besproken; ze werden vertaald in 9 talen en werden altijd eenstemmig aangenomen. Het Paritair Comité heeft aldus bewezen dat de sociale partners van de spoorwegen samen een ware drukkingsgroep konden vormen ten aanzien van de communautaire instellingen. Het Comité vertegenwoordigt immers tegelijk de twaalf spoorwegen en het miljoen Europese spoorwegwerknemers.