Homepagina > Het Spoor > Buitenland > De spoorwegmaatschappij van Opper-Kongo naar de Grote Afrikaanse Meren (C.F.L.)

De spoorwegmaatschappij van Opper-Kongo naar de Grote Afrikaanse Meren (C.F.L.)

maandag 15 april 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 De oorsprong

De Spoorwegmaatschappij van Opper-Kongo naar de Grote Afrikaanse Meren (C.F.L.) werd in 1902 opgericht met het oog op de aanleg van twee lijnen die de Kongostroom zouden verbinden met het Albertmeer en het Tanganjikameer.

Maar de ontdekking van de belangrijke ertslagen in Katanga, bracht in de loop van hetzelfde jaar de wijziging mee van de oogmerken van de maatschappij, die als opdracht kreeg in de kortst mogelijke tijd de verbinding van deze provincie met Stanleystad tot stand te brengen, door het oprichten van navigatiediensten op de bevaarbare delen van de Kongostroom en door het aanleggen van spoorwegen langs de onbevaarbare delen van deze laatste. Alles samengenomen kwam het erop aan in het centrum van Afrika, in streken die in die tijd nog weinig bekend waren en waar het aan geschoolde arbeidskrachten ontbrak, een onmetelijke verkeersweg aan te leggen, deels met spoorwegen en deels met boten, over een afstand van ruim 1.700 km.

 Een geschiedenis in vijf baanvakken

Het eerste spoorwegbaanvak Stanleystad - Ponthierstad (125 km.) werd gebouwd van 1903 tot 1906. Grotendeels uitgevoerd in het oerwoud, eiste dit werk van allen die het volbrachten een uithoudingsvermogen dat tegen alles bestand was. Het langste en lastigste werk was het vellen van de bomen en het uitrukken der wortelstukken. De spoorlijn Stanleystad - Ponthierstad werd ingehuldigd op 1 september 1906.

De langste brug van Kongo (743,50 m) te Zofu over de Lualaba.

De bouw van het tweede baanvak, Kindu -Kongolo, verliep tussen 1906 en 1910. De enige moeilijkheid was het overschrijden van rivieren met steile oevers; er werden achttien bruggen gebouwd. De officiële inhuldiging ging door op 1 januari 1911.

Het derde baanvak, Kabalo - Albertstad, langs de steile en rotsachtige vallei van de Lukuga, werd in de daarop volgende maand april aangevat. De werken die al niet snel vorderden, werden in het begin van 1914 belemmerd door een zware besmettelijke ziekte: de beri-beri maaide de arbeiders weg.

Enkele maanden later, toen Kongo in de oorlog trad, verergerde de toestand nog door het opeisen van personeelsleden voor het leger.

Desondanks bereikte de spoorlijn in april 1914 het Tanganjika-meer, maar er bleef nog heel wat te doen gezien men zich tot het meest dringende beperkt had: het grootste deel der laatst gebouwde bruggen waren alleen maar houten noodbruggen. Het was slechts in 1921 dat al de werken voltooid raakten.

Om haar werk te beëindigen ondernam de C.F.L. in juli 1937 de verbinding van Kongolo met Kabalo. Deze verbinding werd ingehuldigd op 31 december 1939. Van die tijd af was de belangrijke rivierhaven van Kindu verbonden met Albertstad, door een ononderbroken spoorlijn met een totale lengte van 714 km. en een spoorbreedte van 1 meter.

Van 1952 tot 1956 heeft de C.F.L. voor rekening van de regering van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, nog de 246 km, lange spoorlijn van Kabalo naar Kabongo gebouwd. Het baanvak Kabongo -Kamina werd echter aangelegd door de B.C.K. voor rekening van de K.D.L. (Spoorweg Katanga - Dilolo - Leopoldstad).

 Voornaamste kenmerken

De verbinding met de K.D.L . waarvan die spoorbreedte 1.067 m. bedraagt, verplichtte de C.F.L. haar eigen net van 1 m. te wijzigen. Deze bewerking die reeds sedert lang overwogen werd, had plaats in de maand september 1955. Het verkeer diende slechts 6 dagen te worden onderbroken om dit werk tot een goed einde te brengen.

Tijdens de les van werktuigkunde.

De totale lengte van het spoorwegnet beloopt 1.085 km. Buiten dit net exploiteert de C.F.L. nog waterwegen (de Lualabastroom en de Luvuarivier), scheepvaartlijnen op het Tanganjikameer, en tevens 346 km wegen.

In 1958 vertegenwoordigde het spoorwegverkeer alleen meer dan 189 miljoen ton-kilorneter en bijna 35 miljoen reizigers-kilometer.

Het materieel omvat 75 locomotieven, waarvan 12 diesel- en 63 stoomlocomotieven, 64 rijtuigen en pakwagens en 792 wagens.

Het vervoer van reizigers geschiedt uitsluitend met metalen rijtuigen. Deze van 1e en 2e klasse zijn alle slaapwagens, voorzien van luchtregeling.

 Personeel en sociale diensten

Voor het geheel van de Afrikaanse diensten beloopt de getalsterkte 10.234 Kongolese en 296 Europese bedienden.

In het station Samba ...

Tijdens de laatste twintig jaar heeft de Maatschappij zich bijzonder bekommerd om de sociale levensvoorwaarden van haar personeel. Onder haar talrijke verwezenlijkingen stippen wij aan: de bouw van keurige arbeiderswijken, de uitbreiding van de water- en elektriciteitsdistributie, de ontwikkeling van het vakonderwijs, de verbetering van de geneeskundige diensten en van de sociale werken ten voordele van de Kongolese spoormannen en hun gezinnen (kraamvrouwenconsultatie, moederhuizen, werken voor kinderbescherming), het openstellen van cantines, van bioscoopzalen, van clubs en sportinstallaties.


Foto’s Inforcongo.

Bron: Het Spoor, april 1960