Accueil > Het Spoor > Gedicht - Lectuur - Schilderij > De trein

De trein

Door Jaak Robijns, wagenschouwer te Antwerpen-Noord.

lundi 27 mai 2013, par rixke

In het Rijk der Muzen

’k Was klein en ’k droomde van een trein...
Een trein die vol van romantiek en groot
naar vreemde landen reed, ’k genoot
van ’t kleine speelding
dat immer rond reed, immer rond,
in m’n kleine land, plavuizen van den keukengrond.
’k Was klein en ’k speelde met een trein...
’t Dromen is uit en gedaan is het spel,
maar nog staat de trein, afgetekend en fel,
in m’n leven.
Een andere trein,
ontbloot van romantiek en akelig groot,
een trein die kwetst, die doodt
de kameraad die werken moet om ’t brood.
Een trein die lijden doet, in wintertijd vol
ijs en kou en rijden moet, rijden immer rond
in ’t kleine land, m’n vadergrond.
Toch is er iets dat ons nog bindt : de trein
hij geeft me steeds voor vrouw en kind
het loon, dat ’t leven eist,
tot straks voor ons, de laatste trein afreist.

Bron : Het Spoor, mei 1956