Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Werkplaats/Depot > De centrale werkplaats van Leuven

De centrale werkplaats van Leuven

ir. J.C. Carlier.

maandag 15 juli 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 Bijna een eeuw!

Deze Werkplaats, die eigenlijk op het grondgebied van Kessel-Lo, een randgemeente van Leuven, ligt, is een der oudste van het net. Zij werd inderdaad opgericht in 1865. In die tijd behoorde ze tot de private Maatschappij “Le Grand Central Belge”, die er ook haar zetel had. Dit verklaart waarom ze thans nog in de omgeving bekend is als “De Central”.

Montagestanden van dieselmotoren.

Leuven was toen het belangrijkste knooppunt van het 628 km lange spoorwegnet van “Le Grand Central Belge” en het is dan ook te begrijpen dat daar de herstellingswerkplaats van al het rollend materieel (locomotieven, rijtuigen en wagens) gevestigd werd. Deze werkplaats zou heel spoedig aan een 2.000 arbeiders werkgelegenheid verschaffen. Zij werd tevens de voornaamste factor van de groei der gemeente Kessel-Lo, niet wier geschiedenis ze sedertdien steeds heel nauw verbonden bleef. Toen “Le Grand Central Belge” in 1897 door de Staat overgenomen werd, bleef “De Central” een grote bedrijvigheid vertonen, zodat ze als de grootste industrie uit het Leuvense aangezien werd.

In de loop van haar bijna honderdjarige geschiedenis, wisselden de taken die haar toevertrouwd werden voortdurend, en — wat wel te begrijpen is — ook haar effectief.

Zo herstelde de Centrale Werkplaats achtereenvolgens rijtuigen, wagens en stoomlocomotieven, om geleidelijk uit te groeien tot datgene wat ze thans geworden is: de werkplaats waar de meest delicate onderdelen van het rollend materieel hersteld worden. Als dusdanig blijft ze een uiterst belangrijke rol vervullen in de exploitatie van ons spoorwegnet.

In 1944, vernietigden luchtbombardementen bijna de helft van de oude gebouwen. Op hun plaats verrijzen thans nieuwe, luchtige werkplaatsen, magazijnen en bureau’s.

 De huidige activiteit van de C. W. Leuven

Hier werd dus de herstelling geconcentreerd van de meest delicate onderdelen van het rollend materieel:

  • De dieselmotoren en snelheidskasten van de autorails en de dieselrangeerlocomotieven;
  • De compressoren;
  • De benzinemotoren van de autocamions;
  • De remtoestellen;
  • De lucht- en voedingspompen van de stoomlocomotieven.

De werkplaats herstelt ook nog:

  • De dieselrangeerlocomotieven;
  • De rem- en verwarmingskoppelingen van het rollend materieel;
  • Het stationsmaterieel;
  • De meubelen.

Anderzijds, krijgt zij regelmatig speciale opdrachten: het omvormen van wagens, de fabricatie van seinmasten, seinkasten, bogies, loopbruggen voor wagens, enz...

Aan verscheidenheid ontbreekt het dus niet!

In 1955 was in de C.W. Leuven het aantal ongevallen, in verhouding tot 1953, verminderd met 68 %; in 1956 bereikte die vermindering 74 %.
Het herstellen van een gelaste carter.

Het is daarom nodig gebleken, in de werkplaats zelf, de werken met gelijkaardige moeilijkheden samen te brengen in afdelingen die volledig op het beoogde doel afgestemd zijn, en waarin bovendien de werklieden in hun vak gespecialiseerd werden.

Zo vinden we in de C.W. Leuven, onder meer:

De motorenwerf: voor het dieselmaterieel, de benzinemotoren, de compressoren;

De remwerf: voor al de remtoestellen;

De pompenwerf: voor de lucht- en de voedingspompen;

De opstelwerf: voor de dieselrangeerlocomotieven en de belangrijke montagewerken;

De schrijnwerkerij: voor de fabricatie en de herstelling van meubelen;

De fabricatiewerf: voor de fabricatie van onderdelen voor de eigen magazijnen;

De werf voor “allerlei gebruik”: voor allerhande fabricaties, voor het stationsmaterieel, voor de rem- en de verwarmingskoppelingen.

Tal van magazijnen, bureau’s en diensten voor algemeen nut vullen dit geheel aan.

Regelen van injectiematerieel.

Het is onbegonnen werk al de werven te beschrijven in het bestek van de ons toegemeten plaatsruimte. Daarom zullen we slechts, alhoewel nog zeer bondig, de twee werven voorstellen wier activiteit het meest de invloed ondergaat van het in dienst stellen van nieuw materieel: de motorenwerf en de remwerf. Over de andere activiteiten kan hier alleen maar terloops gesproken worden.

Herstellen van injectoren.

 De motorenwerf

De motorenwerf omval volgende afdelingen:

  • Demonteren en reinigen;
  • Zijkettingen en monteren der lichte motoren en compressoren;
  • Monteren van snelheidskasten en zware motoren;
  • Herstellen van het injectiematerieel;
  • Inlopen van de motoren op hydraulische proefstanden.

De herstelling van het materieel geschiedt volgens een type-programma. Dit betekent dat, zodra een motor, snelheidskast of compressor onder handen genomen wordt, automatisch de datum van aflevering bepaald wordt. De herstelling zelf verloopt steeds volgens hetzelfde schema: afbraak, reinigen, nazicht der onderdelen, gereedmaken der onderdelen in de zijkettingen, samenstellen in de montagestand, inlopen op de proef stand. De grote problemen zijn hier de opleiding van de werkkrachten en de tijdelijke bevoorrading aan wisselstukken. Dit wordt best geïllustreerd door enkele cijfers.

Koppelingsschijven van snelheidskast wachten op herstelling.

De C.W. Leuven herstelt:

  • 15 verschillende types van dieselmotoren met een vermogen van 160 pk tot 750 pk en een gewicht van 1.200 kgr tot 14.000 kgr:
  • 10 verschillende types van snelheidskasten en keerkoppelingen;
  • 10 verschillende types van benzine-motoren;
  • 15 verschillende types van compressoren.

Dit noodzaakt een bestendige voorraad van meer dan 7.000 verschillende wisselstukken voor een waarde van nagenoeg 25.000.000 F.

Krukasslijpmachines.

De huidige maandelijkse produktie bedraagt:

  • 20 dieselmotoren;
  • 15 benzinemotoren;
  • 10 snelheidskasten;
  • 20 compressoren.

Het moet dan ook niet verwonderen dat de uitrusting van de motorenwerf werkelijk “up to date” moet zijn. Zij kan trouwens zeer gemakkelijk de vergelijking doorstaan met soortgelijke instellingen in binnen- en buitenland.

De fijnuitboormachines voor cilinders van dieselmotoren.

Het aantal en de verscheidenheid van de speciale werktuigmachines is indrukwekkend: verticale en horizontale fijnboormachines, hoonmachine, verticale krukasslijpmachines, slijpmachines voor cilinderkoppen, rectificeer-machines voor kleppen en injectoren, proefstanden voor injectiepompen, proefstanden voor het elektromagnetisch onderzoek op barstjes van metalen stukken, hydraulische proefstanden voor het inlopen van motoren, reinigingstunnel, enz...

De kwaliteit van het werk wordt gewaarborgd door een doorgedreven selectie en een uiterste specialisatie van de werkkrachten. Dit laat de technische diensten van de N.M.B.S. toe, op voet van gelijkheid en met een kennis van zaken die gebaseerd is op de ondervinding, met de private firma’s te onderhandelen over dieselmaterieel dat door hen geleverd wordt.

 De remwerf

In de remwerf worden meer dan 100 verschillende toestellen hersteld! En dit aantal groeit nog steeds aan door het in dienst stellen van nieuw materieel.

De meeste dezer toestellen zijn bovendien veiligheidstoestellen.

Het inlopen van dieselmotoren op de hydraulische remmen.

Zowel de kwaliteit van het werk als de controle na het samenstellen der toestellen, moeten dus tot het uiterste verzorgd zijn.En als we bovendien nog weten dat al die toestellen met druklucht werken, is meteen ook het hoofdprobleem gesteld: hoe zullen we een afdoende dichtheid van de oppervlakken bekomen alleen maar door het contact van metaal op metaal?

Waar het mogelijk is, worden deze oppervlakken op speciale rodeer- of lapmachines voorbereid; in andere gevallen telt alleen de vakmanschap van de werkman. De specialisatie van het personeel werd dan ook fel doorgedreven.

De eindcontrole op de dichtheid is uiterst streng: geen luchtverlies wordt toegelaten! Nochtans wordt het kraanwerk in ketting hersteld naar rato van 100 stukken per dag.

Ook de tripelkleppen worden aan de lopende band hersteld naar rato van 50 en meer per dag!

Het “lappen” van schuiven van remtoestellen.

Elke tripelklep wordt, na herstelling, op de proefstand aan een reeks proeven onderworpen waarvan de resultaten op een diagram opgetekend worden.

De belangrijkste herstelde toestellen krijgen van de C.W. Leuven een waarborg van één jaar.

Een luchtpomp op de proefstand.

De proefzaal van de remwerf beschikt thans over een tiental proefbanken die steeds aangepast worden aan de vereisten van het moderne spoorwegverkeer. In samenwerking met de betrokken technische diensten van de Directie wordt deze proefzaal dan ook stilaan het “laboratorium van de rem”.

 De overige activiteiten

Bij ontstentenis van een beschrijving kunnen we de activiteit van de andere werven belichten met enkele droge statistieken.

In de pompenwerf worden maandelijks ongeveer 100 pompen hersteld, die tot een tiental verschillende types behoren.

Proefbank voor tripelkleppen.

Bij de periodische (acht jaarlijkse) herziening der verwarmingskoppelingen worden dagelijks 100 koppelingen aan de lopende band hersteld en beproefd.

Maandelijks worden meer dan 3.000 remslangen hersteld en beproefd.

In de fabricatiewerf worden maandelijks nagenoeg 10.000 werkuren besteed aan het vervaardigen van stukken bestemd voor de magazijnen van de C.W., die thans over een voorraad van meer dan 19.000 verschillende onderdelen beschikken.

En als ge tijdens een reis een welverdiende verfrissing gebruikt in de drankzalen van een onzer grote stations, dan zult ge ongetwijfeld getroffen worden door de stijlvolle meubilering... Welnu, ook die meubelen werden in de C.W. Leuven vervaardigd.

Een dieselrangeerlocomotief op de hijstoestellen.

Al is deze opsomming niet volledig, toch laat ze toe vast te stellen dat de bedrijvigheid van de andere werven dan motoren- en remwerf, eveneens belangrijk is.

 Besluit

Gedurende bijna honderd jaar heeft de C.W. Leuven steeds trouw de evolutie van de spoorwegexploitatie gevolgd. De taken die haar opgelegd werden, heeft ze steeds in de puntjes verzorgd. De verschillende specialiteiten, waarmee ze thans belast is, maken geen uitzondering op, die algemene regel. Dit is alleen mogelijk door de degelijke opleiding en de toewijding van gans het personeel.


Bron: Het Spoor, december 1957