Homepagina > Het Spoor > Technieken > Automatisering bij de Spoorweg

Automatisering bij de Spoorweg

maandag 12 augustus 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 Automatie? Automatisering? Automatiek?

Dagbladen en tijdschriften schrijven thans meer en meer over de “automatie” een neologisme dat aan talrijke lezers een gevoel van onbehaaglijkheid geeft. In hun verbeelding zien ze een zonderlinge wereld vol industriële steden waarin verdachte robots een hoofdrol spelen en waaruit de arbeiders volledig verdrongen zijn.

Waarom? Misschien omdat we zo graag — uit pralerij of gemakzucht — een vreemd woord in onze taal opnemen?

De term “automation” werd, omstreeks 1947, afgeleid uit het woord “automatization” door de ondervoorzitter van een grote autofabriek in de Verenigde Staten van Amerika, en de Europeanen waren er — laten we zeggen? — als de kippen bij om die term eveneens te gebruiken als verzamelwoord voor al de laatste snufjes op het gebied der automatisering.

Taalkenners houden nochtans niet van dat bastaardwoord. Hun voorkeur gaat naar de oude, beproefde term: automatisering, d.w.z, de handeling waardoor een toestel, inrichting, fabriek, enz. automatisch gemaakt wordt. Wellicht, hebben ze geen bezwaar tegen het woord automatiek (zoals fysiek en mechaniek), wanneer de wetenschap der automatismen en der automaten bedoeld wordt (en waarom niet automaatkunde, zoals natuurkunde, scheikunde, enz.?).

 Enkele bekende voorbeelden

Met de linkerhand grijpt ge de telefoonhoorn, ge draait met de wijsvinger van de rechter aan de schijf van het toestel om een nummer te vormen en ge bekomt, zonder tussenpersonen, een collega aan wie ge een inlichting wilt vragen. Door een heel eenvoudige handeling, profiteert ge van een alledaagse toepassing van de automatisering: de automatische telefoon.

Als ge in een café op de toetsen van een muziekdoos duwt om Johnny Jordaan zijn laatste liedje te horen kwelen of om de “wonderviool” van Helmuth Zacharias te beluisteren, dan brengt ge een inrichting aan de gang die, in uw plaats, de hoop platen automatisch afzoekt en het wijsje kiest dat ge woudt horen. Uw luistergenot hebt ge nogmaals aan de automatisering te danken.

Nog een ander vertrouwd voorbeeld? Wel, bekijk de thermostaat van een koelkast of van een verwarmingsinstelling.

De inrichting reageert op inlichtingen (middelpuntvliedende kracht of thermometer) die haar medegedeeld worden: ze zet de motor aan of af, doet hem sneller of trager draaien...

Deze verwezenlijkingen van de automatiek bewijzen grote diensten aan de mensheid — welke vrouw zou een huishoudtoestel willen dat alle tien minuten moet geregeld worden? — en verschaffen nieuwe broodwinningen aan de beschikbaar geworden arbeiders. Want, indien de nijverheid van de koelkasten bloeit, dan is dit toe te schrijven aan hun automatische werking...

De spoormannen, die steeds aan de spits van de vooruitgang staan, houden zich reeds geruime tijd met de automatisering bezig. Hier volgen enkele voorbeelden uit onze verschillende diensten.

In de grote stations worden de wagens, van op de top van de rangeerheuvel, automatisch over de sporen verdeeld. De seingever moet het werk nog wel voorbereiden door de handels van een “automatische trieertafel” te bedienen, maar, zodra hij de inrichting aan de gang brengt, doet zij de rest van het werk: de opeenvolgende wisseltongen plaatsen zich ambtshalve in de gewenste stand, en de wagens rollen naar hun respectieve vormingssporen. De wisselstraten worden gevormd, zonder dat er één hand moet ingrijpen, naarmate de geïsoleerde spoorstaven door de vorige rangering vrijgemaakt worden...

Zo wordt, in alle omstandigheden, vlug, veilig en doeltreffend gerangeerd.

Ongeveer 500 halten en stopplaatsen worden ’s nachts verlicht dank zij een “contactenuurwerk” van het “astronomische” type. De lampen worden aangestoken als de zon ondergaat en worden uitgedoofd als de zon opkomt.

Alles verloopt automatisch. Niemand moet er zich mee bemoeien.

Men beproeft, bovendien, een nieuwigheid. De aankomende trein steekt zelf de lampen aan op het perron waar hij gaat stoppen. Enkele minuten na zijn vertrek dooft het licht uit. Vermoeden de reizigers wel dat ze automatisch verlicht worden?


Bron: Het Spoor, mei 1958