Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > De spoorboekjes en het verkeer van reizigerstreinen tijdens de bezetting

De spoorboekjes en het verkeer van reizigerstreinen tijdens de bezetting

P. Van Keer.

donderdag 4 december 2008, door rixke

De 50e verjaardag van de Bevrijding voert ons terug naar de sombere jaren tussen 1940 en 1944.

Hoe reisde men tijdens de bezetting per trein ?

Om hierop een antwoord te geven, hebben we de spoorboekjes van toen ingekeken.

Lijn 25 uit het spoorboekje van 15 augustus 1940

Na de gevechten en de vernielingen van 10 tot 28 maart 1940 wordt het net onder het bevel en onder het toezicht van de Duitsers opnieuw berijdbaar gemaakt. Aanvankelijk legt de bezetter er beslag op en zijn reislustige Belgen aangewezen op de buurtspoorwegen, die gelukkig vlug hersteld zijn en waarvan er veel rijden.

Op 15 augustus stellen de bezetters de lijnen van de NMBS opnieuw ter beschikking van het publiek. Op dat ogenblik verschijnt het eerste «oorlogsspoorboekje».

Het heeft een ongewoon formaat (21 op 29 cm), is gedrukt op krantepapier en heeft een slappe omslag. Het is drietalig maar op de eerste plaats komt de taal van de nieuwe heersers; onze (B) staat naast de aanduiding WVD (Wehrmacht Verkehrsdirektion) Eisenbahnbetriebsdirektion Brüssel. De aangeboden diensten zijn eerder bescheiden. Twee baanvakken van de geëlektrificeerde lijn 25, Brussel - Antwerpen, zijn hersteld, nl. Brussel - Mechelen (Kanaal) en Duffel - Antwerpen; er rijdt één trein om het uur en tussen Mechelen en Duffel is er een autobusdienst. De «stoomlijn» (nu lijn 27) is volledig hersteld en de dienst wordt aangevuld met 3 semidirecte treinen Brussel - Antwerpen.

Elders rijden er over het algemeen twee stoptreinen per dag, zelden meer. Er zijn dagelijks twee treinen van Brussel naar Luik, Oostende, Doornik, Bergen, Charleroi en Namen. De treinen van Brussel naar Doornik rijden door tot Rijsel (het Noorden van Frankrijk komt onder het militair bestuur van Brussel) en er is een stoptrein Bergen - Maubeuge. De geëlektrificeerde lijn Brussel-Leopoldswijk - Tervuren, die van de gevechten gespaard bleef, biedt een vrij goede dienstverlening (een trein per uur of per half uur).

Op 6 oktober verschijnt het spoorboekje opnieuw in zijn vooroorlogs formaat; de (B) is echter verdwenen en in de plaats ervan staat WVD en de vermelding Amtliches Kursbuch.

Het kost 5 frank.

Op de lijn Brussel - Antwerpen moeten de reizigers tussen Mechelen (Kanaal) en Mechelen (station) een eindje lopen omdat de Vierendeekbrug nog niet hersteld is.

De grote assen worden door twee «semidirecte treinen» per dag bediend. De bezetter past die treinen aan door hun nummer te laten voorafgaan door de letter D, zoals op het Duitse net. Ze verbinden Brussel met Hasselt, Verviers, Oostende, Kortrijk, Rijsel, Bergen, Charleroi en Luxemburg. Er zijn ook twee D-treinen Luik - Namen - Charleroi. Het valt op dat de treinen Brussel - Charleroi uit Leopoldswijk vertrekken en dat het station Brussel-Groendreef dat voor de oorlog enkel tijdens de week voor de spitsuurtreinen open was, permanent gebruikt wordt, ook op zondag, als vertrekpunt voor de treinen Brussel - Dendermonde. Er zijn geen dienstregelingstabellen voor internationale treinen, maar toch rijden er twee D-treinen Brussel - Amsterdam (geen tijden opgegeven voor het Nederlandse traject).

De vernielde brug van Anseremme 21 maart 1945

Op 15 december 1940 verschijnt een nieuw spoorboekje in dezelfde vorm. Het is wat dikker dan het vorige. De nieuwigheden staan op twee rode bladzijden: de D-treinen Brussel - Oostende en Brussel - Kortrijk vertrekken voortaan uit Brussel-Zuid in plaats van uit Brussel-Noord; voor de dienst Brussel - Charleroi is Brussel-Zuid opnieuw het vertrekstation; de geëlektrificeerde dienst Brussel - Antwerpen met overstap te Mechelen (Kanaal) zal vanaf 2 januari 1941 van begin- tot eindpunt rijden en zal bij die gelegenheid opnieuw bediend worden zoals voor 10 maart 1940 (2 directe treinen per uur, een of twee stoptreinen per uur, enkele «semidirecte treinen» tijdens de spitsuren). In het spoorboekje dat we raadpleegden, vonden we echter een persknipsel waarop stond dat lijn 25 pas op een latere datum van begin- tot eindpunt berijdbaar zal zijn...

Verzamelplaats van ontscheepte locomotieven 1945

In dit spoorboekje vinden we opnieuw de internationale dienstregelingen. Naast de in de uitgave van oktober al vermelde treinen (Brussel naar Amsterdam, Rijsel, Luxemburg) zijn er ook rechtstreekse verbindingen naar Parijs en Duitsland opgenomen. Richting Parijs vertrekt er een exprestrein om 7.50 uur uit Brussel-Zuid (de reis duurt bijna 7 uur), een andere trein komende uit Keulen rijdt ’s namiddags en twee treinen, de ene uit Berlijn, de andere uit Keulen, verbinden ’s nachts de twee bezette hoofdsteden. De drie laatstgenoemde treinen passeren m Brussel-Noord. Verder is er nog een ochtendtrein uit Brussel naar Keulen en een dagtrein die van Parijs via Charleroi, Namen en Luik van Parijs naar Keulen rijdt. In die trein lopen slaap- en restauratierijtuigen, maar ingevolge een beslissing van de Duitsers en in weerwil van de ondertekende overeenkomsten, komen er rode rijtuigen van het Duitse Mitropa in de plaats van de blauwe rijtuigen van de Internationale Slaapwagenmaatschappij, die voortaan op Frans grondgebied blijven. We vermelden nog een eerder ongewone verbinding, een D-trein Brussel Namen - Dinant - Hastière - Mariembourg - Chimay - Anor (Frankrijk). Als bestemming van die trein is Nancy opgegeven maar voorbij Anor worden er geen tijden meer vermeld! Het is waarschijnlijk de enige keer dat er op lijn 156 een rechtstreekse trein vanuit Brussel zal gereden hebben. Op de binnenlandse lijnen is de dienst heel wat uitgebreider; semidirecte treinen en stoptreinen worden op heel wat lijnen toegevoegd, hoewel onder het nummer van bepaalde treinen een zwart bolletje erop wijst dat de desbetreffende trein «voorlopig niet rijdt».

De snelheid ligt gevoelig lager dan voor de oorlog; de beste treinverbinding Brussel - Namen duurt bijvoorbeeld 67 minuten; in 1939 was dat 48 minuten.

Brussel - Oostende wordt in 2 uur en 6 minuten afgelegd; in 1939 was dat 1 uur 15 minuten. Voor de elektrische treinverbinding Brussel - Antwerpen is het verschil gering (35 minuten tegen 31).

Ten slotte vermelden we nog een nieuwigheid waarop ongetwijfeld de bezetter zal hebben aangedrongen: op de laatste bladzijde van het spoorboekje zijn de vertreksporen vermeld van de treinen uit Antwerpen (Centraal), Brussel (Zuid, Noord en Leopoldswijk), Charleroi (Zuid), Gent (Sint-Pieters), Luik (Guillemins), Leuven en Namen.

Het spoorboekje van 4 mei 1941 (dat in feite maar op 5 mei van kracht wordt) omvat enkele nieuwigheden in internationale dienst. De dagexpres Parijs - Brussel - Keulen wordt een Parijs - Brussel -Amsterdam en de tweede nachttrein Parijs - Keulen wordt facultatief en rijdt over Charleroi en Namen; verder komen er nog bij: Rijsel - Brussel - Keulen en Brussel - Keulen - Wenen met slaaprijtuigen Brussel - Würzburg. De verbinding Brussel - Nancy gaat niet langer over Mariembourg - Anor maar over Givet -Charleville. Een tweede trein Brussel - Charleville rijdt ’s namiddags.

Ook het binnenlands verkeer wordt verbeterd, hoewel er nog altijd enkele treinen zijn die «voorlopig niet rijden» (het zwarte bolletje is vervangen door een wit St.-Andreaskruis met zwarte rand).

Laten we een ogenblik stilstaan bij het spoorboekje van 6 oktober 1941. Hoewel de omslag nog altijd de titel Eisenbahnbetriebsdirektion Brussel draagt, vindt men er ook de (B) van voor de oorlog terug. Een hart onder de riem voor de patriotten.

Dit spoorboekje heeft het rijkste treinaanbod van de hele bezeftingsperiode. Het internationaal verkeer blijft op het peil van de maand mei; er wordt echter een ongewone verbinding toegevoegd, nl, een trein Brussel-Noord (vertrek 23 uur) - Namen - Givet - Charleville - Nancy - Belfort - Dijon (aankomst 14.42 uur).

De binnenlandse diensten worden verbeterd, voor zover de NMBS-leiding nog over middelen beschikt, nadat aan de Duitse militaire eisen is voldaan. De vermeldingen «rijden voorlopig niet» zijn verdwenen. Zoals al is gezegd, evenaart de dienst op lijn 25 bijna het aanbod van voor 10 mei 1940; op lijn 36 telt men elke dag vier exprestreinen Brussel - Leuven - Luik - Duitsland en vijf «semidirecte treinen»; op lijn 50 drie «directe treinen» naar Oostende (waarvan een stoptrein vanaf Gent) en zes andere treinen naar Gent waarvan er twee op lijn 73 als stoptrein doorrijden tot Duinkerke; drie «semidirecte treinen» naar Kortrijk op lijn 89 en vijf naar Doornik op lijn 94 (vier ervan rijden door tot Rijsel); op de lijn Brussel - Bergen drie exprestreinen naar Parijs en vier semidirecte treinen; lijn 124 telt vijf semidirecte treinen en een rechtstreekse exprestrein Brussel - Charleroi; van Luik naar Charleroi vier semidirecte treinen plus de exprestrein Keulen - Parijs; er zijn negen treinen Brussel - Namen met haltes in Ottignies en Gembloers, plus de laatavondexpres naar Dijon. Het is onbegonnen werk alle stoptreintrajecten te vermelden. De dienst is «aanvaardbaar» op alle lijnen. Op allemaal ? Ja, behalve die welke de plaatsen aandoen die door het naziregime brutaal werden ingelijfd.

Frontpagina van het spoorboekje van 3 juli 1944

Het Derde Rijk heeft met geweld de Oostkantons geannexeerd en van al de lijnen daar vinden we enkel de verbinding Stavelot - Malmédy terug met twee dagtreinen. Bovendien werden een tiental gemeenten in het Oosten van de provincie Luik geannexeerd: Montzen, Plombières, Moresnet, Gemmenich, Welkenraedt...

Lijn 23 loopt maar tot Remersdaal, lijn 38 tot Aubel; verderop naar Montzen behoort het net tot de Reichsbahn.

Het station Welkenraedt op lijn 36 wordt geschrapt, de politie- en douanecontroles gebeuren in Dolhain (Gileppe) en in Herbesthal.

Ontschepping van engelse locomotief typ 2-8-0 1944

Aangezien het Groothertogdom door het Hitler-rijk werd geannexeerd is Trois-Vierges op lijn 42 Ulfligen geworden. Maar de winter 1941-42 is hard, zeer hard voor de Duitse troepen die voor Moskou begeven onder de kou. Het Derde Rijk loopt zijn eerste nederlagen op en de slechte militaire toestand heeft zijn weerslag op ons net. In het spoorboekje van 15 december 1941 wordt de verbinding Brussel - Wenen facultatief. In binnenverkeer worden verscheidene directe of semidirecte treinen op heel wat lijnen afgeschaft. De stoptreindiensten zijn eveneens getroffen; vooral in de daluren zijn heel wat treinen afgeschaft. Er volgt nog meer snoeiwerk dat wordt aangekondigd in een bijvoegsel van januari 1942. In het spoorboekje van 4 mei 1942 wordt die tendens bevestigd. De internationale treinen Rijsel - Keulen en Brussel - Dijon worden facultatief. Als «compensatie» rijdt de Brussel - Charleville in de namiddag verder tot Nancy. In binnenlands verkeer zijn er evenwel enkele typische verbeteringen: op woensdag is er een rechtstreekse ochtendtrein Charleroi - Brussel en een avondtrein Brussel - Leuven - Luik. Woensdag is het namelijk beursdag in Brussel en de beurs blijft in volle oorlogstijd erg actief en lokt heel wat industriëlen en handelaars uit de provincie naar de hoofdstad.

In dit spoorboekje krijgen de directe en semidirecte treinen in het binnenverkeer opnieuw een zuiver Belgisch nummer van drie cijfers. Er wordt afgestapt van het Duitse model: de «D» gevolgd door twee cijfers... een teken dat de bezetter de teugels wat viert ?

Het volgende spoorboekje verschijnt op 2 november 1942, kort voor de Duitse ineenstorting in Stalingrad en de landing van de Amerikanen in Noord-Afrika. Weinig veranderingen. De Keulen - Brussel - Rijsel rijdt weer dagelijks; eenlaatavondtrein Brussel - Rijsel met aansluiting op de Berlijn - Brussel - Parijs wordt echter facultatief. Geen noemenswaardige wijzigingen in het binnenlands verkeer.

De spoorboekjes van 1943 (mei en november) blijven ongeveer gelijk. Er wordt echter verder bezuinigd. Een semidirect Namen - Brussel wordt bijvoorbeeld stoptrein van Namen tot Ottignies zodat een stoptrein op dit baanvak kan worden afgeschaft.

Frontpagina van het spoorboekje van 15 september 1944

In tabel 124 zien we dat er op maandagochtend een rechtstreekse trein Brussel - Charleroi en op zaterdag rond de middag een rechtstreekse trein Charleroi - Brussel is opgenomen. Deze treinen vervoeren de arbeiders die werken op de militaire basis in Florennes die door de bezetter werd opgericht. Vanaf eind 1943 en vooral in het eerste semester van 1944 wordt de treindienst al maar vaker verstoord door sabotagedaden van de spoormannen, raids van het verzet en bombardementen door de Geallieerden. Dit heeft tot gevolg dat de werkelijkheid op het terrein volledig afwijkt van de dienstregelingen. Ongeveer een maand na de landing van de Geallieerden in Normandië verschijnt nochtans het laatste spoorboekje uit de bezettingsperiode. Het is gedateerd 3 juli 1944. Men vindt er vanaf Brussel-Noord een enkele exprestrein naar Parijs (7.31) en een andere naar Keulen (7.35). Vanuit Brussel-Leopoldswijk vertrekt er om 6.52 een trein naar Luxemburg; om 8.37 een trein naar Nancy. De binnenlandse dienst is fel ingekrompen. Er zijn nog maar twee directe treinen Brussel - Gent die als stoptrein verder rijden tot Oostende. De dienstregelingen worden van week tot week al maar theoretischer en zelfs surrealistisch, Het werkelijke verkeersvolume neemt af en dreigt volledig te verdwijnen, maar de bevrijding is gelukkig niet meer veraf.

De vernieuwing laat niet op zich wachten: nauwelijks heeft de bezetter het land verlaten of de NMBS publiceert de «dienstregelingen van de reizigerstreinen vanaf 15september 1944».

Toegegeven, het boekje heeft nog maar weinig om het lijf. Het verschijnt met een slappe omslag en het heeft meer weg van een «supplement». Toch draagt het niet langer het schandelijke opschrift «Eisenbahnbetriebsdirektion Brüssel». En het publiek wordt ervan in kennis gesteld dat «gelet op de huidige omstandigheden, de NMBS zich ertoe gedwongen kan zien deze dienstregelingen te wijzigen».

Dienstregeling lijn 154 uit het spoorboekje van 15 september 1944

De nieuwe start is nog aarzelend, want het net herstelt zich nog. Op de geëlektrificeerde lijn Brussel - Antwerpen zijn er twee overstappen onderweg maar er zijn drie rechtstreekse treinen via... Aalst, Dendermonde en Boom. Rijtijd: 2 uur, aankomst in Antwerpen (Zuid).

De vijf dagelijkse stoptreinen op lijn 161 rijden niet verder dan Ottignies en op lijn 162 zijn er maar enkele gedeeltelijke diensten, nl. Jambes (Etat) - Jemelle, Jemelle - Libramont en Marbehan - Aarlen.

De NMBS, die zich enorm inspant om het net herop te bouwen, zal rekening moeten houden met de prioritaire behoeften voor het vervoer van de legers van de Geallieerden en het nieuwe offensief van de Duitse troepen tijdens de slag van de Ardennen. De hemel klaart echter op en het gordijn valt over vier zwarte bezettingsjaren.

Aan de hand van de oude spoorboekjes hebben we deze periode voor de ouderen onder u opnieuw tot leven willen brengen en voor de jongeren die dit alles niet hebben meegemaakt.