Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Treinen > Hoe worden de uurregelingen van de goederentreinen opgesteld?

Hoe worden de uurregelingen van de goederentreinen opgesteld?

L. Dewinter, hoofdinspecteur.

maandag 24 maart 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 Om te beginnen, wat is een trein?

U weet dat de essentiële bedrijvigheid van een spoorwegonderneming erin bestaat personen of dingen te vervoeren van een plaats naar een andere, door middel van voertuigen die op een spoorbaan lopen, welke ook de wijze van voortbeweging is. Elke rit van een voertuig of van een reeks gesleepte voertuigen wordt doorgaans “trein” genoemd. Een locomotief die zich tussen twee stations verplaatst zonder een last te slepen, wordt aangeduid door de uitdrukking “ledige rit”. Een dergelijke rit is onderworpen aan dezelfde regels als de treinritten.

 De goederentreinen

Naargelang zij bestemd zijn om het vervoer van de reizigers of van de goederen te verzekeren, onderscheidt men “reizigerstreinen” en “goederentreinen”.

De goederentreinen worden onderverdeeld in drie categorieën:

  • De goederentreinen met grote snelheid (voor het vervoer van bederfelijke of dringende goederen);
  • De gewone goederentreinen;
  • De baantreinen (voor het vervoer van materialen bestemd voor de baan- of signalisatiewerken).

 Wat verstoot men onder uurregeling?

Het vertrekuur van een trein, de aankomst- en vertrekuren in de tussenstations waar hij stopt, het doorrituur in zekere stations en aan de vertakkingen en het aankomstuur ter bestemming vormen de uurregeling van deze trein.

Om een rit af te leggen, kan een trein zeer verschillende tijden nodig hebben naargelang hij zich rechtstreeks ter bestemming begeeft of onderweg stopt. De last, het vermogen van het sleepmiddel, het profiel van de lijn, de aard van het gebruikte materieel zijn andere elementen die de duur van de beschouwde rit beïnvloeden. Tussen twee bepaalde stations kunnen dus talrijke, verschillende uurregelingen bestaan, naargelang de categorieën van treinen die dezelfde rit afleggen.

 Waarom worden uurregelingen uitgewerkt?

Op het eerste gezicht, zou men kunnen denken dat een goederentrein van het ene naar het andere station kan verzonden worden wanneer de omstandigheden hiertoe geschikt zijn, bijvoorbeeld wanneer de last is samengesteld en de tractie-elementen gereed zijn om het slepen ervan te verzekeren. Een dergelijke exploitatie mag slechts toevallig toegelaten worden; redenen van commerciële economische en technische aard maken het noodzakelijk wel bepaalde uurregelingen op te stellen.

De spoorweg zou geen openbare dienst zijn indien hij, bij het opstellen van de uurregelingen, geen rekening hield met de behoeften van de gebruikers. Het is o.a. van belang dat de verzenders vooraf het uur zouden kennen waarop hun verzendingen zullen kunnen vertrekken en dat de geadresserden al de schikkingen zouden kunnen treffen om de lading in ontvangst te nemen.

Elke trein moet, bovendien, en dat is maar natuurlijk, zo weinig mogelijk kosten. Een improvisatie is niet lonend in de exploitatie. Het is zuiniger uurregelingen op te stellen en er over te waken dat de aan te wenden middelen (personeel, materieel, grondstoffen, enz.) beperkt blijven. Alleen met rationeel opgestelde uurregelingen kan o.a. het vermogen bepaald worden van de machines, die nodig en voldoende zijn om de voorziene last te slepen.

Tenslotte, moeten de treinen, tijdens hun rit, talrijke gevaarlijke punten (vertakkingen, kruisingen, overwegen, enz.) overschrijden. Hoe zouden de seingevers, zonder de uurregelingen, hun beschermingstaak normaal kunnen vervullen?

 Een uurregeling ontwerpen is niet gemakkelijk

Wanneer de noodzakelijkheid van een nieuwe trein goed vaststaat, bepaalt men de categorie van de trein, die het best past om de betrokken vervoeren te verzenden, men kiest de te volgen reisweg en men stelt de uurregeling op, rekening houdend o.a. met:

  • De behoeften en de belangen van het verzendingsstation;
  • Het opnemen van wagens onderweg;
  • De te verzekeren aansluitingen in de vertakkings- of bestemmingsstations;
  • De verkeersmogelijkheden [1];
  • De uitwijkingen (rechtstreeks of door achteruitrijden), de kruisingen of het voorbijrijden;
  • De opening van de lijnen, de stations, de blokken en de draaibruggen;
  • De versnijdingen (een tussenruimte van ten minste drie minuten moet voorzien worden tussen de doorrit van de beide treinen aan de vertakking);
  • Het sleepmiddel dat bepaald zal worden in overleg met de dienst van de beurtregeling der locomotieven op de Directie van het Materieel en de Aankopen (indien de te vervoeren last te hoog is voor het vermogen van een locomotief, dan moet een bijkomende tractie voorzien worden hetzij op het ganse traject, hetzij op de sectie met ongunstig baanprofiel);
  • De aflossingen van machine of personeel indien de afstand heen en terug of de duur van de dienst meer dan een prestatie vereist in het kader van de reglementering der prestaties van het rijdend personeel;
  • In voorkomend geval, de watervoorzieningen op plaatsen te bepalen in overleg met de Directie M.A.;
  • De eventuele verplaatsing der locomotief van kop naar staart, het draaien der stoomlocomotieven en hun oriëntering (de snelheid van een trein gesleept door een locomotief met tender vooruit, mag niet hoger liggen dan 40 km per uur);
  • Het verkeer op de lijnen met enkel of met dubbel spoor, op de sidinglines [2] en op de lijnen met vereenvoudigde exploitatie.

Dat is het werk van de bureaus 13.11 en 13.12 van de Exploitatie.

Maar de uurregeling van een trein kan slechts opgesteld worden op voorwaarde dat men de type-uurregeling kent die in de beschouwde verbinding moet toegepast worden. Hieronder verstaat men de uurregeling, die de rittijden opgeeft voor al de baanvakken van de lijn waarop een gegeven last tegen een gegeven snelheid en met een bepaald locomotief type moet rijden. Het is, theoretisch, de gunstigste uurregeling die in normale omstandigheden kan verwezenlijkt worden, met andere woorden, die welke het hoogste rendement geeft. Zij houdt rekening, niet alleen met de lengte van de te berijden baanvakken, maar tevens met de bijzonderheden van de lijn, de hellingen, de dalingen, de bochten, het snelheidsregime op de bereden lijn, de bestendige vertragingen, enz. Het berekenen van de type-uurregeling behoort tot de bevoegdheden van de Directie M.A.

 De hulp van de grafieken

Om de uurregeling van een trein op oordeelkundige wijze te kunnen opstellen, hebben de spoorwegondernemingen de grafische voorstelling aanvaard, omdat met dit middel een klaar en duidelijk beeld kan gegeven worden van de verschillende verkeersstromen, die op een lijn bestaan. De door de netten gebruikte systemen verschillen in hun bijzonderheden, maar het principe is overal en voor alle hetzelfde.

Bij de N.M.B.S. omvat het hoofd van de grafieken:

  • Het nummer van de lijn (de nummering der lijnen voor de bedienden die de grafieken gebruiken, is niet dezelfde als de nummering van de lijnen die voorkomt in de reisgids bestemd voor de reizigers);
  • De datum sedert wanneer het document geldig is;
  • De uitleg van de verschillende tekens, die in de rand van het cliché voorkomen.

De kanttekeningen vermelden:

Langs de linkerkant:

  1. De stations, de stopplaatsen, de aanhorigheden, de verbindingen gelegen in volle baan en de vertakkingen, die men op de beschouwde lijn volgens topografische volgorde tegenkomt;
  2. De afstanden van station tot station;
  3. De samengetelde afstanden te rekenen van het begin van de lijn af.

Langs de rechterkant:

  1. De afstanden tussen de blokposten;
  2. Het nummer van deze blokposten;
  3. Dezelfde aanduidingen als die welke onder nr 1 voorkomen:
  4. De telegrafische afkorting van de stations;
  5. Een verkleind schema van de installaties en wijksporen [3];
  6. De ligging van het ontvanggebouw;
  7. De doormeter van de draaischijven;
  8. De aanwezigheid van water zuil en.
Hoe moet men die grafieken lezen?

Het hoofdschema van de grafiek is onderverdeeld, van links naar rechts en van boven naar onder, door evenwijdige lijnen die overeenstemmen:

  • De eerste niet de 24 uren van de dag; elke uurruimte is, bovendien, onderverdeeld in zes gelijke delen die een tijdsverloop van tien minuten voorstellen dat zelf door dunne strepen in vakken van twee minuten werd verdeeld [4];
  • De tweede met de stations, de stopplaatsen en de verbindingen die in de kanttekeningen van de grafiek zijn aangeduid.



De schets van het verkeer verschilt naargelang de aard van de beschouwde treinen: de onderbroken strepen hebben betrekking op de goederentreinen en op hun rit; de volle strepen op de reizigerstreinen.

De nummers van de treinen en hun verkeerskenmerken worden op hun respectieve strepen aangeduid. Op de plaats die overeenstemt met het in de uurregeling voorziene uur, vertrekt de streep van op de lijn waarop het vertrekstation ligt en loopt naar het volgende station dat zij op de voorziene minuut bereikt, en zo voort. Indien op een bepaalde plaats gestopt wordt, wordt de streep onderbroken op de minuut van aankomst en hervat op de minuut van vertrek in de richting van het volgende station.

 De publikatie van de uurregelingen

Ofschoon de organisatie van de treindienst zo bestendig mogelijk moet blijven, zijn menigvuldige wijzigingen nochtans onvermijdbaar. Zij spruiten o.a. voort uit de trafiekschommelingen, de wijzigingen aangebracht in de dienst der reizigerstreinen, een betere benutting van de aangewende middelen, de vereenvoudiging of de wijziging van de installaties op de lijn of in de stations, de noodzakelijkheid de cliënteel voldoening te schenken.

De Directie E publiceert die wijzigingen langs bulletins of circulaires, al naargelang het voorlopige of definitieve veranderingen betreft. Deze ruchtbaarheid kan periodisch of toevallig gegeven worden.

Het handboek van de uurregelingen der goederentreinen verschijnt tweemaal ’s jaars, zoals de reisgids der reizigerstreinen. Tegen de datum waarop het nieuwe handboek geldig wordt, vervangt de Directie E al de uurregelingsdocumenten. Over ’t algemeen, worden de wijzigingen, die toegepast werden tijdens de geldigheidsduur van de vorige uitgave, in de nieuwe documenten ingelast terzelfder tijd als de reorganisatiemaatregelen waarvan het van kracht worden kan samenvallen met de geldigheidsduur van de nieuwe uitgave. De in de dienst aangebrachte wijzigingen krijgen tevens al de gewenste ruchtbaarheid.

De wijzigingen waarvan men de ruchtbaarmaking niet kan uitstellen tot op het ogenblik waarop de documenten vernieuwd worden, worden gepubliceerd en uitgereikt aan al de diensten gelegen op de lijn of het baanvak dat bij de wijzigingen betrokken is. In een uitzonderlijk dringend geval, gebruikt men een telegramcirculaire voor de aankondiging van de wijzigingen, die onmiddellijk moeten van kracht worden; deze worden nadien in de volgende circulaire ingelast.

 De controle

Bij het uitwerken van de uurregelingen der goederentreinen moet men er naar streven dat de dienst kan verzekerd worden met het maximum aan regelmatigheid, enerzijds, en met het minimum aan uitgaven, anderzijds.

Daarom dringt een controle van het verkeer en van de last der treinen zich op. Zij heeft als hoofddoel de storingen te vermijden veroorzaakt door de vertragingen en zo nabij mogelijk het evenwicht te benaderen tussen de actiemiddelen en de omvang van het te verzekeren transport. Het is klaar dat de ontwrichting van de basisdienst zich uit in een deficitaire benutting van de locomotieven, in een gevoelige toename van de losse ritten en in teleurstellingen van de cliënteel. Dergelijke onvruchtbare uitgaven, die het spoorwegbudget zwaar belasten, moeten vermeden worden door de regelmatigheid van het verkeer der goederentreinen te verzekeren en door het vermogen van de voor de sleepdienst aangewende locomotieven tot een maximum te gebruiken.

De bedrijvigheid, het initiatief en de waakzaamheid van het personeel der bureaus 13.11 en 13.12 liggen aan de basis van de regelmaat en de veiligheid in de uitvoering van de treindienst.


Bron: Het Spoor, september 1960


[1Aldus moeten de uurregelingen zodanig opgesteld worden dat twee treinen, die in dezelfde richting rijden, zich niet terzelfder tijd in eenzelfde bloksectie kunnen bevinden. Welnu, er bestaat een grote verscheidenheid van uurregelingen niet alleen onder die van de reizigerstreinen, maar tevens onder die van de goederentreinen. Wanneer een trein, met trage rit een volgende trein, die tegen een hogere snelheid rijdt, zou kunnen hinderen, is het nodig de eerste trein te doen stoppen in een station voorzien van voldoende installaties om de tweede in staat te stellen hem zonder vertraging voorbij te rijden. Wat de verkeersmogelijkheden betreft binnen de stations met drukke trafiek, kan het uur, waarop de trein zal voorbijrijden, slechts bepaald worden in overeenstemming met de stationschefs, die de dienst dienovereenkomstig zullen moeten organiseren of een aanpassing van de uurregeling zullen moeten voorstellen, indien de plaatselijke omstandigheden zulks vereisen.

[2Omloopspoor geplaatst naast een hoofdspoor, dat dient om het verkeer te ontlasten op de plaatsen waar het bijzonder druk is.

[3De lijst 58 van Boekdeel III van het Handboek der Treindiensten duidt aan, station per station, de bijzonderheden van de wijksporen gelegen op de lijnen met enkel en met dubbel spoor. Met deze inlichtingen kunnen de uurregelingen uitgewerkt worden in functie van de mogelijkheden tot uitwijken op de lijnen met dubbelspoor en tot kruisen op de lijnen met enkelspoor.

[4Naargelang de lijnen een min of meer drukke verkeerstrafiek vertonen maakt men de grafieken niet op een enkele plaat van 24 uur, maar op 2, 3 of 4 platen voor opeenvolgende perioden van 12, 8 of 6 uur; door deze verdeling van de platen kunnen de schetsen ruimer aangebracht worden zodat zij gemakkelijker te ontcijferen zijn.