Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Een nacht in de bijenkorf van Thurn en Taxis

Een nacht in de bijenkorf van Thurn en Taxis

A. Gies, stationsfacteur.

maandag 21 april 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Klokslag 22 h. vangt de nachtploeg haar werk aan. Naargelang dit uur nadert, stroomt uit alle hoeken van hel land het personeel toe. Onophoudelijk flitsen fietsers, brommers en motorrijders door de brede toegangspoort. Intussen trekken onafgebroken groepjes nachtwerkers te voet van Brussel-Noord naar “Thurn en Taxis”.

De bestellers laden de viscolli op nadat deze door de laders geklassserd werden.

Rondom de kleedplaatsen heerst een drukte van belang. Boven het geroezemoes weerklinkt plots sirenegeloei door de luidsprekers. Het werk op de perrons valt stil: de mannen van de namiddagdienst mogen huiswaarts keren. Met een breed gebaar wuiven zij naar hun achterblijvende kameraden.

Dezen stellen zich op voor de verzameling. De factagechef doet de naamafroeping en geeft de instructies. Het personeel is voltallig; het werk kan beginnen!

Met ploegen van drie: een ladersbaas en twee laders, worden de wagens geladen die straks zullen vertrekken. Op elk perron oefent een stationsfacteur toezicht uit, terwijl een politie-officier eveneens een oogje in het zeil houdt. Overal heerst er weldra een koortsachtige bedrijvigheid. Heftractors goochelen met zware lasten en metalen laadbakken. Stevig aan elkaar gekoppeld trekken elektrische tractors lange slierten wagentjes waarop alle denkbare voorwerpen afkomstig uil het binnen- en buitenland gestapeld zijn. Af en toe weerklinken oproepen door de luidsprekers. Daverende diesellocomotieven slepen wagens in en uit. Stouwers, treintjesvormers, boxklasseerders en rangeerders, allen meesters in hun vak, zijn duchtig in de weer. Ondertussen, verzekeren twee autobestuurders de navettedienst der goederen tussen de voornaamste stations van Brussel.

In de bureaus worden hele stapels verzendingsbulletins gereedgemaakt. Een estafette wacht er ongeduldig om de ingeschreven papieren zo snel mogelijk naar de vorming over te brengen. Heel de nacht door zal hij de renbode zijn tussen de factage en het aankomstbureau. Uit zijn handen zal de aantekenaar de borderellen van de te lossen wagens ontvangen.

In het midden van een bureau zitten de “punters” op één rij. Dit zijn de specialisten van de besteldienst. Noem gelijk welke straat in het Brusselse en dadelijk zeggen zij u het nummer van de besteller die deze straat bedient. Naargelang van het adres, brengen zij het nummer van de afleveraar op de verzendingsbulletins aan. Bij het lossen van de wagens schrijft de ladersbaas dit nummer met krijt op de goederen die nadien volgens dit krijtmerk gerangschikt worden in de 96 perronvakken, waar zij door de bestellers worden opgeladen.

Naast de “punters” zit een bediende door wiens handen iedere nacht honderden bulletins schuiven die hij in een recordtempo netjes rangschikt en van een datumstempel voorziet.

Wat verder werken de “inschrijvers” achter lange tafels voorzien van genummerde rekken. Zij rangschikken en schrijven de zendingen in, die aan huis besteld worden.

Om 2 uur krijgt het personeel twintig minuten schafttijd. In de ruime eetzaal komen de tongen los. Er wordt gediscussieerd en gezwansd in een mengelmoes van alle mogelijke dialecten. Het lijkt er soms wel een toren van Babel.

Intussen staan de wagens zeevis al te wachten om gelost te worden op de “visramp”, en even na 4 uur wordt het station overrompeld door de fruit- en groentehandelaars. In een ware marktatmosfeer worden de ingevoerde vruchten, na douanecontrole, gelost op de perrons l en II.

De drukte in het station schommelt naargelang van het seizoen en de verschillende activiteiten in de hoofdstad. Belangrijke handelsgebeurtenissen, zoals internationale jaarbeurzen, auto-, landbouw- en voedingssalons beïnvloeden aanzienlijk het werk.

Lossen van vroege vruchten en groenten.

Neen, van eentonigheid kan hier geen sprake zijn. Daarvoor zorgen, onder andere, ook de levende dieren die regelmatig aangevoerd worden: ratten en muizen bestemd als “proefkonijnen” voor de wetenschappelijke laboratoriums, zang- en siervogels, duiven, honden, apen, schildpadden... Dat de spoorweg ook op dit gebied zijn rol van internationaal transportmiddel eer aandoet, bewijzen de twee prachtige pelikanen die, deze nacht, uit Moskou aankwamen. Af en toe zorgen deze “levende colli” wel voor wat sensatie. Vele oudere bedienden zouden, trouwens, tragikomische verhalen kunnen vertellen over een koe die heel de vorming op stelten zette en een varken dat lustig over de perrons rondtoerde.

In dit bedrijvige station zijn de nachten een ketting van drukke prestaties die het economische leven van de hoofdstad aan de gang houden. Want weldra zullen van hieruit talrijke groene bestelauto’s de hoofdstad doorkruisen om hun waren af te leveren, terwijl de werkers van de nacht nieuwe krachten opdoen om paraat te staan voor de volgende taak.

Zij, de nachtwerkers, evenals hun collega’s die bij het krieken van de dag het gareel overnemen, houden de banier van “Thurn en Taxis” hoog en maken van dit station een van de voornaamste levensaders, niet alleen van Brussel maar van gans België.


Bron: Het Spoor, februari 1961