Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Pas op! De bovenleiding is buiten spanning

Pas op! De bovenleiding is buiten spanning

R. Verhelst.

maandag 28 april 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 De elektrificatie stelt nieuwe problemen

Boven onze sporen neemt het web van de bovenleidingen meer en meer uitbreiding. Dit nieuwe uiterlijk van ons net doet ook nieuwe technische problemen oprijzen. De bovenleidingen moeten, immers, zoals elk onderdeel van de vaste of rollende spoorweguitrusting, regelmatig onderhouden en, eventueel, hersteld worden.

Seinhuis III te Brussel-Noord.
Het bord is aangebracht in de metalen wand van de relaiskamer ter hoogte van het centraal toestel voor de bediening van de wissels en seinen.

Het spreekt vanzelf dat zij, tijdens dergelijke werken, niet onder spanning mogen staan en dat de seinen, die toegang verlenen tot de buiten spanning gestelde vakken van de bovenleiding, in gesloten stand moeten blijven. Het onderhoudspersoneel moet immers in volle veiligheid kunnen werken en men mag, bovendien, niet vergeten dat een toevallige rit van een elektrische locomotief, van een vak onder spanning naar het vak buiten spanning, ernstige beschadigingen aan de bovenleiding zou kunnen veroorzaken [1]

Blokpost 14 te Antwerpen-Centraal.
Het bord is tegen een der zijmuren van het gebouw bevestigd op het niveau van de seingevers.

 Een oplossing voor dit probleem

Om dit doel te bereiken, kan men, op de betrokken seinhuizen, al de reiswegkrukken, die tot het af te grendelen vak toegang verlenen, mechanisch vastzetten. In volle baan is deze beveiliging betrekkelijk eenvoudig, doch de bewerking wordt heel wat moeilijker als het gaat om beperkte vakken in grote stations. Als men, inderdaad, weet dat in bepaalde gevallen niet minder dan dertig reiswegkrukken moeten geblokkeerd worden, dan geeft men er zich gemakkelijk rekenschap van dat deze methode niet alleen zeer tijdrovend is, maar bovendien, bij de minste vergissing van het personeel, een zeer gevaarlijke toestand in het leven kan roepen.

Seinhuis l/ll te Brussel-Noord.
Het bord is op een holle metalen kolom gemonteerd en bevindt zich rechtover de dienstleider van de instelling.

 Een andere oplossing

Om buiten spanning zijnde bovenleidingen op een snellere en meer efficiënte wijze te kunnen afdekken, gebruikt men daarom thans in tal van seinhuizen “borden tot beveiliging van de bovenleidingen”.

Blok 5 te Mechelen.
Het bord is, samen met andere apparatuur, aangebracht boven de schrijftafel van de dienstleider. Op dezelfde figuur bemerken we ook de bedieningslessenaar (rechts) en het optisch controlebord (bovenaan).

Zoals men op de foto’s kan merken, nemen deze borden, naargelang van de plaatselijke omstandigheden, verschillende vormen aan. Ze bestaan in hoofdzaak uit de voorstelling van het tracé der bovenleidingen waarvan de verschillende vakken genummerd en door middel van diverse kleuren aangeduid worden. De hoofddrukknoppen zijn in groep en buiten het tracé der bovenleidingen opgesteld; er zijn zoveel hoofddrukknoppen als er vakken in de bovenleiding zijn en iedere hoofddruknop draagt het nummer van het overeenstemmend vak. Op de scheiding van deze vakken vindt men, daar waar de isolatoren in de bovenleiding zijn aangebracht, de individuele drukknoppen, die elk voorzien zijn van een in normale omstandigheden niet aangestoken lampje.

 Hoe werkt deze uitrusting?

De “borden tot beveiliging van de bovenleiding” worden onder een gelood deksel geplaatst omdat hun bediening alleen aan bevoegd personeel wordt toevertrouwd. Men moet ze dus vóór elke bewerking ontloden en ze, na de beëindiging der werken, herloden.

Seinhuis I te Brussel-Zuid.
Het is een gelijkaardige opstelling als deze in het seinhuis l/ll te Brussel-Noord, maar het bord bevindt zich aan het linkeruiteinde van het centraal toestel. Boven ziet men het bord met gesloten deksel; beneden, hetzelfde bord maar met opgelicht deksel.

Om al de seinen die tot een buiten spanning gesteld vak toegang geven te blokkeren, is het voldoende de hoofddrukknop te bedienen die het nummer van dit vak draagt. Onmiddellijk volgt de aansteking van al de individuele knoppen die het vak afbakenen waardoor het bewijs geleverd wordt dat al de betrokken seinen in gesloten stand gehouden worden (zie fig. 1 wat het vak 248/12 betreft).

Fig. 1.

Dient er nu echter een niet elektrisch gesleepte beweging over het buiten spanning gestelde vak te gebeuren, dan moet men eenvoudig, na eerst het onderhoudspersoneel verwittigd te hebben, de individuele knoppen indrukken die de te volgen reisweg begrenzen. Hun lampjes worden gedoofd en het overeenstemmend sein kan voor de uit te voeren beweging worden open gesteld (zie fig. 2 voor de beweging van A naar B. De individuele knoppen 2 en 26 zijn ingedrukt). Na de beëindiging van deze beweging, herstelt men de volledige beveiliging van het vak door opnieuw de betrokken hoofddrukknop te bedienen.

Fig. 2.

Is het vak weer onder spanning gebracht dan moet ook het hernemen van alle treinverkeer, met inbegrip van dat voorzien van een elektrisch tractiemiddel, mogelijk gemaakt worden. Om dit te bekomen, drukt men al de individuele knoppen van het vak in.


Bron: Het Spoor, april 1961


[1Als een onder spanning gebleven vak door tussenkomst van de pantograaf, over de isolator in verbinding gesteld wordt met een buiten spanning gesteld en aan de aarde verbonden vak, ontstaat er een zeer grote elektrische stroom die de bovenleiding kan doen smelten.