Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Voetgangerstunnels nabij het centraal station te Brussel

Voetgangerstunnels nabij het centraal station te Brussel

maandag 19 mei 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De Noord-Zuidverbinding mag bogen op een succes dat de verwachtingen ver overtreft. Sedert haar indienststelling in 1952, nam het verkeer in het station Brussel-Centraal toe van 24.000 tot ongeveer 100.000 reizigers per dag, met twee belangrijke spitsen, de ene tussen 7 en 9 uur, de andere tussen 16 en 19 uur.

Deze spitsen vallen samen met het auto-, tram- en busverkeer rond het station. Hierdoor ontstond een zeer gevaarlijke toestand voor de voetgangers.

De tunnels, die op 8 juni 1961 ingewijd werden, behoren tot de zeldzame grote ondernemingen die in de agglomeraties speciaal ten behoeve van de voetgangers werden opgevat en uitgevoerd. Zij betekenen een onontbeerlijke aanvulling van het grootse werk dat het Nationaal Bureau van de Noord-Zuidverbinding tot stand heeft gebracht.

De onderaardse gangen strekken zich uit over een totale lengte van 340 meter. Zij zijn 3 meter hoog en 5 tot 8 meter breed. Zij worden bereikt langs zeven trappen, vier roltrappen — ieder met een capaciteit van 8.000 personen per uur —, en twee lichte hellingen met een breedte van 4,5 meter.


Bron: Het Spoor, juli 1961