Homepagina > Het Spoor > Filatelie > De spoorwegzegels

De spoorwegzegels

R. Bernier.

maandag 23 juni 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 Een blik terug.

In de kinderjaren van de “Staatsspoorwegen” werden alle goederenzendingen ingeschreven: bij vertrek, als de vrachtprijs werd vooruitbetaald, bij aankomst, als hij slechts achteraf werd gekweten. De dienst van Toezicht over de Ontvangsten ging, per bestemming, na of de door de stations bijgehouden lopende rekeningen wel degelijk klopten.

Naarmate van de groei van het spoorwegnet en de bloei van de handel werd dit stelsel steeds meer ingewikkeld en daardoor steeds duurder.

Het Beheer der Staatsspoorwegen bracht dan ook nog vóór de eeuwwisseling, voor de zendingen kleine colli met zeer gering gewicht, een nieuw stelsel in zwang: het frankeren bij vertrek met op de verzendingsbulletins te plakken “waardezegels”.

De eerste spoorwegzegels werden in 1879 gedrukt in de werkplaatsen van de gebroeders GOUWELOOS te Brussel.

Zes waarden van 10, 20, 25, 50, 80 centiem en 1 frank volstonden in die tijd.

Van het jaar 1882 af werden de spoorwegzegels gedrukt op de persen van de Postzegelwerkplaats te Mechelen.

Onder en onmiddellijk na de eerste wereldoorlog, moest men een beroep doen op de private industrie; zo verscheen in 1916 een uitgifte genaamd “van Le Havre”, in 1920 een andere “van Londen”, allebei vervaardigd door de firma Waterlow and Son te Londen, en in 1922 werd een reeks gedrukt bij John Enschede en Zonen te Haarlem.

De afbeeldingen, die door befaamde kunstenaars werden getekend en gegraveerd, stellen meestal spoorwegonderwerpen voor: gevleugeld wiel, alle typen van stoomlocomotieven, kunstwerken, spoorwegberoepen, enz.

 Evolutie van het systeem.

Niet alleen is het frankeren met spoorwegzegels veel praktischer dan het boeken van de ontvangsten in registers; maar door het gebruik van plakzegels wordt de afzenders bovendien de mogelijkheid geboden zelf hun zendingen te frankeren. Van haar stichting af heeft de N. M. B.S. dit stelsel dan ook uitgebreid; vooreerst tot alle stukgoedzendingen zonder gewichtsbeperking, mits betaling van de vrachtprijs bij vertrek, vervolgens tot de stukgoedzendingen waarvan de vrachtprijs bij aankomst wordt geïnd, evenals tot de zendingen reisgoed in binnenverkeer.

 Van frankeermachines tot... de elektronika zonder zegel.

Het binnenverkeer van stukgoed bereikt maandelijks ongeveer 1.500.000 zendingen.

Om deze bewerkingen nog te bespoedigen heeft de Maatschappij achtereenvolgens in een vijftigtal belangrijke stations frankeermachines in dienst gesteld. Zij heeft, daarenboven, talrijke firma’s gemachtigd zelf hun zendingen te frankeren met behulp van machines die alle nodige waarborgen bieden, wat de aannemingsverrichtingen in de betrokken stations vereenvoudigt en bespoedigt.

Te Brussel Thurn en Taxis werd evenwel nog verder gegaan.

In dit station alleen worden dagelijks ongeveer 13.000 zendingen, hetzij plusminus 40.000 colli, ten vervoer aangeboden, die in een zeer kort tijdsverloop, zegge ongeveer vijf uur, dienen bevracht, gelotisseerd, van etiketten voorzien en gefrankeerd; omstreeks 17 uur is het er vooral zeer druk.

Vroeger werden deze bewerkingen grotendeels met de hand uitgevoerd, met gebruik van zegels, frankeermachines en een factureermachine.

Thans beschikt Brussel T. T. over een elektronische apparatuur die, door aanwending van als vervoerbescheid dienende ponskaarten, alle bewerkingen voor een drieduizendtal vaste klanten in recordtempo uitvoert. In geen enkel ander Europees land wordt, op de stukgoedzendingen in binnenverkeer, zulk volledig, eenvoudig, snel en goedkoop frankeerstelsel toegepast. Dit komt vooral de cliënteel ten goede. Bovendien biedt het de vaste klanten het grote voordeel niet langer dagelijks vrachtkosten te moeten betalen, daar deze elke afzender per tiendaagse periode worden aangerekend.

 Het Filatelistisch Centrum.

Onze al dan niet gestempelde, zowel nieuwe als oude spoorwegzegels worden door de verzamelaars zeer gezocht en vinden overal ter wereld een flinke afzet. Dit is een uitzonderlijk geval, te danken aan het feit dat van alle spoorwegzegels alleen de Belgische, krachtens op de congressen der Wereldpostunie gesloten conventies, in plaats van postzegels worden gebruikt voor het frankeren van postcolli in internationaal verkeer.

Ons Filatelistisch Centrum te Brussel-Centraal staat dan ook bij de kopers goed bekend. Ze kunnen zich daar de gangbare nieuwe zegelreeksen aanschaffen. Wat de afgestempelde spoorwegzegels betreft, deze komen niet rechtstreeks, zoals de postzegels, onder het publiek terecht. Ze worden inderdaad aangebracht op bescheiden die in het bezit van de N.M.B.S. blijven. Deze laatste verkoopt ze slechts periodiek, bij in de pers aangekondigde aanbestedingen.

De eerste druk van 1879 werd nog gevolgd door zo wat 25 andere reeksen, de variëteiten en de reeksen met overdruk niet meegeteld. Daarin zijn begrepen de speciale uitgiften ter gelegenheid van bepaalde heuglijke gebeurtenissen, zoals het eeuwfeest van de Belgische Spoorwegen, de 25e verjaring van de oprichting van de N.M.B.S., het 75 jarige bestaan van de “Internationale Vereniging van het Congres der Spoorwegen”.

De waarde van enkele ongestempelde zegels uit de vroegste reeksen bereikt thans verscheidene duizende van onze hedendaagse franken; andere, al dan niet gestempelde zegels zijn praktisch onvindbaar geworden en zijn zelfs niet meer genoteerd in de catalogi van de gespecialiseerde zegelhandelaars.

Een schier volledige verzameling van sedert de vorige eeuw uitgegeven zegels wordt in ons Spoorwegmuseum tentoongesteld.


Bron: Het Spoor, maart 1962