De aanvangsjaren van de spoorwegen op het vasteland

Op 7 december 1835, zeven maanden na België, werd de eerste spoorweg in Duitsland plechtig voor het verkeer geopend. Hij werd aangelegd in Beieren, tussen Neurenberg en Fürth, en “ingereden” door de locomotief “Adler” (Arend), die door R. Stephenson werd geleverd; de aanleg van de lijn door Paul von Denis, duurde acht maanden. Op 29 oktober 1838, werd de lijn Berlijn - Potsdam ingewijd. In 1839 werd Leipzig met Dresden verbonden; voor deze lijn hadden de werkplaatsen van Ubigau, bij Dresden, in dat zelfde jaar de eerste Duitse locomotief “Saxonia” gebouwd. In 1842 werd de lijn Keulen - Aken tot België doorgetrokken.

Weldra zou ook Rusland belangstellen in het nieuwe vervoermiddel. Op 30 oktober 1837 werd de lijn St.-Petersburg [1] - Pavlosk door een Hackworth-locomotief geopend. Achteraf werden de locomotieven, op bevel van Keizer Nicolaas I, voorzien van een stel van elf trompetten en een trombone om het publiek voor de naderende trein te waarschuwen! De lijn St.-Petersburg - Moskou, die 600 km lang is, werd op 7 mei 1847 ingewijd.

Oostenrijk maakte kennis met de stoomtractie toen, op 17 november 18)7, het baanvak Florisdorf - Wagram van de “Kaiser Ferdinand Nordbahn” werd geopend, waardoor de verbinding tussen Wenen en Galicië tot stand kwam. In 1844 reisde men per trein van Wenen naar Graz.

In Italië kwam de eerste spoorweg klaar op 4 oktober 1839, tussen Napels en Portici.

Nederland opende de eerste lijn op 20 september 1839 tussen Amsterdam en Haarlem.

Zwitserland, ten slotte, verbond Zurich met Bazel op 9 augustus 1847.