Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Wagens > Het internationaal goederenvervoer: de verrekeningen onder spoorwegbeheren

Het internationaal goederenvervoer: de verrekeningen onder spoorwegbeheren

E. Lommel.

maandag 29 december 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

U heeft zich wellicht al eens afgevraagd hoe de spoorwegen hun wederzijdse schulden en tegoeden uit het internationaal goederenvervoer onderling regelen. Graag willen wij U dan ook een en ander over deze kwestie vertellen. Om dit zo begrijpelijk mogelijk te doen, nemen wij ons voor eenvoudig weg een internationale zending te volgen.

Laten wij veronderstellen dat U, per spoor, goederen van Brussel naar Rome moet versturen. Het is de eerste maal dat U het doet en U voelt zich enigermate onzeker. Waarom? Duizenden zendingen — van de meest uiteenlopende aard en waarvan het gewicht van enkele kilogrammen tot verscheidene honderden tonnen varieert — vertrekken immers elke maand uit onze stations naar het buitenland, komen ons toe uit den vreemde of worden over onze lijnen in transit vervoerd.

Het dichtst bijgelegen Handelsagentschap van de N.M.B.S. of het personeel van het naburig station zullen U graag raad geven en U terzake helpen.

U bezit de vereiste vergunningen om de goederen te exporteren en om ze in Italië in te voeren. De goederen bevinden zich in het station, daar ze door de spoorweg bij U ten huize werden afgehaald of dat U ze zelf ter plaatse bracht.

 De vrachtbrief.

De bediende belast met de aanneming overhandigt U een internationale vrachtbrief. Dit formulier omvat vijf op elkaar geplaatste bladen met dezelfde aanduidingen, die elk hun eigen bestemming hebben. Ze worden met carbonpapier gelijktijdig ingevuld.

Wat moet erop vermeld worden?

Het vervoer moet onder bepaalde voorwaarden gebeuren. Het is dus wan belang die voorwaarden vast te leggen, zodat al de betrokken partijen — de afzender, de spoorweg en de geadresseerde — die elk een exemplaar van de vrachtbrief ontvangen, er kennis van hebben en zich ernaar kunnen schikken.

Er dient namelijk te worden opgegeven: het station van bestemming, de naam en het adres van de geadresseerde, de eventuele aanvraag van bijkomende prestaties (wegen, tellen, laden, afdekken van de wagen, enz...) het gewicht en de benaming van de goederen en hun presentatie (aard der verpakking, aantal colli, nummer van de wagen, wanneer het om een “wagenlading” gaat), de datum, uw naam en adres.

Daarna komen de voorschriften voor de betaling van de diverse kosten. De kosten voor het vervoer van goederen naar het buitenland mogen naar believen van de afzender in hun geheel of gedeeltelijk door hem of door zijn geadresseerde betaald worden. In de rubriek “frankeringsvoorschriften” worden de door U verkozen betalingsmodaliteiten aangegeven: “franco alle kosten” [1], “niet franco”, “franco voor zoveel frank”, enz...

Het staat U vrij het vertrekstation te verzoeken U onmiddellijk de kosten te betalen die U wegens deze zending reeds gedragen hebt, zoals de kosten voor het afhalen, voor het opslaan der goederen of voor uw bemiddeling, die dan in de rubriek “voorschot” aangegeven worden. U kan ook vragen dat de goederen slechts aan de geredresseerde mogen afgeleverd worden tegen betaling van hun verkoopwaarde waarvan U het bedrag in de rubriek “remboursement” zal vermelden. Ten slofte zullen de tarieven aangegeven worden waarvan U de toepassing vraagt alsmede de door de zending te volgen reisroute.

Nadat hij zich ervan vergewist heeft dat de vrachtbrief goed ingevuld werd en dat de documenten voor de douane bijgevoegd zijn, drukt de bediende de datum-stempel van het station op de bladen van de vrachtbrief. Precies op dat ogenblik is het vervoercontract afgesloten. Worden door U geen kosten betaald dan wordt U het blad “duplicaat-vrachtbrief” dadelijk als ontvangbewijs overhandigd; indien U wel kosten betaalt dan worden die eerst op het ontvangbewijs vermeld alvorens het U afgegeven wordt.

 Vrachtberekening.

De vrachtberekening geschiedt op grond van de gegevens van de vrachtbrief (aard en gewicht van de goederen, gevraagd tarief, te volgen reisweg, enz..,). Volgens het geval wordt de zending bevracht hetzij voor het enkel Belgisch of Belgisch-Luxemburgs parcours tegen de prijzen van het binnenlands tarief van de N.M.B.S. hetzij tegen het van toepassing zijnde internationaal tarief.

Onder “internationaal tarief” verstaat men het tarief dat eenheidsprijzen aangeeft welke naast het parcours van het net van vertrek ook het parcours van een of meer opeenvolgende vreemde netten dekken. Die enheidsprijzen kunnen “globaal” zijn voor de totale reisweg door het tarief gedekt of “gesplitst” voor elk der betrokken nationale reiswegen.

Van de verzender naar de geadresseerde, met een gamma van betalingsmogelijkheden : de kosten betreffende het vervoer kunnen, naar believen van de verzender, geheel of gedeeltelijk door hem ze/f of door geadresseerde betaald worden.

De door het station van vertrek berekende kosten worden op de vrachtbrief vermeld: die welke door de afzender dienen betaald te worden, in de kolom “vooruitbetaald”; die door de geadresseerde te dragen, in de kolom “te ontvangen”. Het bedrag van de door de afzender betaalde kosten wordt als “ontvangst” in het kasboek van het station ingeschreven. Het voorschot en het remboursement worden er als “uitgave” geboekt.

 Frankeringsnota - Naneming.

Wanneer de afzender op de vrachtbrief vermeldt dat hij, naast de kosten die het station van vertrek bij de aanneming heeft kunnen bepalen en incasseren, ook andere kosten zal dragen die nadien, tijdens het vervoer zullen ontstaan, dan voegt het vertrekstation bij de vrachtbrief een debetbericht — “frankeringsnota-naneming” genoemd — waarop, onderweg, de betrokken stations achtereenvolgens de kosten aantekenen die ze in rekening brengen en die door de verzender moeten worden betaald. Het station van aankomst boekt niettemin die bedragen als “ontvangsten”, stuurt het debetbericht terug naar het station van herkomst — dat de opgegeven sommen van de afzender int — en het draagt het kastekort dat hieruit voortvloeit — als aan het station van vertrek voorgeschoten fondsen — op zijn Centrale Administratie over. Die Administratief wordt dan voor dat bedrag door het Beheer van vertrek der zending in de afrekening van het verkeer gecrediteerd (zie hierna).

 Opeenvolgende vrachtberekeningen.

De parcours waarvoor door het station van vertrek geen vrachtkosten werden berekend, worden door de betrokken vreemde stations getaxeerd. Deze kosten worden op de vrachtbrief in de kolom “te ontvangen” ingeschreven en eventueel op de “frankeringsnota-naneming” overgedragen.

Het station van bestemming vergewist zich ervan dat voor elke reisweg door de zending gevolgd, kosten werden berekend en zorgt ervoor dat nalatigheden hieromtrent geregulariseerd worden. Het incasseert van de geadresseerde de door hem verschuldigde kosten, levert hem, tegen aftekening, de goederen af en overhandigt hem de vrachtbrief. Het vervoercontract loopt aldus ten einde.

 Verrekening onder de netten.

Wij hebben zoëven gezien dat, naar gelang de op de vrachtbrief aangegeven voorschriften, het station Brussel voor die zending naar Rome:

  • eensdeels genoodzaakt kan geweest zijn aan de afzender zekere sommen te betalen (voorschot en remboursement) die het station Rome van de geadresseerde moet innen en die de Italiaanse spoorwegen ons dus verschuldigd zijn;
  • anderdeels van de afzender kosten kan hebben geïncasseerd die betrekking hebben op vreemde parcours en voor dewelke wij dan ook bij deze Beheren debiteur staan. Zulks is o.m. het geval wanneer de door de afzender verschuldigde kosten bij vertrek tegen de prijzen van een internationaal tarief berekend worden.

Bovendien, heeft het station Rome van de geadresseerde de kosten geïnd die door hem dienen betaald te worden. De Italiaanse Spoorwegen zijn dus eventueel debiteur van de kosten betreffende vreemde parcours.

Hoe worden thans de wederzijdse schulden en schuldvorderingen die aldus uit de internationale vervoeren ontstaan, onder de verschillende beheren geregeld?

De handelwijze ter zake is de volgende.

Er werd overeengekomen dat de Administratie van aankomst — die gezorgd heeft voor de aflevering der zending en waar het vervoercontract een einde heeft genomen — tot taak heeft de verrekening op te maken van de sommen die aan elk van de in het verkeer geïnteresseerde beheren toekomen, zonder er rekening mee te houden dat de te verrekenen kosten aan het station van vertrek der zending of aan het station waar ze is aangekomen, betaald worden!

Voor de zending uit ons voorbeeld heeft het station Brussel, zoals hierboven reeds gezegd werd, de bij vertrek geïncasseerde vervoerprijs als “ontvangst” en het aan de afzender uitbetaalde voorschot en remboursement als “uitgave” geboekt. Om die ontvangsten en uitgaven ten opzichte van de Directie der Financiën te rechtvaardigen, heeft dat station een staat van de verzendingen moeten opmaken waarop het de bedragen heeft ingeschreven van de kosten die het voor de bewuste zending in rekening heeft gebracht en die het op de vrachtbrief heeft vermeld, dit zijn dus, volgens het geval, de “vooruitbetaalde vracht”, het “voorschot”, het “remboursement” en de “te ontvangen kosten”. Vanzelfsprekend moeten de bedragen die op de staat der verzendingen voorkomen met de concorderende bedragen van het kasboek overeenstemmen.

Per slot van rekening is het uiteindelijk het net van aankomst dat aan het net van vertrek en aan de transit-administraties de bedragen betaalt waarop deze elk afzonderlijk nog recht hebben...

Bij het einde van de maand wordt die staat — welke feitelijk de factuur van de kosten der zending voorstelt — door de Directie der Financiën voor afrekening naar de Italiaanse Spoorwegen gestuurd. Van haar kant stuurt elk van de betrokken transit-administraties haar transit-staat naar het net van bestemming. Op die staten hebben zij de kosten ingeschreven waartoe het vervoer van de zending op hun parcours aanleiding heeft gegeven en die hun stations, bij de doortocht, op de vrachtbrief vermeld hebben.

Nadat het Beheer van bestemming — aan de hand van de geschriften bij aankomst van het station Rome en van een blad van de vrachtbrief, de “geleidebrief” — de juistheid heeft nagegaan van de bedragen die op de respectieve “facturen” van de vertrek- en transitspoorwegen vermeld staan, zal dit net aan elk van de spoorwegen het bedrag betalen waarop het recht heeft, hierbij rekening houdend met de sommen die, zowel bij vertrek als bij aankomst, voor rekening van vreemde Administraties geïncasseerd zijn.

De eigenlijke betaling gebeurt in de nationale munt van de spoorweg aan wie de betaling moet geschieden. Indien de aldus te betalen bedragen in een andere munt dan die van het beheer dat crediteur is uitgedrukt zijn, dan worden die bedragen vooraf in zijn nationale munt omgezet.


Bron: Het Spoor, juni 1967


[1Franco wil praktisch zeggen: “ik verlang te betalen”.