Accueil > Het Spoor > Personeel > Een dynastie van spoormannen

Een dynastie van spoormannen

lundi 25 mai 2015, par rixke

Onder deze titel publiceerde Het Spoor in 1960 een boek van Joseph Delmelle. Dat dergelijke spoorweggeslachten niet alleen in de boeken maar ook in werkelijkheid bestaan, kun je aflezen van de stamboom die wij hiernaast afdrukken.

Joannes Botterman Aalter 1809 Gepensioneerde werkman van de Staatsspoorwegen
Eduard Botterman Aalter 13.7.1844 In dienst op 25.12.1870 Gepensioneerd als lader op 1.3.1907
Thomaes Botterman Aalter 23.8.1853 In dienst op 7.11.1875 Gepensioneerd als bareelwachter op 1.3.1922
August Botterman Aalter 24.4.1875 In dienst op 1.7.1893 Gepensioneerd als ladingmeester op 1.5.1935
Polydor Botterman Aalter 14.11.1891 In dienst op 11.9.1911 Gepensioneerd als bankwerker op 1.1.1952
Georges Botterman Petegem 11.6.1901 In dienst op 11.6.1920 gepensioneerd als e/stationschef 4e klas op 1.9.1962
André Botterman Sint-Joris-ten-Distel 12.3.1916 In dienst op 1.9.1937 Gepensioneerd als e/schrijver op 1.4.1976
Paula Botterman Deurle 10.1.1927 In dienst in 1945 Ontslag als dactylo op 1.4.1951
Christelle Botterman Staden, 30.8.1943 In dienst op 22.10.1964 Hostess in Brussel-Noord

Nu is het best mogelijk dat er verscheidene families zijn waar de fakkel van spoorman van vader op zoon wordt overgedragen, toch lijkt ons deze familie, met in twee takken vijf generaties spoormannen, wel uitzonderlijk. Wij werden heel toevallig op de hoogte gebracht van het bestaan van die “boom”. Inderdaad, bij de tekening die hij maakte als deelneming aan de wedstrijd die de Algemene Directie organiseerde ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de NMBS voegde Hans Mathijs, kleinzoon van Georges Botterman, een vriendelijk briefje waarin hij één tak van die spoorwegfamilie voorstelde. De 13-jarige Hans beloofde ons toen stellig dat hij “als hij groot” is, ook bij de spoorweg zal komen werken. Enkele opzoekingen brachten aan het licht dat de stamvader van de spoormannen Bottermannen, Joannes, twee zonen ertoe had kunnen aanzetten bij de spoorwegen dienst te nemen, die op hun beurt drie generaties een treintje in het hart meegaven.

De oudste nog in leven zijnde spoor-Bottermannen zijn Georges, gepensioneerd e/stationschef 4e kl., en André, gepensioneerd e/schrijver. Georges was eerste klerk en promoveerde dan tot stationschef. Hij werkte achtereenvolgens in Deurle, Beveren a/d IJzer, Moere bij Gistel, Assenede en Machelen a/d Leie. In dit laatste station was hij gedurende 26 jaar chef.

André begon zijn carrière bij de dienst van de Baan, dan werd hij seingever te Kortemark, slaagde voor een examen van klerk en werd gepensioneerd als e/schrijver in het station Brugge. Beide spoormannen bevestigen hetgeen wij reeds vermoedden : zij wisten van mekaars bestaan niets af.

De eerste spoorlijn Brussel-Oostende

Hun gemeenschappelijke voorvader, Joannes, was een van de mannen die de eerste spoorlijnen heeft helpen leggen, volgens de familie o.a. die welke Brussel met Oostende verbindt.

Sedert Joannes bij het spoor werkte, is er heel wat veranderd : stoom moest wijken voor elektriciteit, nieuwe werkmethoden worden toegepast, nieuwe machines worden gebruikt. Alleen de spoormannen zijn dezelfde gebleven.

De geschiedenis van de spoorwegen is dus vóór alles de geschiedenis van spoormannen. De familie Botterman is hier een levende illustratie van. Er wordt soms beweerd dat je wanneer je spoorman wordt als door een virus wordt aangetast. Deze stamboom bewijst datje er zelfs erfelijkt mee kan belast zijn.


Bron : Het Spoor, april 1978