De tunnels en de lijn van de Sint-Gotthard

Te Göschenen bevindt zich de ingang van de 15 km lange tunnel onder het bergland van de Sint-Gotthard. Het aanleggen van de lijn duurde meer dan acht jaar. De tunnel werd aangevat onder leiding van L. Favre. De werken werden begonnen op 13-9-1872 op de zuidelijke helling, en op 9 oktober op de noordelijke helling. Aanvankelijk werkte men met de hand. De boormachine werd slechts in 1873 gebruikt. Het graven van het boorgat met de hand vorderde per dag 75 cm; met de boormachine bereikte men 4 meter.

Men paste het Belgische stelsel toe; dat bestond erin een dakgalerij te boren, ze te verbreden om de platte koepel te maken, het midden uit te hollen tot op de bodem en de zijden weg te kappen.

Ventilators, boormachines en pompen werden door samengeperste lucht aangedreven. De 2.480 arbeiders werkten in het licht van olielampen. Het kwik steeg tot 33°, het overvloedige water vloeide slechts langzaam weg.

Dit belette de ingenieurs en de arbeiders niet stand te houden ; 177 van die spoorwegpioniers, waaronder Favre zelf, lieten het leven bij deze grootse onderneming.

De verbinding tussen de tunnelgravers van de noordelijke galerij en die van de zuidelijke kwam op 29-2-1880 tot stand. Op 1-6-1882 reden de eerste geregelde treinen door de Gotthard.

In 1883 beliep het aantal reizigers meer dan een miljoen. In 1900 overschreed het de drie miljoen en tegenwoordig wordt de tunnel per jaar door meer dan vijl miljoen reizigers gebruikt.

In 1884 doorliep de snelste trein de afstand Bazel - Chiasso in 9 h 40. Na de elektrificatie van 1924 werd hetzelfde traject afgelegd in 6 h 12. Thans duurt de reis nog slechts 5 uren, ondanks lange hellingen die tot 27 ‰ glooiing hebben.

Om het groot verschil in hoogteligging op de lijn te overwinnen, werden er in de berg schroefvormige tunnels geboord. Er zijn niet minder dan 21 tunnels en 519 bruggen of viaducten op deze lijn!