Homepagina > Het Spoor > Wist U dat ? > België: De bediening van Brussel

België: De bediening van Brussel

zaterdag 6 april 2019, door rixke

Het reizigersverkeer dat ’s morgens in Brussel samenstroomt en ’s avonds naar de periferie terugkeert, groeit geregeld aan. De treinen die deze reizigers vervoeren, zijn ofwel treinen van de basisdienst die volgens een gecadanceerde dienstregeling door de Brusselse agglomeratie rijden, ofwel „werknemers”-treinen die, na hun cliënteel in de verschillende stations van de agglomeratie te hebben afgezet, hun rit op de nabijgelegen opstelsporen te Vorst en te Schaarbeek eindigen.

De Noord-Zuidverbinding is verzadigd op de piekuren: per uur en per spoor kan ze niet meer dan 20 treinen „versassen”. Er wordt dan ook naar middelen gezocht om de capaciteit van de stations Brussel-Noord en Brussel-Zuid te verhogen, maar het zal niet gemakkelijk gaan om uit het bestaande spoorwegdomein het grootst mogelijke voordeel te halen, o.m. wegens de belemmeringen die de ontwerpen voor wegenaanleg van het Ministerie van Openbare Werken inhouden. Dit departement wil in de overbelaste stadszones gebruik maken van de mogelijkheid om boven en onder de spoorweg werken uit te voeren, waardoor deze laatste inzake aanpassing op eigen terrein beperkt wordt.

Wat onmiddellijk kan worden aangevat, is de versterking met een derde, en achteraf met een vierde spoor, van de lijnen die naar Brussel samenlopen. De eerste werken zijn begonnen. Met het oog op het leggen van een derde spoor op het baanvak Diegem-Zaventem (lijn 36) dat, wegens het bijkomend verkeer voor de bediening van de nationale luchthaven, bijzonder zwaar belast is, werd er, ter hoogte van de toekomstige Woluwelaan, een begin gemaakt met de bouw van een kunstwerk.

Op de lijn 161 zijn de werken voor het aanleggen van een derde spoor tussen Etterbeek en Brussel-Leopoldswijk eveneens aangevat. Andere werkterreinen zullen in de toekomst worden geopend.


Bron: Het Spoor, februari 1971