Frankrijk: De turbotreinen

Betrouwbaar, taai, licht, heeft de turbomotor – die men niet mag verwarren met de turboreactor, een oplossing welke enkel interessant is voor snelheden die deze van het geluid benaderen of overtreffen – zich, met een grote besparing aan middelen, snel aangepast aan de behoeften van de Franse spoorweg. Na de in 1966 genomen beslissing om de mogelijkheden van de gasturbine te testen, zijn de werkplaatsen van Le Mans in oktober van hetzelfde jaar begonnen met het bouwen van de experimentele machine uitgerust met een Turbomeca Turmo III - turbine, in bruikleen afgestaan door de luchtmacht. De machine verliet de werkplaatsen in april 1967 en bereikte vanaf de maand juli 256 km/u.

Meer dan 200 000 km afstand, 432 ritten met een snelheid gelijk aan of hoger dan 200 km/u. en een nieuw rekord van 248 Km/u. op 2 september II. Zulks wijst voldoende op de belangrijkheid van de proefnemingen.

Hoe dan ook, bij het zien van de resultaten oordeelde de S.N.C.F. dat het mogelijk was over te gaan tot het commercieel gebruik ervan en bestelde ze tien E.T.G.’s, bestemd voor de lijn Parijs - Caen -Cherbourg, afgeleid van het prototype, maar met talrijke verbeteringen, aangezien de montage van de turbine eveneens door de werkplaatsen van Le Mans uitgevoerd werd. In maart 1970, werden de eerste E.T.G.’s in dienst gesteld op de verbinding Parijs - Caen en, sedert maart, hebben ze bijna 400 000 kilometer afgelegd zonder enig incident.

Op 24 september ll. heeft de S.N.C.F. een tot Cherbourg verlengde turbotreindienst plechtig in gebruik genomen.