U.I.C.: Snelheden

Het opvoeren van de snelheden op de spoorbanen is eerder een kwestie van infrastructuur dan wel van drijfvermogen. De Europese netten zoeken dan ook naar nieuwe infrastructuren, of naar verbeteringen aan het tracé van bestaande lijnen.

De U.I.C. heeft nagegaan van welke aard, tot 1980, de terugslag zou kunnen zijn van de ondernomen onderzoekingen en de concrete uitvoeringen op het gebied van de infrastructuren op het Europese verkeer. Op ongeveer 276 verbindingen zouden er, in 1980, 150 kunnen worden onderhouden met een gemiddelde snelheid van 120 tot 149 km/u.; 46 met een gemiddelde snelheid begrepen tussen 150 en 199 km/u. en ten slotte drie met gemiddelde snelheden van meer dan 200 km/u. Bij wijze van voorbeeld, enkele trajecten: Parijs - Lyon (419 km) zou worden afgelegd in 2 u. (210 km/u.), Parijs - Brussel (305 km) in 1 u. 30 (203 km/u.), Brussel - Lyon (724 km) in 3 u. 30 (206 km/u.), Lyon - Londen (869 km) in 4 u. 40 (186 km/u.), Brussel - Genève (851 km) in 4 u. 47 (178 km/u.), Brussel - Napels (1 879 km) in 12 u. 22 (152 km/u.).