Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Van Sporeghem Junior > De Post

De Post

Phil Dambly.

vrijdag 23 januari 2009, door rixke

Binnenaanzicht van een Franse spoorwegpostwagen in 1848 (l’Illustration).

In Europa en in Amerika wordt schier heel de post per spoor vervoerd.

In Engeland waren het kolonel Maberley en daarna Rowland Hill, uitvinder van de postzegel, die besloten de post per spoor te vervoeren. Omstreeks 1838 handelde het General Post Office met het merendeel der grote lijnen voor het vervoer van de post ; het betaalde een schadeloosstelling voor de bewezen diensten, maar stelde strenge eisen voor de vertrekuren. Kort vóór 1840 liet het Post Office de postwagen van Cheltenham vervoeren op een wagon. Op 4 februari 1840, reed de eerste posttrein ’s nachts, tussen Londen en Twyford, met enkele reizigersrijtuigen. In 1841 werden er vier spoorwegpostwagens besteld en werden 2e klasse rijtuigen getransformeerd om overdag de postzakken te vervoeren.

In België werd de eerste spoorwegpostwagen, bij wijze van proef, opgericht in 1840. Tien jaar later was de rijdende dienst definitief opgericht op verschillende spoorweglijnen; hun rationele binneninrichting, met sorteervakken, werd achteraf haast niet meer gewijzigd. De postbedienden konden de zendingen tijdens de rit sorteren en verdelen.

RIJTUIGEN VOOR RIJDENDE DIENSTEN VAN DE P.T.T.

1. FRANS RIJTUIG TYPE PA tmyF (vroeger net van Elzas-Lotharingen).
Lengte kast: 20,280 m; totale lengte: 21,670 m; breedte kast: 2,918 m; hoogte: 4,069 m; tarra: 40 ton.
2. BELGISCH RIJTUIG reeks 70.005 tot 70.020.
Lengte kast: 20,990 m; totale lengte: 22,320 m; breedte kast: 2.918 m; hoogte: 3,942 m; tarra: 41,3 ton.

Bron: Het Spoor, september 1965