Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Wagens > De bietentreinen

De bietentreinen

G. Gabriel.

woensdag 25 februari 2009, door rixke

De kaart geeft een overzicht van de produktiecentra en de verwerkingscentra van de bieten.
Elk productiecentrum, omgeven met een bepaalde kleur, voert zijn bietenoogst af naar het verwerkingscentrum gedrukt in een vakje van dezelfde kleur. De plaatsnamen die in het zwart zijn aangeduid, zonder omlijsting noch vakje, zijn suikerfabrieken die de bieten uit eigen streek verwerken.
Normaal worden de bieten van Ieper. Waasten, Pont-Rouge, Le Touquet en Landen naar Grimde vervoerd; Eghezée, dat voornamelijk de produktie van de plaatselijke oogst verwerkt, krijgt de bieten van die streken wanneer Grimde overbelast is.

Elk jaar, van begin oktober tot half december, dienen bijzondere maatregelen te worden getroffen om de bietenoogst naar de suikerfabrieken te vervoeren.

In het verwerkingscentrum Grimde

Uit de produktiecentra worden de bieten met bestaande en, indien nodig, met speciale treinen naar verzamelstations vervoerd, van waaruit volledige en homogene bietentreinen naar de suikerfabrieken worden verzonden. De dienstregelingen van die treinen worden opgemaakt naargelang de vereiste verkeersstromen tussen de produktiestreken en de verwerkingsstreken. Zulks betekent dat niet alle bietentreinen van het begin tot het einde van de campagne rijden. Ze worden geleidelijk ingelegd, hun aantal en hun kadans zijn afhankelijk van de omvang en de vordering van de oogst, maar eveneens van het werkprogramma dat de suikerfabrieken opmaken. Die dienstregelingen, welke beantwoorden aan een raming van de vervoersbehoeften, worden aan de betrokken stations door de Directie E meegedeeld.

Het rijden van de bietentreinen gaat dus in klimmende lijn, bereikt zijn hoogtepunt om dan stilaan te verminderen. Het is een rationele en economische werkwijze.

Een kipwagen

Tijdens het bietenseizoen 1966 zullen in ’t geheel 12.400 wagens bieten worden vervoerd, wat 278.000 t vertegenwoordigt (in 1965 : 261.000 t).

Tijdens dezelfde periode zullen 3.650 wagens pulp, samen 68.000 ton, uit de suikerfabrieken naar de veevoederhandelaars worden vervoerd (in 1965 : 65.000 t).

In dat verband is het opmerkenswaardig dat 25 % van dat pulpvervoer afkomstig is van de Nederlandse suikerfabrieken te Sas-van-Gent (Zeeuws-Vlaanderen).


Bron: Het Spoor, december 1966