1968-1970: Het vervoer per spoor van transcontainers verviervoudigd...

Het is reeds vijf jaar geleden dat de eerste grote containers, transcontainers genoemd, hun intrede hebben gedaan in onze Belgische havens. Deze moderne transporttechniek bracht een grondige ommekeer teweeg in de economie van het traditionele vervoer over zee [[Zie Het Spoor van maart 1967, augustus 1968 en april 1969] en plaatste de firma’s belast met de overslag in de havens alsook de vervoerders te land voor enorme problemen. Om dat nieuw transport te verzekeren, diende inderdaad het overslag-, stapel- en vervoermaterieel aangepast te worden.

Hieronder vindt U een overzicht van de grote inspanningen die te Antwerpen en te Zeebrugge op dat gebied gedaan werden:

• Rond het zevende havendok te Antwerpen werden door vijf «Stevedores firma’s» zeven portaal-kranen met een hefvermogen van 40 tot 50 ton opgericht; de uitrusting voor het stapelen, overladen en vervoeren van de transcontainers vergde bovendien honderden miljoenen investeringen ;
• Ook door onze Maatschappij werd een containerterminal gebouwd in de onmiddellijke nabijheid van de kaaiterminals. Een laadbrug van 30 ton bedient er vier sporen met een nuttige lengte van 400 m alsmede een stapelruimte van 2 400 m² ; buiten het werkveld van de portaalkranen is nog een stapelruimte van 4 000 m² beschikbaar ;
• Te Zeebrugge werd de eerste containerterminal van de Anglo-Belgische Vennootschap der Ferry-boots, gebouwd voor de zeesluis, in dienst gesteld in juli 1968. Twee laadbruggen van 30 ton en andere toestellen vormen de uitrusting voor deze terminal welke voor het verkeer met England ingericht is ;
• Een tweede terminal, ditmaal aan diep water (Ocean Container Terminal), is thans in aanbouw en zal begin 1971 in dienst gesteld worden. Er worden twee laadbruggen van 45 ton geïnstalleerd.

Buiten de bouw van een containerterminal te Bressoux, overweegt onze Maatschappij ook nog het bouwen van containerterminals voor grote containers te Brussel, Lauwe (Kortrijk) en Charleroi:

• Te Bressoux zal de terminal uitgerust worden met een laadbrug met 20 meter overspanning en een nuttige last van 33 ton. Deze laadbrug, welke twee doodsporen met een nuttige lengte van 200 m overspant, zal een stapelruimte van 2 600 m² alsmede een rijweg voor wegvoertuigen kunnen bedienen. De ingebruikneming van deze terminal zal plaats hebben tegen het einde van 1971;
• Te Charleroi zal de laadbrug van 35 ton twee sporen bedienen met een nuttige lengte van 190 m, een rijweg voor wegvoertuigen en een strook voor het stapelen.
• Voor Brussel en Lauwe zijn de onderzoekingen aan de gang. De op te richten laadbruggen zouden een overspanning hebben van 14 m en twee overstekende delen van 8 m; ze zouden drie sporen en twee rijstroken voor wegvervoer kunnen bestrijken.

Zo maakt de N.M.B.S, zich dus klaar voor de «containerisering», nieuwste techniek op het gebied van het goederenvervoer welke zowel voor het continentaal als voor het intercontinentaal verkeer wordt toegepast.