Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Rijtuigen > Het nieuwe M4-rijtuig

Het nieuwe M4-rijtuig

ir. H. Van Den Eynden.

vrijdag 11 april 2008, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De herwaardering van het openbaar vervoer en de vernieuwing van het rollend materieel verplichten de NMBS voor het ogenblik haar inspanningen vooral te concentreren op de vervanging van ruim duizend rijtuigen die elk gemiddeld al veertig jaar lang het binnenlands reizigersverkeer verzorgen.

Met dat doel heeft ze dan ook een programma uitgewerkt voor het bouwen van 580 M4-rijtuigen, onderverdeeld in vier types, namelijk 50 M4 A (eersteklasrijtuigen), 340 M4 B (tweedeklasrijtuigen), 65 M4 AD (eersteklasrijtuigen met bagageruimte) en 125 M4 BDS (tweedeklasrijtuigen mei snack- en bagageruimte).

Einde 1979 werden dertig eersteklasrijtuigen geleverd terwijl dit jaar gestart wordt met de uitvoering van de bestelling van de tweedeklasrijtuigen. De levering van de overige rijtuigen is gespreid over een periode die eindigt in 1984.

Opmerkelijk is wel dat voor het M4 A type de NMBS afgestapt is van de traditionele rijtuigopvatting. Om die reden, en ook al omdat dit type nu al m omloop is, leek het ons interessant vooral het eersteklasrijtuig uitvoerig voor te stellen.

 Wat voorafging

Alles begon al met de beslissing de bouw van de rijtuigen nu eens niet rechtstreeks aan te besteden op basis van een door de NMBS opgesteld bestek, maar een werkgroep, samengesteld uit experten van de NMBS en van La Brugeoise et Nivelles, te belasten met het maken van voorontwerpen. Gedurende twee jaar heeft dit team voor elk rijtuigtype verschillende plannen uitgewerkt, met als hoofdzakelijke bekommernis voor elk rijtuig uiteindelijk te komen tot een uiterst moderne en rationele oplossing. Het lijkt ons dat de experten, dank zij de nauwe en positieve samenwerking tussen de betrokken partijen, uitstekend geslaagd zijn in hun betrachting.

 Het interieur

Van meet af aan zat de bedoeling voor de M4-rijtuigen uit te rusten met een interieur dat warmte en gezelligheid uitstraalt. Daarom werden bruin en geel als hoofdtinten gekozen, Alle metalen en zichtbare onderdelen zijn ofwel geverfd (in een donkerbruine en slijtvaste epoxy-verf voor handvatten en deurkrukken), ofwel licht champagne geanodiseerd voor de aluminiumdelen (as- en papierbakken, vensterramen en handremwiel).

Daar het A-rijtuig, met zijn 72 zitplaatsen (4 per breedte), nog een redelijk snel in- en uitstappen mogelijk maakt, kon de keuze vallen op een open opstelling («coach») met toegangsdeuren op de koppen van het rijtuig, Zulks vereenvoudigde de constructie en verwekt tevens, dank zij een onbelemmerd binnenaanzicht - de deur en de scheidswand tussen rokers en niet-rokers werden uitgevoerd in helder glas - een aangename indruk van ruimte. Dit ruimte-effect wordt nog versterkt door het aanbrengen van de bagagerekken in de langsrichting, waardoor de hinderlijke verticale stijlen die nodig zijn bij een dwarse opstelling, konden wegvallen. Ook de versiering van de kopwanden met taferelen die diverse vroegere ambachten voorstellen, bezorgt de reizigers een indruk van diepte. Terloops gezegd, die taferelen zijn reprodukties van oude etsen, formaat 5x5 cm, die lichtjes gecorrigeerd en van hun achtergrond ontdaan werden. Na vergroting werden ze met zeefdruk aangebracht op papier, dat dan op de gewone wijze gestratifieerd werd.

Voor de eerste 30 rijtuigen werden er even zoveel verschillende etsen uitgekozen die elk in 4 exemplaren werden gereproduceerd. Hoewel dezelfde tekening aldus viermaal terugkeert, is er voor gezorgd dat ze, telkens aan een andere werd gepaard, wat elk rijtuig een eigen karakter geeft. De langswanden, waar dus de hinderlijke verticale stijlen uit het gezichtsveld verdwenen, konden nu op een elegante wijze aangekleed worden met schuifgordijnen. Hun fel oranjekleurige stof geeft juist een pittige en fleurige noot die mooi contrasteert met de bruine stoelen. Deze laatste bezitten niet die uitgesproken kuipvorm welke, aldus enquêtes, niet zozeer in de smaak zou vallen. Wel zijn hun vorm en soepelheid uitgevoerd volgens de nieuwste ergonometrische bevindingen. Tussen de rugleuningen is plaats vrijgekomen voor omvangrijkere bagage. De bekleding van de zitplaatsen is uitgevoerd in dezelfde degelijke wol-polyester stof als die van de vierwagenmotorste1len; de kleur is warm gespikkeld bruin. De armsteunen zijn bekleed met donkerbruin similileder. Dezelfde kleur vindt men terug in de deurkrukken, handvatten en tafeltjes. Deze laatste zijn bedekt met een bijzonder krasvrij gekorreld gelaagd paneel. Het donkere korreloppervlak voorkomt hinderlijk verblinden door eventueel weerkaatsende zonnestralen,

In de armsteunen aan de gangzijde bevinden zich, in de rokersafdeling natuurlijk, uittrekbare asbakken, terwijl al de vensterzitplaatsen beschikken over een in de zijwand verzonken asbakje.

De linoleumvloerbedekkmg werd gekozen om haar grote slijtvastheid en haar gemakkelijk onderhoud. Dit laatste wordt nog vergemakkelijkt doordat de vloer, met een zachte ronding, aansluit aan de zijwand en de stoelen met verzonken bouten werden vastgezet. De donkerbruine deurkrukken en tafeltjes, evenals de lichtbruine linoleumvloer, vindt men terug in de B-rijtuigen; ze vormen zo a.h.w. een bindteken tussen beide klassen.

M4
1. Een nieuwe kleur in het spoorweglandschap

Opschriften geven een interieur vaak een rommelig en onrustig uitzicht, Daarom werden ze gegroepeerd op de deurfries die de pictogrammen «noodrem».«rokers»of«niet-rokers » en « WC » draagt. Een amusante

nieuwigheid: de aanduiding «WC» brand «groen» of «rood» naargelang van het geval.

Tot dit moderne interieur krijgt de reiziger toegang via automatisch sluitende schuifdeuren die net als de langswanden, bekleed zijn met gestratifieerde Japanse olm.

2. Het interieur : licht en kleur

 Ramen en deuren

Ook voor de ramen werd afgestapt van een traditie. De sinds twintig jaar bekende tochtvrije vlinderraampjes werden vervangen door een raam waarvan het bovendeel bestaat uit een enkel horizontaal schuivend raampje, waardoor eveneens een tochtvrije ventilatie bekomen wordt. Zowel de vaste als schuivende delen zijn dubbel beglaasd en, voor het eerst bij de NMBS, goudbedampt, wat het glas, van buiten gezien, een sterk opvallende roodgoude tint geeft. De uiterst dunne goudlaag, die aan de binnenkant van de dubbele beglazing is aangebracht, weerkaatst praktisch de helft van de zonnewarmte. Daardoor krijgt het interieur bij zonnig weer heel wat minder last van de warmte.

De ingangsdeuren zijn van het zwenktype. Ze worden door het treinpersoneel van op afstand gesloten en vrijgemaakt wanneer ze door de reizigers moeten worden geopend. Het sluiten door de treinwachter wordt voorafgegaan door een hoorntoon. Nieuw is dat de reizigers de deuren van hun eigen balkon kunnen sluiten door een eenvoudige druk op een toets, Net zoals bij de vierwagenmotorstellen gaan de deuren terug open als ze bij het sluiten een hinder ondervinden (bijv, een instappende reiziger).

Oude ambachten in een hedendaags rijtuig

 Balkons en toiletten

De balkons bevinden zich op de koppen van het rijtuig. De overgang van het ene rijtuig naar het andere gebeurt, zoals in het moderne RIC-materieel, via deuren, die automatisch en symmetrisch toeschuiven, en een vouwbalg van rubberbuizen.

Op elk balkon bevindt zich een comfortabel en sober WC-toilet zonder raam evenwel, maar daardoor kwam er meer ruimte beschikbaar voor wastafel en spiegel. Bovendien bevindt zich links van de wastafel een «mansgrote» wandspiegel (Spiegeltje, spiegeltje aan de wand.,,). Wastafel en vloer zijn uitgevoerd in fel rode kleuren die ook hier zorgen voor een fleurige noot. Absoluut nieuw is de pneumatische bediening van waterkranen en WC-klep door vloerpedalen. Het waterreservoir zit in het dak boven het balkon en kan, ten behoeve van het onderhoud, naar omlaag gekanteld worden.

 Verlichting

De verlichting bestaat uit twee doorlopende lichtstroken in het plafond, wat het diepte-effect in het interieur nog verhoogt, en uit roosterarmaturen in de bagagerekken, wat elk coupé een zekere intimiteit bezorgt. Een en ander maakt dat het licht zeer gelijkmatig en zacht is verdeeld zonder te hinderlijke lichtbronnen zodat de enorme verlichtingssterkte van 430 lux helemaal niet opvalt. Een primeur voor het reizigersmaterieel, inbegrepen de buitenlandse rijtuigen, is het gebruik van nieuwe 27 W-buislampen van 185 cm, een lengte die harmonieert met de coupé-stap (2 m) d.i, de afstand tussen de rugleuningen. De verlichting van heel de trein kan in welk rijtuig ook aangestoken en gedoofd worden. Bovendien kan men, per rijtuig, alleen maar de lampen van de bagagerekken laten branden, wat een bijzonder stemmig effect geeft.

 Verluchting en verwarming

Buiten de schuifraampjes is er geen natuurlijke verluchting. De klassieke dakverluchting is verdwenen en vervangen door een gedwongen verluchting die geleverd wordt door de ventilator van de luchtverwarmingseenheid (één onafhankelijke groep per afdeling). Die groepen nu lopen aan, zonder de hulp van de treinwachter, zodra en zolang er hoogspanning op het rijtuig komt. Dan wordt, volledig elektronisch gestuurd, ofwel verwarmde ofwel frisse (onverwarmde) lucht ingeblazen ofwel zeer sterk verlucht wanneer de binnentemperatuur 26 °C overschrijdt. De verbruikte lucht wordt weggewerkt langs de kopwanddeuren, die daartoe op een onzichtbare kier staan, en via de WC’s waar ventilatoren ze naar buiten blazen.

 Energievoorziening

Om, enerzijds, de bedrijfszekerheid te verhogen en, anderzijds, nu al rekening te houden met de uitbreiding van de elektrische tractie, werd er voor de energievoorziening afgestapt van de asgeneratoren ten voordele van een statische omzetter die de hoogspanning (3 000 V) omvormt in 24 V gelijkspanning voor verlichting, batterijlading en ventilatoren, en 220 V gelijkspanning voor de reservoir-verwarming. Hierdoor wordt de installatie onafhankelijk van de accumulator en heeft ze, zolang er maar hoogspanning is, een onbeperkte werkingsduur. Deze kan worden geleverd door een elektrische locomotief, een diesellocomotief of bagagewagen met hoogspanningsgenerator of door een vaste voeding van 3 000 V. De M4-rijtuigen kunnen niet meer met stoom worden verwarmd zodat ze de eerste zuiver elektrische NMBS-rijtuigen worden.

 Nog een primeur van formaat: een elektronische toestellenkast

Voor het eerst is men erin geslaagd de hele laagspanningsapparatuur van een rijtuig onder te brengen in één enkele toestellenkast, die tot de modernste behoort van het ogenblik. Alle apparaten bevinden zich op steekkaarten of -blokken die, in geval van storing, in een oogwenk kunnen worden vervangen. De defecte kaart of blok kan dan rustig in een werkplaats hersteld worden, Buiten de omroepinstallatie, de apparatuur voor de treinwachter en de elektronische regeling van de verwarming bevat de kast eveneens de elektronische ontremming en vooral steekkaarten voor een uitgebreide diagnose. Een rood lichtje waarschuwt voor een storing die zich in het elektrisch gedeelte voordoet.

1. De Intermas-toestellenkast

Een bevoegd technicus kan dan, dank zij de diagnose, snel het defecte onderdeel opsporen en vervangen.

 Draaistellen en rem

De M4-rijtuigen rusten op moderne draaistellen van het type Y32 met ingebouwde remuitrusting. De rem is een combinatie van een schijf- en een blokrem. Het draaien van het draaistel wordt opgenomen door de twee verticale secundaire veren die eveneens de dwarsophanging van de kast opnemen.

Kabels die met de kast verbonden zijn, trekken de draaistellen mee.

2. Zacht rijden op Y32-draaistellen
3. De ACEC-omvormer

 Voorspoedige reis

Met zijn gezellig en ontspannend interieur en zijn moderne techniek heeft het M4-A rijtuig alles om het zelfs een kieskeurige cliënteel naar de zin te maken, Tot meerdere tevredenheid van die cliënteel moge het ook nog een «voorspoedige reis» hebben. Tot slot willen wij hier onze oprechte waardering betuigen aan allen die de totstandkoming van dit rijtuig hebben mogelijk gemaakt. En dat zijn zowel de personeelsleden van de betrokken NMBS-diensten als die van de constructeur ; allen mogen ze trots zijn op het bereikte resultaat.

Technische kenmerker van het M4 - A rijtuig
Bouwer Spoorwegmateneel en metaal-constructie (BN.)
Lengte over buffers 24,26 m
Gewicht 38 400 kg
Aantal zitplaatsen . 32 rokers = 72
40 met-rokers
Staanplaatsen op balkons 30
Draaistellen 
-type Y32
- gewicht 6 300 kg met handrem
Wieldoormeter 890 mm
Max, snelheid 160 km/h
Rem (schijf- en blokrem) KNORR KEZ-CSL-ALP
Energievoorziening statische omvormer ACEC
- vermogen12 kW
- ingangsspanning 3 000 V DC
- uitgangsspanningen 24 V DC (9 kW) 220 V DC (3 kW),
  220 V AC (50 Hz-3 000 W)
Verwarming elektrisch
-type Friedman - Manta luchtverwarming met ejecto-inductoren
- vermogen 2 x 20,8 kW bij 3 000 V
- luchtdebiet1 800 m³/h ‘s zomers
  1 250 m³/h ’s winters
- regeling Brown Bovery
Verlichting ‘reizigersafdelingen) Philips-buislampen van 27 W en 13 W
- vermogen 1908W
- sterkte 430 lux op leeshoogte
Toestellenkast 19 duim modulair systeem «Intermas»AEG
OmroepinstallatieNeumann met gong en telefoonverbinding naar locomotief

Bron: Het Spoor, februari 1980