Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > De spoorverbinding Parijs-Amsterdam

De spoorverbinding Parijs-Amsterdam

C. Schouleur.

woensdag 30 maart 2011, door rixke

Voor een klare voorstelling van de kwestie, menen wij u best te kunnen verwijzen naar de buitengewone Algemene Vergadering van de Raad van Beheer van de “Chemin de fer du Nord”, dd. 20 december 1854, voorgezeten door Baron James Mayer de Rothschild, waarop ondervoorzitter Delebecque het verslag leest dat hij namens de Raad van Beheer voordraagt:

... Bij het beheer der spoorwegen Is het niet voldoende met de grootste oplettendheid en zonder verpozen te waken over de goede en de meest economische leiding van de volledige dienst; men moet bovendien steeds belangstellen in wat elders gebeurt: men moeit zich wapenen tegen elk gevaar voor achteruitgang; en Indien, in dit opzicht, noodzakelijk geworden maatregelen, daarenboven, als dusdanig, uitvoeringsvoorwaarden bieden die weinig kostbaar zijn en gunstige winstkansen opleveren, moet men ze zonder enige aarzeling toepassen. Het is precies in zulke gevallen dat men niet mag geremd worden door de vrees voor een te grote uitbreiding.

Wij hopen, Mijne Heren, dat gij zonder moeite die verscheidenheid van voordelen zult onderkennen in het voorstel waarover gij zult moeten beraadslagen.

De afstand van Parijs naar Keulen, over Amiens, Valenciennes en Brussel, bedraagt 614 km; hij wordt afgelegd In de hierna vermelde rijtijden:

Afstand Duur van het traject
Van Parijs naar Brussel 370 km 7 h 30’
Doortocht van Brussel per stoptrein 3 km 1 h
Van Brussel naar Luik 114 km 2 h 30’
Van Luik naar Keulen 127 km 3 h 49’
Totalen: 614 km 14 h 45’

Langs de nieuwe lijn, zien de afstanden en de rijtijden eruit als volgt:

Afstand Duur van het traject
Van Parijs naar Charleroi over Pontoise, Creil, Compiègne, Saint-Quentin, Maubeuge en Erquelinnes 287 km 5 h 30’
Van Charleroi naar Namen (baanvak toebehorend aan de Belgische Staat) 37 km 0 h 90’
Van Namen naar Luik 59 km 1 h 10’
Stoptijd te Luik 0 h 15’
Van Luik naar Keulen 127 km 3 h 14’
Totalen: 510 km 11 h 30’

Dit betekent een verkorting van meer dan 100 km en een tijdwinst van 3 h 15.

De aanleg van de spoorweg van Saint-Denis naar Creil zal een nieuwe verkorting tot gevolg hebben; en de afstand tussen Parijs en Keulen zal schier dezelfde, zo niet korter zijn dan die tussen Parijs en 8traatsburg (501 km).

Bij een nauwkeurig onderzoek der hierboven vermelde cijfers zult gij bemerken dat, van de 510 kilometer, er reeds 287 aan de “Nord” toebehoren. Wanneer wij de 50 kilometer van Namen naar Luik daaraan toevoegen, zal ons totaal aandeel in dit traject 346 kilometer bedragen terwijl de Belgische Staat en de Rijnse Spoorweg namen slechts over 164 kilometer beschikken. Over de twee derde van de volledige afstand van Parijs naar Keulen zullen wij derhalve volledige vrijheid van handelen hebben.

Wij hebben trouwens de volkomen zekerheid, een zekerheid die berust op positieve en officiële toezeggingen, dat de Belgische Administratie het snelle reizigersvervoer en het transito van goederen langs de snelste en meest economische weg geenszins zal bemoeilijken. Op het baanvak Charleroi-Namen zal het plaatselijk verkeer derwijze worden geregeld dat de grote verbindingen zonder enige vertraging zullen worden verzekerd.

De spoorweg van Parijs naar de grens, over Saint-Quentin, die wij op dit ogenblik aanleggen, zal het eerste verkorte baanvak zijn tussen Parijs en Keulen. Indien wij, om zo te zeggen, de Franse spoorweg niet hadden verlengd, door de regelingen die getroffen werden met betrekking tot de lijnen van Erquelinnes naar Charleroi, en van Namen naar Luik, dan zouden wij een trajectvermindering, en dienovereenkomstig een verlies van ontvangsten op alle vervoeren naar en van Keulen en Duitsland hebben geleden. De afstand van Parijs naar Quiévrain bedraagt, inderdaad, 289 kilometer, terwijl die van Parijs naar Erquelinnes slechts 256 kilometer beloopt; dit verschil, te onzen nadele, zou dus 33 kilometer bedragen.

Als gevolg van de door ons getroffen maatregelen wordt dit resultaat, integendeel, omgezet in een uitbreiding vermits onze exploitatie, tussen Parijs en Luik, 346 kilometer zal omvatten, wat 67 kilometer meer is dan de afstand van Parijs naar Quiévrain. Door het publiek aldus een traject van meer dan 100 kilometer te besparen, voorkomen wij niet alleen elke vermindering, maar voegen wij, met betrekking tot Duitsland, aan onze exploitatie de opbrengsten toe van 67 kilometer meer.

Aan u, Mijne Heren, te oordelen of de voorwaarden, waartegen die uitbreiding wordt verworven, aanvaardbaar zijn, en of de lasten die eruit voortspruiten behoorlijk moeten worden gecompenseerd, wat trouwens de stellige overtuiging van uw Raad van Beheer is.

De vraag rijst, weliswaar, of de “Compagnie du Nord”, door die oprichting van een nieuwe dienst, geen gevaar loopt zichzelf concurrentie aan te doen, en of de opbrengsten die tij op de lijn van Charleroi en Namen zal aanlokken, voor haar niet zullen verloren gaan op de lijn van Valenciennes en van Brussel. Het is niet aldus, Mijne Heren, dat het probleem moet worden gesteld. Zonder de verkorting van de afstand die wij op het oog hebben, zou ons verkeer met Duitsland natuurlijk in het gedrang komen: voor ons, evenals voor België, komt het erop aan het zogenoemde Europese transitovervoer niet te verliezen. Wij hebben er belang bij de verkorte lijn, die ons dit transitovervoer moet verzekeren, over een zo groot mogelijke afstand te bedienen. Dit zal voor ons het middel zijn om, met meer zekerheid, te zorgen voor de stiptheid en de snelheid van het vervoer; om de reizigers evenals de goederen de narigheden en de nadelen van het overstappen en het overladen te besparen; om, ten slotte, onze lijn van Saint-Quentin meer en meer produktief te maken.

Wat de lijn over Brussel betreft, bestaat er niet de minste vrees voor een vertraging van het verkeer. Deze lijn bedient belangrijke steden, gewesten die opvallen door hun vruchtbaarheid en hun industrie, de koolmijnen van Aniche, Douchy, Anzin, Denain en van het bekken van Bergen. Tussen de hoofdstad van het Koninkrijk België en die van het Franse Rijk bestaan er talrijke en voortdurende verbindingen. De stad Brussel zal steeds haar aantrekkingskracht behouden die van haar een der aangenaamste verblijfplaatsen maakt, een der meest bezochte pleisterplaatsen ter wereld; al de reizigers die op hun vermaak gesteld zijn, zullen haar steeds blijven bezoeken. De verbruiksbehoeften van een zo groot bevolkingscentrum, en de industriële- en handelszaken die er worden afgehandeld, zullen steeds talrijke vervoeren vereisen, die voor ons, in de toekomst, net zoals zij dit tot nog toe geweest zijn, het voorwerp zullen uitmaken van een even nauwgezette als geïnteresseerde bezorgdheid. Onze dienst zal, in onderling overleg met de Belgische administratie, zodanig worden ingericht dat deze lijn tegen alle mogelijke vermindering van welvaart zal beveiligd zijn.

Indien het buiten kijf is dat die Heren een zeer concrete kijk op de zaken hebben, dan belet dit hun evenwel niet het openbaar welzijn te behartigen.

Vanaf 1858 doen nieuwe namen hun intrede in de dienstregeling van de lijn: Aulnoye, Hautmont, Feignies, Quévy, Frameries, Cuesmes... Dat klinkt al heel wat vertrouwder.


Bron: Het Spoor, augustus 1963