Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Brussel Bergen onder 3.300 volt

Brussel Bergen onder 3.300 volt

maandag 31 januari 2011, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Op het ogenblik dat deze regels verschijnen, zal de elektrificatie van de lijn Brussel - Bergen officieel zijn ingewijd en zullen de gebruikers zich reeds rekenschap hebben kunnen geven van de voordelen die door de nieuwe tractiewijze worden geboden.

In juni jl. had M. Debaize, hoofdingenieur, ons een uiteenzetting gegeven over de omvang der werken die aan de dienst van de baan werden toevertrouwd. Enkele maanden later, in november, gaf M. Vanhee, hoofdingenieur, ons een beschrijving van de locomotief voor meervoudige stroom type 150. Een hele tijd te voren in april, had M. Rousseau, sectiechef, ons gesproken over de uitrusting van de “toekomstige bruggen” op de lijn 96.

Thans publiceren wij enkele beknopte aanvullende beschouwingen over het aandeel van de diensten E., M.A. en E.S. Wij danken MM. Gochet, eerste ingenieur, Keymolen, afdelingssecretaris, en Duquesne, eerste ingenieur, voor de bereidwilligheid waarmee zij onze vragen hebben beantwoord.

 De exploitatie biedt betere diensten.

De elektrificatie van de lijn Brussel - Bergen en van haar uitlopers naar de Franse grens (Quévy) en naar St.-Ghislain - Hornu, gaat gepaard met een diepgaande reorganisatie van de regeling der treinen. Na een moeilijke periode, tijdens welke de uitvoering van werken verkeersbelemmeringen veroorzaakte en de N.M.B.S. verplicht was de rijtijd der treinen te verlengen, beschikken de reizigers, sedert 26 mei 1963, over een volledig omgewerkte dienstregeling.

Binnenverkeer.

Rijtijden.

  • Sneltreinen met twee stilstanden (’s Gravenbrakel en Zinnik) : 40 minuten;
  • Sneltreinen met vier stilstanden (Halle - Tubeke - ’s Gravenbrakel - Zinnik) : 45 minuten;
  • Stoptreinen: 35 minuten van Brussel tot ’s Gravenbrakel en 35 minuten van ’s Gravenbrakel tot Bergen.

Ten opzichte van de toestand van 1959, voor het begin van de elektrificatiewerken, bedraagt de tijdwinst 8 tot 15 minuten voor de sneltreinen en 22 minuten voor de stoptreinen.

Aantal en cadans der treinen.

De basisdienstregeling zal, om het uur, een sneltrein en een stoptrein in elke richting omvatten; op de piekuren zal hij versterkt worden door een tiental arbeiderstreinen in elke richting, waarvan er een, samengesteld uit tien rijtuigen, ’s morgens, in 35 minuten, 1.000 reizigers van Bergen naar Brussel zal voeren en ze ’s avonds even snel terug naar huis zal brengen.

De sneltreinen en de arbeiderstreinen zullen door de Noord-Zuidverbinding rijden en derhalve heel de Brusselse agglomeratie bedienen; de stoptreinen zullen niet verder gaan dan Brussel-Zuid.

Kortom, de treinen Brussel - Bergen zullen elke dag 5.000 km afleggen, wat een verhoging van 20 % betekent ten opzichte van 1959.

Aansluiringspunten.

De treinen van de basisdienst zullen aansluiting geven:

  • Te Tubeke, met de motortreinen van en naar Ecaussinnes-Carrières en de bestaande autobussen;
  • Te ’s Gravenbrakel, met de motortreinen van en naar Manage - Luttre, die op hun beurt in dat laatste station ook voor de aansluiting van de treinen van Brussel - Charleroi instaan;
  • Te Jurbise, met de meeste motortreinen van en naar Aat;
  • Te Bergen, met de treinen van en naar Doornik en met de treinen van en naar Charleroi, terwijl deze laatste ook met de treinen Charleroi - Namen aansluiting geven. Zo zal het vlot verkeer op de dwarslijn Doornik - Bergen - Charleroi - Namen - Luik op systematische wijze worden tot stand gebracht.

Bovendien zullen de sneltreinen en de stoptreinen van de lijn Brussel - Bergen te ’s Gravenbrakel onderling aansluiting geven.

Wanneer, ten slotte, de elektrificatiewerken op de uitlopers Bergen - Quévy en Bergen - St.-Ghislain voltooid zullen zijn, zullen de sneltreinen te Bergen in twee delen worden gesplitst, die dan als stoptreinen de stations zullen bedienen welke op die uitlopers gelegen zijn.

Internationale diensten.

Dit kort overzicht van de nieuwe diensten in binnenverkeer mag ons de gunstige wijzigingen niet uit het oog doen verliezen die de internationale dienst Brussel - Parijs onderging. De S.N.C.F. heeft de lijn Parijs - Feignies geleidelijk geëlektrificeerd; achtereenvolgens stelde zij de elektrische exploitatie in dienst van de baanvakken Parijs - Aulnoye (mei 1961), Aulnoye - Feignies (mei 1962) om vervolgens de grens te bereiken.

Deze geleidelijke in dienststelling kwam reeds de dienstregelingen van de internationale treinen te goede; de rijtijd der treinen werd van 4 h op 3 h 30 gebracht. Een nieuwe vermindering werd op 26 mei 1963 gerealiseerd: de rijtijd Brussel - Parijs van de klassieke treinen werd tot ongeveer 3 h verminderd. Van deze laatste verbetering werd gebruik gemaakt om de vertrek- en aankomsturen te Parijs gunstiger te situeren. Zo kon een verbinding, over dag, naar de Pyreneeën in beide richtingen worden ingevoerd.

De nachttrein Brussel - Parijs, die weinig benut wordt, zal worden afgeschaft. De nachtreis zal evenwel mogelijk blijven dank zij de aansluiting, te Charleroi, met de nachttreinen Parijs - Keulen.

Ten slotte zullen de dienstregelingen van de TEE-treinen worden aangepast; op 1 september 1963 zal, in elke richting, een nieuw treinstel worden ingezet en het traject in 2 h 35 afleggen. In juni 1964 zullen nieuwe TEE-treinstellen, samengesteld uit eersterangsmaterieel, gesleept door meerstromige locomotieven, het traject Brussel - Parijs in 2 h 30 afleggen tegen een gemiddelde van 125 km/h.

Goederendiensten.

Ook de goederentreinen zullen voordeel halen uit de elektrificatie van de lijn Brussel - Bergen. Inderdaad, de elektrische locomotieven der morgen- en avondtreinen zullen tijdens de rustige uren en tijdens de nacht gebruikt worden voor het slepen van een zeker aantal treinen tussen de Franse grens of het vormingsstation St.-Ghislain en Schaarbeek, Antwerpen of de Nederlandse grens.


Bron: Het Spoor, juni 1963