Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Spoor > De mechanisatie van de spoorwerken

De mechanisatie van de spoorwerken

ir. E. Marckx.

donderdag 10 januari 2008, door rixke

Foto 1

De mechanisatie van de spoorwerken uitte zich aanvankelijk in het bouwen van lichte machines waarmee het merendeel van de courantste werkzaamheden van de spoorlegger gemakkelijker konden worden uitgevoerd : aan- en losdraaien van kraagschroeven en andere bevestigingen, onderstoppen van dwarsliggers, zagen en boren van spoorstaven, boren van dwarsliggers, enz. De nodige energie werd ofwel door een verplaatsbare generator, ofwel door een op de machine gemonteerde benzinemotor geleverd.

Foto 2

Inmiddels was men, onder de druk van de sociale evolutie - met haar betere arbeidsvoorwaarden, haar kortere arbeidsduur en haar voortdurende stijging van de arbeidslonen - krachtiger machines gaan bouwen die, met een verhoogd rendement, bewerkingen konden uitvoeren welke uitermate lastig waren voor de spoorleggers.

foto 3
foto 4

Enkele jaren na de oorlog beproefde de Dienst van de Baan autonome «zware» onderstopmachines (foto 1), zo genoemd in tegenstelling met de onderstopmachines met handbediening die tot dan toe gebruikt werden. Deze machines konden in één enkele bewerking de hele dwarsligger onderstoppen door middel van acht paar mechanisch aangedreven hamers. Tussen 1951 en 1953 werden vijf zware onderstopmachines aangekocht voor de vernieuwingswerken.

foto 5
foto 6

Het afmattende onderstoppen met het houweel behoorde aldus tot het verleden, maar de metingen van de langs- en dwarsnivellering, alsmede het bijhorige lichten van het spoor, verliepen steeds zoals vroeger (foto 2). Met deze werkmethode, waaraan nog een vijftiental spoorleggers te pas kwamen, uitgerust met winden, meetbakens en ballastrieken, kon men gemiddeld 100 m per uur vorderen.

foto 7

De volgende stap lag klaarblijkelijk voor de hand : de zware onderstopmachine uitrusten met een nivelleer- en herinrichting.

foto 8

In 1963 werden de eerste «automatische» onderstopnivelleermachines op ons net in dienst gesteld.

Met behulp van hefhaken of hefrollen (foto 3) wordt de spoorstaaf onder de railkop gevat en wordt het spoor gelicht met hydraulische vijzels; hierbij wordt rekening gehouden met de bestaande fouten die door een aangepaste meetinrichting verbeterd worden.

foto 9
foto 10

Op een eerste type onderstopmachines (foto’s 4 en 5) wordt de referentielijn tot stand gebracht door infrarode stralen die vanaf de voorwagen naar de onderstopmachine uitgezonden worden. Het lichten duurt zo lang de stralen op de twee ontvangers met foto-elektrische cel inwerken ; twee schermen stijgen gelijktijdig met het spoor en snijden de stralen bundel op de bepaalde hefhoogte af.

foto 11
foto 12

Bron: Het Spoor, augustus 1972