Homepagina > Het Spoor > Personeel > Zomeruniform

Zomeruniform

E. Verhaeghe

woensdag 22 juni 2011, door rixke

Wanneer er over de zonnige dagen van de voorbije zomer gesproken wordt, klaren alle gezichten op. Dat warme meevallertje ligt nog... fris ons aller geheugen.

Toch zijn er heel wat collega’s die een minder prettige herinnering aan die broeierige dagen bewaren. Inderdaad het personeel van de beweging, de wachters en hoofdwachters hebben het... al te warm gehad tijdens hun dienst. Het is niet altijd een pretje de sporenbundels te doorlopen onder een brandende zon of dienst te doen in oververhitte rijtuigen zonder je de minste ongedwongenheid in je dienstkledij te mogen veroorloven...

Iedereen is het erover eens dat de spoormannen die omgang hebben met het publiek er, in alle omstandigheden, netjes moeten uitzien. Dit sluit natuurlijk niet uit dat men het dragen van een lichter uniform zou toestaan, wat de klanten beslist niet zal mishagen en door de betrokken bedienden zeker op prijs zal worden gesteld. Daarom zullen het personeel van de beweging, de wachters en de hoofdwachters, die zulks wensen, vanaf toekomende zomer hun dienst kunnen verrichten zonder jas, in een goed zittend en praktisch diensthemd.

Dit hemd zal van lichtblauw katoen zijn, fris om dragen en uiterst gemakkelijk om wassen. Het model is zeer eenvoudig. Het gaat hier om een hemd van klassieke snit met schouderstukken en opgenaaide zakken. De kentekens zullen worden aangebracht op lussen van donkerblauwe stof die bij elke wasbeurt van het hemd zonder de minste moeite afgenomen zullen kunnen worden.

Samen met de dienstpet, de zwarte das en de broek, die naar keuze van de “klant” in kamwol of in een lichte stof kan worden bekomen, zal het zomeruniform voor het treinpersoneel aangevuld worden met een tasje van zwarte skai voor het bergen van enkele onmisbare attributen: treingids, boekje van de hoofdwachter, kniptang, regelingsbulletins...

Het nieuwe uniform zal geleverd worden volgens de voorschriften die bij het Kledingfonds gebruikelijk zijn.


Bron: Het Spoor, april 1968