R

Articles

• Les voitures de la S.N.C.B.
  21 avril 2008, par rixke

  Les principaux types de voitures métalliques de la S.N.C.B. sont réunis sur cette page : I 1. - Service international ; I 2. - Service international ; I 3. - Voiture-couchette ; R. - Remorque d’autorails ; L. - Services omnibus ; K 1. - Services directs intérieurs ; K 2. - Services directs intérieurs ; K 3. - Services directs intérieurs ; M 1. - Services omnibus ; M 2. - Services mixtes ; M 3. - Services omnibus.
  Les compartiments « fumeurs » sont indiqués par des sièges verts ; les (...)

• A propos des inscriptions sur les voitures de la S.N.C.B.
  25 mars 2015, par rixke

  Avant de parler des inscriptions portées par les voitures, il est utile de préciser quelques notions préliminaires. Notions préliminaires Abréviations définissant l’aménagement général.
  L’aménagement général des voitures du parc de la S.N.C.B. est défini par les abréviations suivantes : A = 1^re classe ; B – 2^e classe ; D = fourgon ; c = couchettes ; R = snack-bar.
  Les deux dernières lettres se placent toujours derrière l’indicatif de classe de la voiture. La lettre D est utilisée (...)

• Les voitures de ’26 à nos jours
  31 juillet 2013, par rixke

  En 1926, la Société se trouvait à la tête d’un parc de 9 319 voitures et de 1 602 fourgons pour trains de voyageurs, dont 8,5 % avec bogies, 76,5 % de véhicules à trois essieux et 15 à deux essieux.
  Le nombre de places disponibles s’élevait à 481 539, ce qui représentait une moyenne de 51 par voiture.
  Ce matériel possédait une ossature en bois et était revêtu soit de bois, soit de tôle.
  Ce parc comportait évidemment des véhicules hérités de l’Etat belge, mais également des voitures (...)

• De opschriften op de rijtuigen van de N.M.B.S. (I)
  16 april 2009, door rixke

  Alvorens te spreken over de opschriften die op de rijtuigen voorkomen, is het nuttig enkele inleidende begrippen te omschrijven. Afkortingen die de algemene inrichting bepalen.
  De algemene inrichting van de rijtuigen van het park der N.M.B.S. wordt bepaald door de hierna volgende afkortingen : A = 1ste klas ; B = 2e klas ; D = pakwagen ; c = ligplaatsen ; R = snackbar.
  De laatste twee afkortingen worden altijd geplaatst achter die welke de klas van het rijtuig aangeven. De letter D (...)

• De rijtuigen van ’26 tot nu
  11 april 2008, door rixke

  In 1926 beschikte de Maatschappij over 9 319 rijtuigen en 1 602 bagagewagens voor reizigerstreinen, waarvan 8,5 % met draaistellen, 76,5 % 3-assige en 15 % 2-assige voertuigen.
  Het aantal beschikbare zitplaatsen bedroeg 481 359, d.i. gemiddeld 51 per rijtuig. Dit materieel had een houten kastgeraamte en was bekleed met hout of met metalen platen. Buiten de voertuigen van de Belgische Staat bezat het rijtuigpark een enorme verscheidenheid van Duitse rijtuigen die ons in uitvoering van (...)