Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Welkenraedt - Eupen: de heropening

Welkenraedt - Eupen: de heropening

L.R.G.

maandag 26 november 2012, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

3 juni 1984. Na een tijdspanne van iets meer dan 25 jaar werd het gedeelte Welkenraedt - Eupen van lijn 49 voor het reizigersverkeer heropend. Terzelfdertijd werd het geëlektrificeerd en kreeg Eupen een nieuw station: zo zijn Eupen en omgeving rechtstreeks met de rest van het nationale net verbonden.

 Lijn 49

De lijn 49 werd in de vorige eeuw aangelegd. Daar het betrokken gebied in die tijd onder Pruisisch bewind stond, waren het Duitse maatschappijen die de verschillende baanvakken in dienst stelden: Herbesthal - Eupen in 1864, Walheim (nu West-Duitsland) - Raeren in 1885 en Raeren - Eupen in 1887. De lijn was aldus een onderdeel van de spoorwegverbindingen die zich door de hoogvlakten van het huidige Oost-België heen slingerden (zie het stukje over de Vennbahn). Aanvankelijk was het een verbinding op enkelspoor, maar het baanvak Welkenraedt - Eupen kreeg in 1917 een tweede spoor, dat echter vóór de 2e wereldoorlog werd opgebroken.

In 1920 kwam de lijn tot Raeren in Belgische handen als gevolg van de grenswijzigingen tussen België en Duitsland, bepaald in uitvoering van het Verdrag van Versailles uit 1919, na afloop van de eerste wereldoorlog.

Tussen Herbesthal en Raeren bestond er een reizigersdienst, die op 29 maart 1959 naar de weg werd overgeheveld. Het goederenvervoer tot Raeren en verder bleef evenwel altijd behouden.

 Heropening en aanpassing

In de loop van de jaren 70 leidden verschillende overwegingen tot de heropening voor het reizigersverkeer van het baanvak Welkenraedt - Eupen. Jaar na jaar kregen de plannen meer gestalte en werden ze aangepast aan de voor het reizigers- en goederenverkeer uitgewerkte reorganisaties. Daarom werd er besloten het baanvak te elektrificeren, bepaalde spooraanpassingen in volle baan uit te voeren en het sporenplan in het station Eupen te vereenvoudigen. Herbesthal kreeg immers de behandeling van wagenladingen toegewezen. Daarnaast kwam de beslissing om in Eupen een nieuw stationsgebouw voor reizigers- en stukgoedverkeer op te trekken.

Het station Eupen, richting Welkenraedt.

 Spoorwerken

Aan de uitrit van het station Welkenraedt werd het tracé aan het begin van de lijn over een afstand van 900 m grondig gewijzigd: het verkeer naar Herbesthal en Eupen werd van in het begin gescheiden en de bochtstraal werd vergroot om de toegestane snelheid te verhogen.

Tot Eupen bedraagt die nu inderdaad 90 km/u. Te velde moest het spoor op enkele plaatsen uitgelijnd worden en waren de straalbogen hier en daar aan verbetering toe. Te Eupen waren de werken omvangrijker. De brug bij de inrij van het station over de provinciale weg naar Aken werd vernieuwd en verbreed om het wegverkeer vlotter te laten verlopen.

In het station zelf werd het sporenplan sterk vereenvoudigd. De oude opstel - en de los - en laadsporen werden opgebroken en door drie nieuwe vervangen: twee doorrij sporen (een langs het perron en een voor uitwijkingen en rangeerbewegingen) en een doodlopend spoor langs het perron (zie schema’s).

 Elektrificatie en seininrichting

Het enkelspoor, alsook de drie sporen van het station Eupen, kreeg een bovenleiding, die door het bestaande onderstation van Welkenraedt gevoed wordt. Overigens zijn er twee 1 000 V-kabels voor de seininrichting, de spoorstroomkringen en het al-relaisseinhuis dat in het nieuwe reizigersgebouw werd ondergebracht. Een nieuw gepupiniseerde telefoonkabel werd eveneens gelegd en tot Raeren verlengd. Door de nieuwe verkeersomstandigheden was het nodig de seininrichting aan te passen: bij de inrit van zowel Eupen als Welkenraedt staan er nu stop - en waarschuwingsseinen. Aangezien het baanvak betrekkelijk kort is (ongeveer 5,5 km), zijn er geen bloksecties tussenin. De overwegen werden gewijzigd en behoren nu tot de 2e categorie: rode knipperlichten en halve slagbomen.

 Een nieuw gebouw

Het nieuwe stationsgebouw staat iets meer naar het westen dan het vorige en heeft 3 verdiepingen. De benedenverdieping (straat) omvat de hal die uitgeeft op de trap naar wachtzaal en loketten. Hier liggen eveneens de lokalen voor aanneming en opslag van colli, alsook de laadhelling voor vrachtwagens en een helling naar de perrons.

Op de middenverdieping (perrons) strekt zich de twee verdiepingen hoge wachtzaal uit. De zo ontstane ruimtelijke indruk wordt nog versterkt door het licht dat door de grote ramen overvloedig binnenvalt. In de versiering voert rood de boventoon. Vanuit het lokaal achter de loketten wordt het station beheerd: dienst ontvangsten, al-relais bedieningspaneel enz. Op de hoogste verdieping bevindt zich de relaiszaal.

 De nieuwe reizigersdienst

Al deze aanpassingen en vernieuwingen komen ten goede aan de nieuwe reizigersdienst, die op 3 juni 1984 ingegaan is (nieuw spoorboekje, tabel 33)

Deze dienst bestaat uit twee soorten treinen: IC- en stoptreinen. De 4 IC-treinen staan in voor de verbinding Eupen - Oostende, terwijl de stoptreinen tussen Eupen en Spa-Géronstère rijden, met aansluiting te Verviers-Centraal.

Het nieuwe station van Eupen.

Op werkdagen vertrekken er aldus 15 reizigerstreinen tussen 6 u. 01 en 20 u. 42 uit Eupen en komen er evenveel aan.

Die dertig ritten die bij het goederen- en dienstverkeer komen, betekenen voor het spoorwegaanbod in de streek rond Eupen een grondige wijziging en... vernieuwing. Laten wij hopen dat zowel de streek als de spoorweg er de vruchten van kunnen plukken.


Bron : Het Spoor, oktober 1984