Eupen en de Oostkantons

Eupen ligt aan de samenvloeiing van Vesder en Helle, en telt bijna 17 000 inwoners, die overwegend Duitstalig zijn. In de 14e en 15e eeuw kende de stad een hoge bloei toen de wevers Brugge en Gent verlieten om zich daar te vestigen. Vele patriciërshuizen getuigen nu nog van de rijkdom van de toenmalige lakenhandelaars.

Heden ten dage is er nog textielnijverheid, maar nu zijn er in de stad nog andere nijverheidstakken: de Eupense kabelfabriek, chocoladefabriek Jacques, de opwekking van elektrische energie (stuwdam op de Vesder), de verschillende ondernemingen in de industriezone enz. Eupen heeft overigens de troeven van het gebied uitgespeeld om de toeristische activiteiten en het dienstbetoon te ontwikkelen:

uitstekende ligging aan de voet van de Hoge Venen en de Eifel; nabijheid van de stuwdammen; een tweetaligheid die in de handelsbetrekkingen goed van pas komt.

Dit laatste kenmerk (tweetaligheid met Duits als overwegende taal) verklaart waarom 9 gemeenten (Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach, Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren en Sankt-Vith) het Duitstalig gebied vormen (met faciliteiten voor de Franstaligen). Dit stelsel werkt andersom (Frans met faciliteiten voor het Duits) in de gemeenten Malmédy en Weismes in het Franstalige gewest. De inwoners van het Duitstalige gewest vormen trouwens de derde gemeenschap van België (Duitstalige gemeenschap), die sedert januari 1984 over eigen instellingen beschikt (Raad en Executieve).

Buiten deze politieke organisatie om zijn de Oostkantons in vele economische sectoren bedrijvig: er is niet alleen mechanische en elektrische nijverheid, maar ook worden de natuurlijke rijkdommen druk aangewend: landbouw en veeteelt (zuivelprodukten), bosbouw, toerisme in de vallei van de Our of in Hertogenwald en in de Venen (een goede kennis van dit gebied is soms noodzakelijk, alsook aangepaste uitrusting), watersport op sommige watervlakten en ski (langlaufen of alpineskiën) in de winter...