Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Getuigen van gisteren > In de Kempense heide

In de Kempense heide

P. Pastiels.

woensdag 3 september 2008, door rixke

Wat late zonnestralen zijn in deze sombere herfstmaand een weigekomen opkikkertje. Ze schijnen je, als ’t ware, te willen uitnodigen tot een droomreis, ver van je dagelijkse sleur. Waarheen? Dat zal jou een zorg zijn als je maar eenmaal een spoorkaartje hebt. Helaas, je bezigheden dulden geen concurrentie en eisen je volle aandacht ? Maar hoezeer je wil zich ook inspant, je ogen weigeren beslist elke dienst. Ze verheugen zich reeds in het vooruitzicht een nieuwe horizon te ontdekken, een landschap dat fleuriger is dan de eentonige omgeving waarin de dagen soms eindeloos duren... Wellicht kun je ze, in afwachting, beter een slippertje beloven... Misschien kun je, in je verbeelding, een zwerftocht maken door onze Noorderkempen en zo je gehavende werklust wat opkalfateren.

Esschen

De reizigerstrein uit Roosendaal, getrokken door een krachtige locomotief met het blinkende koper werk van de Nederlandsche Spoorwegen, rijdt het station Esschen binnen (fig. 1).

Douanebeambten in schitterende uniformen kuieren op het ruime perron. Ze zullen de menigte Nederlandse toeristen niet lang ophouden. Langs een nabijgelegen perron staat de aansluitende trein naar Antwerpen ongeduldig te wachten.

Calmpthout

Blijkbaar delend in de opgewektheid van deze zonnige dag voert de trein ons mee onder het vrolijk geklingel van zijn drijfstangen, terwijl hij talloze witte wolkjes loost die de wilde, eenzame heidevelden bevolken. De stoom sist onstuimig, de oude houten banken neuriën. We houden even halt te Wildert, daarna te Calmpthout (fig. 2), net de tijd om de zondagwandelaars te laten opstappen, die zich een beetje onwennig in hun beste plunje met hun mandje proviand op reis begeven. Na Calmpthout snuiven we, door het halfopen raam, de heerlijke heidelucht op. Eindelijk rijden we door het eenzame heidelandschap. Hier en daar is de geelachtige, dorre grond bezaaid met enkele bosjes bremstruiken, en op sommige plaatsen ligt een poel rustig te dromen in het heidezand... aldus een toeristische reisgids van 1855.

Verboden naar buiten te leunen. Die laconische waarschuwing - nu zouden wij vragen «niet uit het raampje hangen» -, belet ons niet met volle teugen de verkwikkende lucht in te ademen en een beetje vertederd het schilderachtige decor te begroeten dat in de verte met ons meereist...

Heide-Calmpthout

Wanneer de remmen vrij bruusk hun werk doen, weten we dat we in het nabijgelegen station aankomen : Heide (fig. 3), waar we eindelijk uitstappen.

Heel het gezin is van de partij. Een lieftallige dreumes, met een eigenaardig hoedje op, stapt vooraan naast zijn papa die zijn tabakszak in de hand houdt, op de voet gevolgd door oma die haar kleinzoon tegen zich aandrukt, door mama en door de zoon die fier als een pauw zijn eerste strohoed draagt !

De parasols die schril afsteken tegen een boomrijke achtergrond (fig. 4), beschutten de ranke silhouetten van jonge meisjes wier keurslijf al te nauwsluitend is... In kleine groepjes verspreidt het vrolijk gezelschap zich door het ongerepte landschap. Maar een mens leeft niet alleen van natuurschoon. En dat hoeft ook niet, want de korven met proviand zullen de eetlust van de genodigden niet teleurstellen. Gezeten op een hoekje gras, onder een ruisende naaldboom, wordt het een heerlijke namiddag te midden van een landelijk decor dat af en toe zal worden opgeluisterd door het geroep van de auerhaan.

Heide

Antwerpenaren profiteren van een zonnige zondag om hun haven metropool voor enkele uurtjes te ruilen voor groenere en daarom toch niet zo ver afgelegen contreien. Ze stappen rustig uit te Eeckeren (fig. 5), reiken glimlachend hun biljet aan de kaartjesafnemer. Een stel paardetrams zal hen naar diverse bestemmingen voeren. Beschut door hun witte parasol en hun bebloemde hoed, verdrijven de elegante dames de wachttijd met praatjes over koetjes en kalfjes en andere modenieuwsjes. «Das Ewig Weibliche...» zou Goethe zeggen. Nou ja, wie zou het hun kwalijk willen nemen als een heerlijk zonnetje de zorgen en beslommeringen van het dagelijkse leven doet vergeten? Misschien zul je die vreedzame wandelaars ergens in de bocht van een zandig pad ontmoeten. Gun je dan de tijd om met hen kennis te maken en wat met ze te praten. Een aangenamer bezigheid om deze mooie namiddag door te brengen, zul je beslist niet vinden.

En wanneer de zon langzaam ter kimme daalt, zou je samen terugkeren naar het station Kapellen (fig. 6). De enen zullen zich weer naar het nabijgelegen Nederland begeven, de anderen zullen hun vertrouwde havenstad opzoeken. Samen met het treintje dat in de verte opdaagt, zullen ook de heerlijke echo’s van deze dag, de geurige herinneringen, naar het dromenland meereizen...


Bron: Het Spoor, november 1970