Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Getuigen van gisteren > En de trein, die floot...

En de trein, die floot...

P. Pastiels.

vrijdag 5 september 2008, door rixke

Na de vele uitstapjes die we samen hebben ondernomen, heeft de infrastructuur van het spoor haast geen geheimen meer voor ons. Talloze uren hebben we gesleten in wachtkamers en op perrons, waar tocht en doelloze stappen de ongekroonde koningen zijn. Wij zaaien met gulle hand, voor wie ze grijpen wil, enkele kruimels van lijdzaam wachten, van moeizaam ingetoomd ongeduld, van dromerige blikken... En toch valt er wat te beleven voor wie maar kijken wil. Duizend en één kleine, kleurrijke details zouden een aandachtige socioloog of een liefhebber van folklore beslist en nuttig kunnen boeien...

Aubel

Te Aubel, op de lijn van de hoogvlakte van Herve, is alles klaar voor het grote vertrek. Een bonte schare reizigers wacht op het perron waarlangs enkele manden een wel zeer ongewone plaats gekregen hebben. Opgepast voor de voeten! Wie afstapt zal vooral goed uit zijn doppen kijken : hoge treeplanken hebben meer dan een onvoorzichtige reiziger een verstuiking bezorgd. Bovendien houden verliefde paartjes en beangstigde moeders er rekening mee dat de laatste ontboezemingen van de enen en de raadgeving van de anderen in het klagelijk gehijg van aankomende of wegrijdende treinen verloren gaan! In deze heterogene menigte ontwaren wij soldaten wier verlof al te vlug voorbij ging, bedroefde moeders die de rouw dragen van een andere oorlog en zich ostentatief vastklampen aan de arm van hun jongen als aan hun laatste bezit; renteniers die op eerbare wijze in het buurdorpje de bloemetjes gaan buiten zetten ; huismoeders die terugkeren van de markt met een proppensvolle korf proviand voor de hele week ; scholieren met schooltassen die uitpuilen van schrijf boeken, beklad met vage dromen en typische inktvlekken... De trein zal weldra binnenlopen, maar het ziet er niet naar uit dat hij zal worden ontvangen op spoor één dat door zware huishoudelijke colli versperd wordt...

Lier

Na heel wat overstappen belanden we te Lier, die mooie Vlaamse stad met haar vreedzaam verleden, waar de Grote en de Kleine Nete samenvloeien en verschillende spoorlijnen elkaar ontmoeten. Blijkbaar zijn de kantbedrijven zo pas leeggelopen: de fabriekwerksters palmen het perron in met hun «maxirokken», terwijl de stationschef deze kouwe drukte met een geoefend oog gadeslaat.

Zulks belet de gewetensvolle spoorman evenwel niet zich op voorbeeldige wijze van zijn taak te kwijten, helemaal conform de voorschriften van een Dienstorder uit «la Belle Époque» : «De stationschef draagt de verantwoordelijkheid voor de gehele dienst. Hij staat in voor de veiligheid, de orde, de snelle en regelmatige uitvoering van de verrichtingen vanaf het binnenrijden van de treinen in zijn station tot en met hun buitenzijden. Te dien einde moet hij aanwezig zijn zodra ze aankomen en zelfs bij de doortocht van die welke niet stoppen. Hij houdt toezicht op de dienst van de wachters, op het overstappen van de reizigers alsmede op het laden en lossen van bagage en goederen... »

Op het naastgelegen spoor staat de aansluitende trein naar Aarschot - getrokken door een oude locomotief van de Grand Central - rustig te wachten. Vanuit zijn bagagewagen overziet de hoofdwachter de toestand, zoals door het reglement wordt voorgeschreven. Wanneer de trein rijdt, houdt hij toezicht op de rit en de snelheid van zijn transportmiddel, bekijkt hij aandachtig de weg en de seinen en laat hij zijn trein vertragen ingeval de snelheid te hoog is of stilstaan wanneer er gevaar dreigt of een ongeval gebeurt. Wat al verplichtingen dient hij na te komen, terwijl intussen de «bagagewachter» druk doende is met zijn omvangrijke colli en de «controlewachter» gezwind langs de treeplanken loopt om in elk coupé de kaartjes te knippen ! We drinken nog vlug een schuimende pot gersten alvorens onze reis voort te zetten die, wees maar gerust, in alle veiligheid zal verlopen!...

Gysegem

In de trillende, klamme ochtendlucht arriveert het bommeltreintje (hl type 5 Staat) met zijn lichte, tweeassige rijtuigen in het bebloemde station Gysegem (lijn 57 : Aalst - Eeklo). Rechts, op het perron, maken enkele jongemannen een grapje en loeren tersluiks naar een knappe meid. Maar de trein vertrekt al naar nieuwe horizonten... Wellicht zal een of andere weetgrage reiziger zich afvragen wie de maker wezen mag van de twee beeldjes die boven de bloemperken tronen... Maar dat kunnen wij hem niet vertellen!

Blankenberge

Blankenberge, afstappen a.u.b. ! De zomertrein heeft zo pas zijn massa vakantiegangers afgezet. De gruwelen van de oorlog zijn nauwelijks vergeten, de kleine burgerlui willen hun levensvreugde botvieren langs ons zandig Noordzeestrand... Een overrompeling is het echter nog niet! Een oud paar staat even in bewondering voor een indrukwekkende «Columbia» (hl type 12 Staat voor expres treinen) die in het station «maneuvers» maakt. Ze draagt het nummer 2141, een overblijfsel van een doorlopende nummering die weldra zou verdwijnen.

Passy-Froyennes

En nu naar Frankrijk ! Een lange reizigerstrein die van Doornik naar Rijsel rijdt, rekt zich lui geeuwend uit in het station Froyennes. De Franse Spoorwegen hebben beslist heel wat moeite gehad om zo’n excursietrein op de wielen te krijgen : deze ouderwetse berlines dateren immers nog van de pionierstijd van het spoor ! De jonge wachters hebben de handen vol om in elk rijtuig wat orde te doen heersen. Hun verwarde bevelen gaan verloren in het tumult van de schoolgaande jeugd. Postuum wellicht, weze de fotograaf bedankt voor dit mooie kiekje dat een heerlijk getuigenis is van het vertrek van een vrolijke trein met leerlingen die in een buurland op bezoek gaan.

Libramont

Na een probleemloze reis, stuurt je vriend Leon je van uit Libramont zijn beste groeten ! Inderdaad, in die tijd waren er vrijwel geen problemen, indien men tenminste de voorschriften leest die toen van kracht waren. Ziehier enkele uittreksels uit een politiereglement, van toepassing in de «spoorwegstations» en in de treinen, dat meer dan een eeuw oud is : «Het vertrek van elke trein wordt vijftien minuten vooraf aangekondigd door het geklep van een bel. Het is raadzaam dat de reiziger zich vóór die tijd een biljet aanschaft en onmiddellijk zijn bagage laat wegen. Alleen zij die in het bezit zijn van een reisbiljet hebben toegang tot de wachtkamers. In die kamers is het verboden te roken. Vijftien minuten vóór het vertrek van de trein, mag de reiziger de binnenzijde van het station betreden en zijn plaats innemen in een van de rijtuigen die de wachter hem zal aanwijzen nadat deze zijn reisbiljet heeft gecontroleerd. Vijf minuten vóór het vertrek weerklinkt een tweede geklep. Wanneer dit ophoudt, wordt het vertreksein gegeven door twee hoorns. Zodra de trein in beweging is, mag niemand meer opstappen. Het is verboden te roken in de rijtuigen eerste en tweede klasse. Men mag de vensters niet openen aan de kant vanwaar de wind komt, als een van de reizigers die zich in het rijtuig bevindt zich daartegen verzet. Er wordt de reizigers aangeraden slechts recht te staan wanneer de trein volledig stilstaat... » De aanwezigheid van de twee gendarmen op de prentkaart is natuurlijk niet bedoeld om de naleving van dit reglement kracht bij te zetten. Daarvoor kan de maatschappij zelf wel zorgen.


Bron: Het Spoor, december 1970