Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Overweg > De modernisering van de overwegen

De modernisering van de overwegen

maandag 5 augustus 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Automatische halve sluitbomen

De N.M.B.S., bezorgd om in de mate van het mogelijke en met al haar middelen de veiligheid van de weggebruikers ie verzekeren en tevens het wegverkeer zo weinig mogelijk te vertragen, is vastbesloten de krachtinspanningen voort te zetten die zij aanwendt om de uitrusting van de overwegen te moderniseren.

Sterke seinlichten kunnen de aandacht van de weggebruikers niet ontgaan

Het is in die geest dat overwegen zullen voorzien worden van automatisch bewerkte halve sluitbomen (K.B, van 18 oktober 1957), die in tal van landen hun degelijkheid hebben bewezen.

Deze installaties bezitten een grote bedrijfsveiligheid en houden het wegverkeer slechts op gedurende de hoogstnoodzakelijke tijd om de veiligheid der weggebruikers te verzekeren.

Een eerste dergelijke installatie werd op 20-12-1957, hij wijze van proef, in dienst gesteld te Kalmthout, op het gehucht “De acht Zaligheden”, aan de overweg die de kruising vormt van de spoorlijn Antwerpen – Essen met de weg van Kalmthout naar Huibergen.

 Kenmerken

Twee halve sluitbomen zijn zigzags-gewijs geplaatst aan weerszijden van de spoorweg. Zij moeten, voor het verlaten van de overweg, een vrije doorgang laten die minstens 3 meter breed en hoogstens half zo breed als de rijbaan is.

De organen die de installatie in werking brengen







De sluitbomen worden elektrisch bewerkt door een automatisch toestel dat door de trein aan de gang gebracht wordt.

 Werking

Wanneer er geen treinverkeer is, zijn de sluitbomen in verticale stand en flikkert een maanwit licht met een frekwentie van ongeveer 40 flikkeringen per minuut.

Bij het naderen van een trein, begint een schelinrichting aan de overweg te werken en wordt het maanwit licht door twee rode lichten vervangen. De flikkerfrekwentie der rode lichten is het dubbel van die van liet maanwit licht.

Vervolgens worden de halve sluitbomen in horizontale stand neergelaten en verbieden aldus het doorrijden.

Tussen het aansteken der rode lichten en het doorrijden van de trein aan de overweg, verlopen er ongeveer 25 seconden.

Onmiddellijk na het doorrijden van de trein, komen de sluitbomen opnieuw in verticale stand terwijl het maanwit licht begint Ie flikkeren na het uitdoven van de rode lichten.

De trein is in aantocht. De slagbomen zijn gesloten en de rode flikkerlichten branden.

Er weze opgemerkt dat het neerlaten van de sluitbomen enkele seconden na het aansteken van de rode flikkerlichten begint, zodat een autovoerder zijn weg kan voortzetten indien hij, op het ogenblik van het aansteken dezer lichten, de overweg te dicht genaderd is om nog tijdig te kunnen stoppen.

Van het ogenblik af dat hij de halve sluitboom, die het wegverkeer op de rechterhelft van de haan verbiedt, voorbijgereden is, bestaat er voor de weggebruiker geen enkele hinder meer om de overweg vrij te maken. Hij loopt aldus geen gevaar door de sluitbomen ingesloten te worden.

Enkele ogenblikken na het sluiten der bomen snelt de trein voorbij.

In geval van gebrekkige werking der toestellen, worden de halve sluitbomen automatisch gesloten.

 Signalisatie

De overwegen die van automatische halve sluitbomen voorzien zijn, moeten gesignaliseerd worden door een plaat met de silhouet van een locomotief die geplaatst is op ongeveer 150 m van de overweg op een bakenpaal. Twee andere bakenpalen moeten respectievelijk geplaatst worden op 100 en 50 m van de overweg.

Binnenzicht van de motor waarmede de slagbomen worden opgehaald.

Aan de overweg zelf staat de paal met de drie automatische lichten (een wit en twee rode) waarboven zich het Sint-Andrieskruis bevindt.

 Besluit

Gezien de snelheid waarmede het aansteken der rode lichten, het neerlaten van de sluitbomen en het voorbijrijden van de trein elkaar opvolgen, is het zeer gevaarlijk de overweg nog trachten over te steken zodra een naderende trein aangekondigd is.

De seingever volgt de rit van de trein en controleert van op afstand de goede werking van de sluitbomen en de seinlichten.

Laten wij hopen dat de automobilisten zich de nodige tucht zullen weten op te leggen om de ontwikkeling toe te laten van een schikking die bestemd is om hun veiligheid Ie verzekeren en om, terzelfder tijd, de duur der ophoudingen van het wegverkeer tot het hoogst noodzakelijke te beperken.


Bron: Het Spoor, maart 1958