Met europabus door europa

 Het waarom van deze dienst.

Na de jongste wereldoorlog nam het toerisme per autocar een veel gevoeliger uitbreiding dan men voorzien had.

Toen de arbeiders hun vrije tijd en de middelen om ervan te genieten veroverd hadden, begonnen ze de reisgenoegens en de verre verplaatsingen te waarderen.

De nieuwe “vacantiegangers” werden natuurlijk aangetrokken door de trein, maar ook door de autocar.

De concurrentie tussen spoor en weg werd dus scherper, te meer daar de privé-autocarondernemingen onderling wedijveren om door allerlei middelen een steeds toenemende en veeleisendere cliënteel aan te lokken.

Hebben de spoormannen die concurrentie laten uitgroeien zonder te reageren? Ver vandaar! Om deel te hebben aan de uitbreiding van het toerisme, besloten de spoorwegadministraties de privé-ondernemingen met gelijke wapens te bekampen.

Op nationaal gebied organiseerden zij autocarrondritten; op internationaal gebied richtten zij, in 1951, in de schoot van de U.I.C. (Internationale Unie van Spoorwegen), de Unie van de wegverkeersdiensten der Europese Spoorwegen (U.R.F.) op.

Deze instelling streeft volgend drievoudig doel na:

• Het daadwerkelijk deelnemen aan het naoorlogse toerisme over de weg, volgens een nieuwe, aantrekkelijke formule;
• Het verdedigen van de spoorwegbelangen inzake internationaal vervoer van reizigers en goederen over de weg;
• De coördinatie van alle kwesties betreffende de organisatie van de door de spoorwegen geëxploiteerde of gecontroleerde internationale wegvervoerdiensten; deze taak werd aan Europabus toegewezen.

Europabus is dus, een gemeenschap die wezenlijk “spoorweg” blijft, alhoewel alle onder dit embleem aangeboden diensten door middel van autocars worden verzekerd.

 Hoe is Europabus georganiseerd?

Een Centraal Bureau te Bern staat in voor het commercieel gedeelte van de organisatie en coördineert de uitvoering van de verschillende beslissingen die door het Directie-Comité of het Secretariaat-Generaal van de U.R.F. (hoogste gezagsorgaan van de Unie der Europese spoorwegen) worden getroffen.

Alle internationale diensten van de “Europabuslijnen” worden elk jaar in een speciale reisgids opgenomen, die in 5 talen verschijnt.

Deze diensten omvatten:

• Regelmatige lijnen die de verbinding verzekeren tussen de belangrijkste steden, zoals de lijnen Oostende-Amsterdam, Brussel-Besancon, Kopenhagen-Hamburg, Londen-Frankfurt/M., Antwerpen-Menton, enz.;
• Rondritten door de mooiste streken van Europa. Wij vernoemen hier de “Noordkaap toer”, “De zeven landen toer”, “Rondrit van de Causses en de Gorges du Tarn”, “De Kastelen van de Loire”, enz. De forfaitaire prijs voor deze rondritten omvat, buiten het vervoer, de eetmalen, logies, taxes en dienst;
• Gecombineerde rondritten Spoor/Enropabus, formule die toelaat deels per trein en deels per autocar te reizen. Hier vermelden wij “België-Azurenkust”, “Kopenhagen-Hamburg-Kopenhagen”, “Frankrijk-Italië”, “De Scandinavische Hoofdsteden” ... waarvan de reisroutes door de mooiste streken van het Europese vasteland lopen.

Niet minder dan 113 lijndiensten met een totaal parcours van circa 40.000 km, worden door Europabus met luxe-autocars geëxploiteerd tijdens het toeristisch seizoen (mei tot september). Deze cars zijn voorzien van bar en toilette en worden door een hofmeesteres begeleid.

Dank zij deze organisatie, kunnen de Scandinavische “vacantiegangers”, bijvoorbeeld, per autocar, Denemarken, Holland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk en Duitsland bezoeken. De Britten, van hun kant, kunnen zich in autocar laten vervoeren van Schotland tot Dover, om daar met de Belgische mailboot naar Oostende over te steken waar ze hun tocht langs de heerlijkste oorden van het Europese vasteland kunnen voortzetten...

Verschillende spoorwegadministraties, o.a. de Nederlandse, Franse, Italiaanse en Duitse Spoorwegen hebben de exploitatie van de hun toegewezen lijnen in handen van dochterondernemingen gegeven. Andere, waaronder de N.M.B.S., wenden zich tot privé-autocarexploitanten die, tegen vergoeding, de bussen met chauffeur en hofmeesteres ter beschikking stellen.

 Medewerking van de N. M. B. S.

Onze Maatschappij exploiteert de volgende Europabuslijnen:

1. Lijn 202, Amsterdam-Oostende-Amsterdam (over Den Haag, Rotterdam, Dordrecht, Breda, Goes, Middelburg, Vlissingen, Breskens, Sluis en Brugge). Prijs voor het traject Oostende-Amsterdam (309 km): 249 F voor een enkele reis (H.) en 449 F voor een retourreis (H.T.).
2. Lijn 202 a, Oostende-De Panne-Rijsel (langs de Belgische kust, over Nieuwpoort, Veurne, leper. Menen, Tourcoing en Roubaix): 104 km, Vervoerprijs: 100 F H.) en 180 F (H.T.).
3. Lijn 210, Brussel-Luxemburg-Nancy-Besancon (over Namen, Marche, Bastenaken, Aarlen, Metz, Vittel en Luxeuil): 560 km. Vervoerprijs: 479 F (H.) en 863 F (H.T.).
4. Lijn 211, Antwerpen-Brussel-Nice-Menton (over Namen of Bergen, Reims, Dijon, Lyon, Avignon en de Azurenkust): 1.332 km. Vervoerprijs: 878 F (H.) en 1.760 F (H.T.).
5. Lijn 301, Londen-Oostende-Brussel-Keulen-Frankfurt/M. (over Luik, Aken, Dusseldorf, Koblenz en Wiesbaden). Vervoerprijs voor het parcours Oostende-Frankfurt (588 km): 486 F (H.) en 875 F (H.T.).
6. Lijn 206, Zeven landen toer (over Amsterdam, Köningswinter, Frankfurt/M, Stuttgart, Innsbruck, Venetië, Rapallo, Nice, Lyon, Parijs, Brussel en Amsterdam): 3.732 km.
   Deze rondrit duurt 14 dagen waarin de vier dagen vrij verblijf (één te Venetië, één te Nice, één te Parijs en één te Brussel) begrepen zijn. De forfaitaire prijs bedraagt 8.650 F (vervoer, pension en logies).
7. Toeren 1 en 2 (België-Azurenkust). Het zijn twee gecombineerde rondritten “Spoor-Europabus”, waarin de reiziger, naar keuze, de heenreis van Brussel naar Nice of Marseille per autocar en de terugreis per trein kan afleggen, of omgekeerd.
   De vervoerprijs (car + trein) bedraagt 2.530 F (1ste klasse spoor) of 2.059 F (2de klasse spoor).

 Tarieven en vervoerbepalingen.

Alhoewel Europabus door de Spoorwegmaatschappijen werd opgericht, stemmen de tarieven niet overeen met die welke voor het vervoer per spoor gelden.

Europabus beschikt over een eigen reglementering inzake biljetten (aflevering, gebruik en geldigheidsduur) bagagevervoer, plaatsreservering, reisonderbreking, verantwoordelijkheid, klachten, enz.

In principe, zijn de Europabusbiljetten enkel geldig in de bussen, maar in sommige gevallen en mits inachtneming van zekere voorwaarden, kunnen op bepaalde lijnen betalende spoorwegbiljetten voor de Europabus-autocars geldig worden gemaakt. Het toepassen van dergelijke formule op onze lijnen met Duitsland en Nederland ligt thans ter studie. Niet alleen de uiteenlopende aard der tariferingen (spoor en car), maar ook de afrekening der biljetten met de vreemde spoorwegen maken het probleem tamelijk ingewikkeld.

Zoals de organisatie is opgevat, stelt Europabus een concreet voorbeeld van nauwe Europese samenwerking voor.

De wegverkeersdiensten, die Europabus de spoorweg-cliënteel biedt, moeten met de overige internationale spoorverbindingen op één lijn worden gesteld. De spoorman moet zulks weten en in die zin handelen.