Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Van Sporeghem Junior > De reizigersrijtuigen

De reizigersrijtuigen

Phil Dambly.

maandag 18 november 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De eerste metalen rijtuigen van de N.M.B. S. kwamen rond 1930 in dienst. Tot dan was het meest kenmerkende type het rijtuig van 1890 met drie assen, een houten kast, een lengte van 12 m 520 en een gewicht van 15 ton.

Bezorgd om het comfort en de veiligheid van de reizigers, begon, de N.M.B.S., ongeveer 30 jaar geleden, met de vervanging van de houten rijtuigen door metalen.

Al deze metalen rijtuigen rusten op draaistellen waardoor de zeer lange voertuigen de bochten kunnen doorlopen, het comfort verbeterd en het rollen verzacht wordt. De eerste Belgische rijtuigen met draaistellen reden tussen Brussel en Antwerpen van 1907 af. De draaisteltypen die in België het meest voorkomen zijn de Pennsylvanian van Amerikaanse opvatting, en de Schlieren van Zwitserse opvatting waarmee het recente materieel werd uitgerust.

In de huidige treinen komen steeds meer rijtuigen voor, die bijgevolg zo licht mogelijk moeten gebouwd worden. In 1942 wogen de rijtuigen voor het binnenverkeer 42 ton; hun nakomelingen van 1955 wegen nog slechts 36 ton!

Al de nieuwe rijtuigen zijn uitgerust met fluorescentiebuislampen en voorzien van de gemengde verwarming met stoom of elektriciteit. De warmte- en geluidisolatie is merkwaardig. In de tweede klasse zijn de zitbanken, waarvan de ronding verbeterd werd, voorzien van kussens in schuimrubber die overtrokken zijn met schijnleder.

Weldra zullen de M3-rijtuigen in dienst ko men. Deze voertuigen met een zeer mooi uiterlijk, omvatten een 2e klasse model en een gemengd model: 2e kL + 1e kl. + pakwagen. De N.M.B.S. laat niets onverlet om het haar klanten aangenaam te maken.

Binnenaanzicht van een M2-rijtuig met merkwaardig comfort.

Bron: Het Spoor, juni 1959

Portfolio