Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > ANNO 1850 - een lofzang op de Belgischen spoorwegen

ANNO 1850 - een lofzang op de Belgischen spoorwegen

Bart van der Herten.

dinsdag 25 november 2008, door rixke

Het album la Belgique industrielle

In een vorige aflevering van Het Spoor (april 1995) gingen we in op het moeizame pionierswerk van de Belgische spoorwegen tijdens de jaren 1830-1835. Na de goedkeuring van de eerste wet, in 1834, ging het echter heel snel. In mei 1835 werd het eerste traject opengesteld en in 1843 waren de centrale lijnen (Oostende - Mechelen - Duitse grens en Franse grens - Mechelen - Antwerpen) door de Belgische staat afgewerkt. Ook de private sector liet zich niet onbetuigd. Vele maatschappijen investeerden na 1840 in een groot aantal spoorwegen, waardoor ons land reeds snel het dichtste spoorwegnet van Europa had. Deze dynamiek gaf de Belgische economie van het midden van de 19de eeuw een enorme impuls.

Van dit snel groeiende Belgische spoorwegnet is in 1852-1854 een prachtige visuele weergave gemaakt. De Brusselse uitgever J. Géruzet publiceerde toen, onder de titel La Belgique industrielle, een tweedelig album, waarin 200 prenten werden opgenomen van Belgische grootbedrijven

Deze afbeeldingen waren een uiting van trots van een jonge industriële natie, die in het centrum van West-Europa een belangrijke plaats had verworven als pionier van de industriële revolutie.

De bedrijfsleiders, die betaalden om in het album te worden opgenomen, wensten vanzelfsprekend een indrukwekkende afbeelding van hun bedrijf. Niet alleen moesten schoorstenen en installaties in detail en groots worden nagetekend.

Ze wensten ook dat de spoorwegen zoveel mogelijk in de nabijheid van hun bedrijven werden gesitueerd. In die periode was een dergelijke gunstige ligging van een fabriek immers een bewijs van goed ondernemerschap, en van het feit dat men de belangrijkste economische infrastructuur van toen gebruikte.

De nabijheid van de spoorwegen gaf standing aan het bedrijf. De spoorwegen stonden immers voor dynamiek, vooruitgang en snelheid. Ze symboliseerden niet alleen de groei van de industrie en de welvaart, maar ook een positieve maatschappelijke ontwikkeling van de 19de eeuw. Over het trieste lot van de arbeiders komen we met deze afbeeldingen niets te weten. Ze pasten niet op deze reclameprenten die enkel bedoeld waren als hulde aan de industrie.

Hoewel de prenten vooral een beeld willen geven van fabrieken en bedrijven, zijn ze zonder twijfel de belangrijkste visuele voorstelling van de Belgisch spoorwegen van het midden van de 19de eeuw. Prachtig is bijvoorbeeld de afbeelding van het station van La Louvière.

STATION LA LOUVIÈRE

De passagierstrein die net is toegekomen, wordt nagekeken door een aantal mensen die naast en tussen de sporen flaneren. Van duidelijk afgescheiden perrons was toen nog geen sprake! Voorts zien we een aantal goederenwagons, die nog zo klein waren dat ze door één man konden worden voortgetrokken. Ten slotte vallen de gaslantaams op die het station ook ’s avonds moesten verlichten.

HOOGOVENS VAN HOURPES-SUR-SAMBRE

Op afbeelding 2 zien we de hoogovens van Hourpes-sur-Sambre bij Charleroi. Het bedrijf lag naast de Sarnber die reeds was gekanaliseerd, waardoor tamelijk grote boten de langs de rivier gelegen bedrijven konden bereiken. De spoorwegen echter, met hun lage tarieven en hun grotere snelheid en betrouwbaarheid, voerden een harde concurrentiestrijd waartegen de binnenscheepvaart niet altijd opgewassen was. Opvallend is voorts dat er gehooid wordt tot aan de fabriekspoorten. Rond 1850 was zelfs de provincie Henegouwen nog niet volledig geïndustrialiseerd. Industrie en landbouw gingen nog veelal samen in een ruraal landschap dat volop in transformatie was.

TEXTIELFABRIEK LOT

Op afbeelding 3 ten slotte zien we de textielfabriek van Lot, ten zuiden van Brussel in de Zennevallei. De lokomotief, genaamd de Edwin, wordt bestuurd door een machinist die op een klein platvorm stond. Van een cabine was nog geen sprake, zodat hij aan alle weersomstandigheden was blootgesteld. Er was een zijspoor aangelegd dat de fabriek rechtstreeks met de spoorlijn verbond, wat het zeer duur overladen van goederen tot een minimum beperkte. Deze spoorweg was de grote lijn naar Henegouwen en de Franse grens, richting Parijs.

Uit deze drie voorbeelden blijkt duidelijk welke belangrijke rol de Belgische spoorwegen hebben gespeeld in de economische ontwikkeling van België. Maar tegelijk was het spoorwegbedrijf nog kleinschalig. De lokomotieven waren nog heel rudimentaire machines met weinig trekkracht, de wagons boden heel weinig comfort aan de reiziger. Toch was rond 1850 de pionierstijd van de ijzeren weg stilaan voorbij, en evolueerden de spoorwegen tot het grootste bedrijf van België.

Bron : Nijver België. Het industriële landschap omstreeks 1850, uitg. door B. Van der Herten e.a., Antwerpen-Brussel, 1995.