Homepagina > Het Spoor > Technieken > Elektronische opsporing van heetgelopen draagpotten

Elektronische opsporing van heetgelopen draagpotten

R. Moëlibecq.

maandag 12 mei 2014, door Rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Toen een ijzerertstrein, die van uit Stockem in de richting van Namen reed, onlangs te Jemelle tegengehouden werd, was de machinist niet weinig verbaasd de wagenschouwer te horen roepen: “Er is een heetgelopen draagpot langs de linkerkant aan de 34e as te rekenen van de staart van de trein!”

Op de vraag waar hij die nauwkeurige inlichting gehaald had, antwoordde de wagenschouwer eenvoudig: “De detector van Forrières heeft ons zoeven verwittigd”.

Sedert enkele maanden wordt, inderdaad, op ons net de eerste elektronische detector van heetgelopen draagpotten beproefd op de lijn 162 in het station van Forrières. Hij moet toezicht houden, tijdens hun doorrit, op al de treinen die rijden tegen een snelheid van ten hoogste 100 km.-h.

De detector bestaat uit twee kasten die elk aan een der zijden van het spoor zijn opgesteld en beide een element bevatten dat uiterst gevoelig is alleen voor de warmtestraling uitgezonden door de deksels der draagpotten. De waarnemingslens van de detector, die normaal gesloten is, wordt gedurende enkele duizendsten van een seconde geopend telkens als een draagpot zich er juist voor bevindt. Zo wordt de temperatuur van het deksel van de draagpot in een oogwenk gemeten zonder dat het zelfs maar even aangeraakt wordt. De detector blijft ongevoelig voor de remblokken en andere organen die zich niet juist op de hoogte van de as bevinden.

Is, langs de ene of de andere zijde van het spoor, de aldus gemeten temperatuur abnormaal, dan worden de aanduidingen overgemaakt aan de seinkast opgesteld in de blok van Forrières, die het nummer van de gedetecteerde as en de kant van de trein opgeeft, terwijl aldaar en te Jemelle terzelfdertijd een bel in werking treedt.

De aanwijzer in het seinhuis

Het toestel kan ten hoogste drie heetgelopen draagpotten per trein opsporen.

Deze automatische detector is een waardevol hulpmiddel zowel voor de veiligheid als de regelmatigheid van de trafiek, daar hij de draagpotten, die beginnen heet te lopen, kan opsporen lang vóór er gevaar dreigt.


Bron: Het Spoor, mei 1961