Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Van Sporeghem Junior > De geschiedenis van de spoorwegen

De geschiedenis van de spoorwegen

Phil Dambly.

maandag 30 juni 2014, door Rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Groot-Brittannië had slechts de aanleg van baanvakken met een lokaal belang aan de particuliere onderneming toevertrouwd.

België mag de eer opeisen het eerst een volledig spoorwegnet te hebben ontworpen.

Na de revolutie van 1830, besloot de Regering een spoorweg te laten ontwerpen die Antwerpen met de Maas en de Rijn zou verbinden. Men vreesde, inderdaad, dat Holland de handelsbetrekkingen tussen onze haven, de zee en de twee stromen zou belemmeren. Deze opdracht werd aan de ingenieurs Simons en De Ridder toevertrouwd. Op 1 mei 1834 ondertekende Leopold I een wet waarbij de spreiding van het net bepaald werd.

De aanleg van de lijn Mechelen - Brussel, die de eerste was, werd in een jaar voltooid en, op 5 mei 1835, vertrokken drie treinen uit het station Brussel-Groendreef. De eerste, die zeven rijtuigen telde, werd gesleept door de locomotief “De Pijl”; de tweede, met drie “chars à bancs” en vier “diligences”, door de “Stephenson”; de derde, met zestien “chars à bancs”, door de “Olifant”. Robert Stephenson, wiens vader George zich tussen de negenhonderd uitgenodigden van de reis bevond, had deze drie locomotieven geleverd.

Zo zag de oorspronkelijke “Olifant” van Stephenson eruit. Deze locomotief werd achteraf grondig gewijzigd.

Bron: Het Spoor, maart 1962