Homepagina > Het Spoor > Buitenland > Locomotieven uit alle windstreken > Magyar Allamvasutak. Reeks M 61

Magyar Allamvasutak. Reeks M 61

Phil Dambly.

maandag 15 december 2014, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De twintig diesel-elektrische locomotieven waaruit deze reeks bestaat, werden, van 1963 tot 1964, door de Zweedse industrie geleverd. Ze trekken de reizigerstreinen op de lijn Boedapest - Debrecen. Praktisch volkomen gelijk aan de machines die door dezelfde bouwer aan Denemarken en Noorwegen werden geleverd (zie “Het Spoor” n° 102 en 119), verschillen ze slechts door enkele details: plaats van de verbinding voor dubbele tractie, dwars gelegen waterreservoirs, middellijn der wielen, enz. Zoals de vorige locomotieven, zijn de M 61 uitgerust met een stoomketel voor de verwarming der treinen. Opvallend zijn de grote, typisch Noorse achteruitkijkspiegels. De flexicoil-draaistellen zijn van gelast staal.

Voornaamste kenmerken.

  • Symbool: C°C°;
  • spoor: 1,435 m;
  • bouwer Nohab;
  • dieselmotor: General Motors;
  • nominaal vermogen: 1.950 pk;
  • transmissie: generator GM en tractiemotoren gebouwd door Thrige, Denemarken, onder licentie GM;
  • max. snelheid: 105 km/h;
  • rijvaardig gewicht: 108,600 t;
  • belasting per as: 18,100 t;
  • middellijn wielen: 1,040 m;
  • totale lengte: 18,900 m;
  • breedte kast: 2,924 m;
  • hoogte dak: 4,147 m;
  • tot. hoogte (uitlaat): 4,237 m.

De capaciteit van de brandstofreservoirs van de drie versies van deze Amerikaans-Zweedse locomotieven verschilt naargelang de maximale belastingen per as. Ze bedraagt 3.000 liter in Hongarije, 3.400 in Denemarken en 1.100 liter in Noorwegen. De gelijkaardige machines van de N.M.B.S., typen 202-3-4, van Belgische makelij, voeren 3.500 liter mee.


Bron: Het Spoor, april 1967