Homepagina > Het Spoor > Personeel > De mobiele seingevers van Antwerpen-D.S.

De mobiele seingevers van Antwerpen-D.S.

J. Jottier.

maandag 5 januari 2015, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Zoals u wellicht reeds weet, zijn er thans in de spoorinstellingen van de haven van Antwerpen mobiele seingevers die zich per auto verplaatsen. Dat is een van de aspecten van de geheel nieuwe organisatie die, als gevolg van de uitbreiding van het spoor in het havengebied, uitgewerkt werd voor de bediening van de seinen en de wissels. Het is een nieuw bewijs van de aanpassing van het spoor en de spoormannen aan de eisen van een moderne exploitatie en het zal de lezer ongetwijfeld interesseren hierover wat meer te vernemen.

De goederenwagens met bestemming naar de haven, worden eerst ontvangen in het vormingsstation Antwerpen-Noord, waar ze geschift worden alvorens door sleeplocomotieven overgebracht te worden naar de verschillende ontvangstbundels van het station Antwerpen-Dokken en Stapelplaats. Voor de terugkeer wordt de omgekeerde werkwijze toegepast. De sleeplocomotieven volgen voortdurend een kringloop tussen Antwerpen-Noord en Antwerpen-D. S. en in dit laatste station volgen de rangeerlocomotieven eveneens heen-en-weer-kringlopen tussen de ontvangstbundels en de kaaisporen waar de wagons gelost of geladen worden.

Tussen Antwerpen-Noord en Antwerpen-D.S. zijn de verkeerssporen voorzien van automatische seinen. In het havengebied van Antwerpen-D. S. werden de meeste bedieningen samengebracht in twee grote vertakkingsposten (blokposten B6 en B2) en in een satellietpost (blokpost 15). Maar er blijven nog tal van grondposten te bedienen. De bediening van die grondposten is evenwel zeer wisselvallig omdat het verkeer in de bundels afhankelijk is van het aantal schepen: in bepaalde bundels heerst er soms een grote bedrijvigheid terwijl andere op hetzelfde ogenblik ongebruikt blijven. Om het personeelskader aan te passen aan de hoeveelheid uit te voeren rangeringen en niet meer aan het aantal te bedienen posten, werden er dan ook brigades van mobiele seingevers opgericht, die zich per auto verplaatsen. Waarom? Men had elke sleeplocomotief kunnen laten vergezellen door een seingever die de handels der om te leggen wissels zou gaan bedienen na een oponthoud van het treinstel vóór elke wisselstraat. Omdat men het euvel van die vertragingen in de uitvoering van het werk wilde vermijden, verplaatsen de mobiele seingevers zich thans niet met het werk, maar wel vóór het werk. Zoals wij hoger zegden, doen zij dit per auto zodat zij reeds ter plaatse zijn vóór de treinen in de bundels aankomen of eruit vertrekken.

Die mobiele seingevers krijgen hun bevelen van een toezichtsbediende die zich op blok 6 bevindt. De onderlinge verbindingen geschieden per radio. Slechts een beperkt aantal wisselwachters worden, naargelang de omstandigheden, behouden op sommige posten en tijdstippen die, beide, doorgaans dezelfde zijn.

Deze economische organisatie bevalt onze spoormannen: in plaats van ze urenlang tot een gedwongen nietsdoen te doemen, stelt zij hen in staat actief mee te werken aan de aanpassing van het spoor aan de moderne wereld.


Bron: Het Spoor, september 1967