Homepagina > Het Spoor > Maatschappij > De nmbs in 1984

De nmbs in 1984

maandag 20 juli 2015, door rixke

In het januarinummer 1985 werden in het artikel “de NMBS in 1983” aan de hand van het jaarverslag heel wat cijfergegevens gepubliceerd over de toestand van de NMBS van het voorbije jaar.

Daar inmiddels het jaarverslag ’84 van de pers rolde, willen wij deze cijfers, enigszins aangepast natuurlijk, ten behoeve van statistici en andere geïnteresseerden opnieuw publiceren.

 Het verkeer

Dank zij de verbeterde economische toestand in België, als bij de voornaamste handelspartners, was het aantal verkeerseenheden (reizigerskilometers en tonkilometers bij wagenladingen) ten opzichte van vorig jaar gestegen van 13 501 miljoen naar 14 349 miljoen of 6,3 %. Dit gunstig verloop was uitsluitend te danken aan het goederenvervoer met wagenladingen dat sterk vooruitging door de productietoename in de Europese en in de Belgische staalnijverheid.

reizigers

Het reizigersverkeer volgde nog steeds de sedert 1981 geregistreerde negatieve tendens; de terugloop was evenwel minder sterk. Daar waar de vermindering in 1983 nog 3,6 % bedroeg, werd deze in 1984 tot 2,8 % beperkt. Het totaal aantal reizigerskilometer bedroeg 6 444 miljoen eenheden.

Het reizigersverkeer met biljetten tegen normaal tarief, vertoonde uiteenlopende schommelingen: in het binnenland was er een verhoging met 20 miljoen reizigerskilometer, d.i. 2,6 %; in het internationaal verkeer zette de achteruitgang zich verder door.

Ook de verplaatsingen van reizigers die om diverse redenen verminderingen genieten, zijn nog teruggelopen: in binnenverkeer waren er 74 miljoen reizigerskilometer of 6,7 % minder, en de achteruitgang in het internationaal verkeer bereikte 46 miljoen reizigerskilometer of 9%.

Het aantal toeristische verplaatsingen naar de Ardennen en naar zee bleef, ingevolge het slechte weer tijdens de zomermaanden ver beneden het peil van het jaar tevoren.

De achteruitgang van het vervoer met abonnementen werd tot staan gebracht; het vervoer van reizigers met sociale week-abonnementen en abonnementen “beheer” liep daarentegen merkelijk terug.

Er werd eveneens een achteruitgang vastgesteld voor de abonnementen “B-Tourrail” en het verkeer met “Algemene abonnementen” geldig op alle lijnen van de maatschappijen van openbaar vervoer in de 5 grote agglomeraties.

Er valt nog op te merken dat na de herstructurering van de reizigersdienst doorgevoerd op 3 juni ’84, die de sluiting van kleine stations en stopplaatsen waar 3,5 % van de globale reizigerscliënteel opstapten, de reizigersgewoonten veranderden.

goederen

De NMBS heeft, onder de Europese netten, in 1984 een uitstekend resultaat geboekt op het gebied van het goederenvervoer. Er werden 7 905 miljoen tonkilometer verwerkt, of 15,1 % meer dan in 1983. Zowat alle verkeersstromen kenden een merkelijke vooruitgang. Ingevolge de productiestijgingen in de Belgische en Europese staalindustrieën groeide het goederenvervoer per spoor van grondstoffen en producten van deze nijverheidstak sterk aan. Ook de meeste overige goederencategorieën — landbouwproducten en minerale olieën uitgezonderd — leverden meer vervoer op dan vorig jaar. De lichte vermindering in het vervoer van landbouwproducten was hoofdzakelijk te wijten aan het graanvervoer van en naar Frankrijk. Ook het vervoer van meelprodukten en afval ervan uit Frankrijk verminderde.

Bij de suikerwaren viel de uitvoer over zee weg, maar nam de doorvoer uit Frankrijk naar Antwerpen toe. Er werd bovendien een nieuw vervoer van Duitse granen naar Antwerpen verworven. De in- en doorvoer van dranken, aardappelen en vruchten lagen op het peil van vorig jaar.

Het vervoer van vaste brandstoffen groeide tot medio 1984 sterk aan en bleef nadien op een hoog peil tot het einde van het jaar. Ook de zendingen steenkool in het binnenland en de invoer over zee naar de elektrische centrales namen toe, dit ter vervanging van “fuel-oil” en aardgas.

Onder invloed van de herleving van de staalindustrie nam het vervoer van Limburgse en Duitse steenkolen naar sommige cokesfabrieken in het binnenland toe. Het vervoer van metaalproducten kende een belangrijke stijging (+ 26,9 %) en dit voornamelijk bij in- en doorvoer; bij de bouwmaterialen verbeterde vooral de uitvoer van hout en glas. De vooruitgang van het vervoer van steenkool en groefprodukten (+ 19 %) is vooral te danken aan het binnenlands vervoer en de uitvoer van kalk, kalksteen en dolomiet naar de buurlanden. De uitvoer van steenslag naar Nederland en het binnenlands vervoer van breuksteen naar de havenwerken lagen op het peil van vorig jaar.

Het vervoer van scheikundige produkten is, dankzij de productiestijging in deze nijverheidstak, toegenomen met 8 % in vergelijking met vorig jaar. De toename deed zich vooral voor bij de uitvoer van meststoffen naar Frankrijk en Duitsland, plastics naar Italië en Frankrijk en bijtende soda naar Frankrijk. Ook de doorvoer van meststoffen van Nederland naar Frankrijk nam toe, evenals het internationaal vervoer van vloeibare gassen.

De achteruitgang van het vervoer van minerale oliën vloeide vooral voort uit de sterke vermindering van de uitvoer van dieselmotorbrandstoffen naar Zwitserland.

Het vervoer van containers, dat zowat 80 % van de sector van de diverse produkten vertegenwoordigt, steeg met 14 %, vooral bij de invoer uit Duitsland, de uitvoer via de havens, de doorvoer van Italië, Frankrijk en Zwitserland naar overzee of die van Belgische havens naar Italië en Duitsland.

Het gemengd “weg-spoor”-vervoer registreerde een winst van 16,5 % of 12,3 miljoen tonkilometer en nam zeer sterk toe naar en van Italië en Spanje.

Hoewel het aantal stukgoedzendingen met 6,7 % toenam, daalde het vervoerde tonnage ten opzichte van 1983 met 6,7 %.

Deze evolutie is vooral te wijten aan de sterke aangroei van kleine zendingen uit postorderbedrijven, bij een overigens dalend vervoer, waardoor het gemiddeld gewicht per zending sterk afneemt. In internationaal verkeer daalde vooral het ijlgoedvervoer wegens het wegvallen van het doorvoerverkeer tussen Duitsland en Frankrijk, dat voortaan over Straatsburg loopt. Er werden 261 552 ton stukgoedzendingen vervoerd, tegen 280 244 in de loop van het vorig jaar.

 Ontvangsten - kosten –tarieven

Het vervoer van reizigers, van goederen met wagenladingen en van stukgoedzendingen, alsook diverse opbrengsten zorgden voor een ontvangst van 30 424 miljoen of 2 699 miljoen meer dan in 1983, grotendeels te wijten aan het goederenverkeer met wagenladingen. Globaal genomen bedroegen de ontvangsten van de bedrijfsrekening van 1984 zo 54 361 miljoen ipv 49 016 miljoen in 1983.

Ook de nettokosten lagen een stuk hoger dan het jaar voordien nl. 54 678 miljoen tegen 49 072 miljoen. Dit verschil is mede te wijten aan het feit dat sommige personeelsuitgaven en meer in het bijzonder de eindejaarstoelage van 1983 naar 1984 overgedragen werden.

De aangroei van de uitgaven werd evenwel gemilderd door de inkrimping van het bij de exploitatie ingezette personeelseffectief. Bovendien zijn de uitgaven van de tractie-energie met 11 % toegenomen door de prijsverhoging van gasolie en elektrische energie. Voor de stoffen waren de kosten 9,5 % hoger tengevolge van de algemene prijsstijging en van het toenemen van de uitgaven van onderhoud en verbetering van het vervoermaterieel.

De diverse kosten stegen met 19,4 % wegens de algemene evolutie van de prijzen. Bij KB werd op 16 januari 1984 het gemiddeld percentage voor de verhoging van de reizigerstarieven in het binnenland op 6 % vastgesteld. De prijzen van de spoorwegabonnementen stegen met gemiddeld 9,5 %, terwijl de biljetten 5,1 % duurder werden.

De diverse opbrengsten voor een bedrag van 2 423 miljoen zijn met 102 miljoen toegenomen, of 4,4 %. Dit vooral door een verhoging van het staangeld van wagens (+ 12,2 %) en het verhuren van wagens aan buitenlandse netten (+ 17,5 %).

De financiële opbrengsten zijn 135 miljoen (of 38,6 %) hoger dan in 1983.

 Personeel

Effectief - gepensioneerden -sociale werken

Het personeelseffectief evolueerde van 1983 tot 1984 van 63 660 tot 60 933; een vermindering die het gevolg was van de natuurlijke afvloeiing, zonder nieuwe aanwervingen.

De stijgende tendens van het aantal rustpensioenen hield ook in 1984 aan, maar de sterkere daling van het aantal weduwen- en wezenpensioenen leidde ook dit jaar tot een verdere daling van het aantal pensioenen.

Er waren 32 974 gepensioneerde bedienden, 25 446 weduwen en 451 wezen.

Inzake de sociale solidariteit omvatten de tussenkomsten van de Maatschappij onder andere leningen en schenkingen aan personeelsleden en gepensioneerden die tengevolge van uitzonderlijke omstandigheden in geldelijke moeilijkheden verkeren: zo o.a. tussenkomsten in de kosten voor gezins- en bejaardenzorg, wintervergoedingen voor gepensioneerden met bescheiden middelen, schenkingen aan gehandicapte kinderen van personeelsleden en giften aan gepensioneerden ter gelegenheid van hun pensionering of hun huwelijksjubileum.

Ook konden 3 450 kinderen van spoorwegbedienden — waaronder 220 minder-valide — van een mooie vakantie in binnen- of buitenland genieten.

Met de opening van 3 nieuwe personeelsrestaurants nl. te Bascoup, Brussel-Centraal en Luttre wordt hun aantal 26.


Bron: Het Spoor, december 1985