Zwitserse bondsspoorwegen. Type Ae 6/6.

De locomotieven Ac 6/6, met de nummers 11401 tot 11520, onderhouden de reizigers en goederentreindiensten op de St.-Gotthardlijn die hellingen van 26 % vertoont. Ze kunnen er een last van 600 t trekken met een snelheid van 75 km/u. Na twee prototypen (11401 en 11402), geleverd in 1952, volgden er 118 eenheden die tussen 1957 en 1963 in dienst genomen werden. De Ae 6/6 zijn gemonteerd op twee draaistellen met drie assen, afzonderlijk aangedreven door volledig opgehangen tractiemotoren met behulp van een elastische overbrenging. De gelaste SLM-draaistellen hebben een primaire ophanging op schroefveren, gedempt door wrijving, en een secundaire ophanging op overlangse bladveren. De rollagerdraagpotten zijn in het draaistelfreem gevat door cilindervormige leistukken. Om de zijdelingse belastingen te verminderen die tijdens het rijden in bochten op de spoorbaan worden uitgeoefend, zijn de uiterste assen van elk draaistel voorzien van een zijdelingse verplaatsingsinrichting met elastische terugstelling, en zijn de twee draaistel ten onderling verbonden door een dwarsverstijving. Om het afdalen van lange hellingen te vergemakkelijken, hebben de Ae 6/6’s naast een klassieke pneumatische remuitrusting ook een elektrische recuperatierem.

Elke locomotief draagt, vooraan, de ecusson van de Zwitserse Bondsrepubliek en, op de flanken, het wapenschild dat verband houdt met haar doopnaam: naam van een kanton, van een plaats waar de Ae 6/6’s gebouwd werden, van een plaats waar zich de werkplaatsen van de SBB bevinden of van een station dat op de toegangslijnen ligt naar de tunnels van de St.-Gotthard en de Simplon. Op de 25 eerste eenheden is de strenge silhouet getemperd door een decoratief motief op de voorkant en een glanzende band.

In juni 1969 heeft de SBB de locomotief 11414 „Bern”, die door SLM gewijzigd werd om 200 km/u. te kunnen rijden, naar de Duitse Bondsrepubliek gezonden, de bladveren van de secundaire ophanging werden door schroefveren vervangen en de meeneempennen van de kast hebben de plaats geruimd voor een lage trekinrichting. De machine werd verder nog uitgerust met nieuwe overbrengingen en met eenbenige Faiveleystroomafnemers.

VOORNAAMSTE KENMERKEN.

• Symbool: CoCo;
• spoorbreedte: 1,435 m;
• bouwers elektrisch gedeelte: Brown Boveri et Cie (BBC) en Maschinenfabrik Oerlikon (MFO);
• mechanisch gedeelte: Société suisse pour la Construction de locomotives et de Machines, Winterthur (SLM);
• spanning; 15.000 V eenfazig 16 2/3 Hz;
• uurvermogen: 4.400 kW (6.000 pk);
• max. snelheid: 125 km/u.;
• gewicht in rijvaardige staat: 120 t;
• belasting per as: 20 t;
• middellijn wielen: 1,260 m;
• totale lengte: 18,400 m;
• breedte kast: 2,950 m;
• hoogte dak: 3,760 m;
• hoogte met neergelaten stroomafnemers: 4,500 m.