Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > De spoorwegen te Antwerpen

De spoorwegen te Antwerpen

M. Kenis.

vrijdag 19 februari 2021, door rixke

 Het lot van oude gloriën

En wat gebeurde er nu met het ouwe, trouwe station van 1853 ? Wel, het wordt een droevig lot beschoren, zij het dan niet in dat Antwerpen waar het meer dan een halve eeuw dienst deed en zelfs triomfen vierde. Neen, het is op vreemde bodem dat het, heldhaftig, of wat had je anders gedacht, ten onder zal gaan. Het wordt inderdaad volledig „overgeplaatst” naar Dendermonde, een operatie die enigszins wordt vergemakkelijkt door zijn constructie die nu „prefab” zou worden genoemd. Het zal er nog dienst doen tot 1914, d.w.z. tot het, als gevolg van een Duits bombardement, in de vlammen opgaat.

Een triestig einde voor een gebouw dat een flink stuk geschiedenis maakte en heel wat beroemdheden binnen zijn muren mocht begroeten, waaronder Leopold I en de Koningin (1860), Leopold II en de Koning van Portugal (1866), Lodewijk van Beieren (1861), de Keizer en de Keizerin van Brazilië (1871), Stanley (1878), Graaf Ferdinand de Lesseps (1880), President Paul Kruger (1884), De Sjah van Perzië (1889) en een schare componisten zoals Gounod (1879), Liszt (1881) en Massenet (1887), om er maar enkele te noemen.

 Nieuwe toekomstplannen

Wij zijn nu volop in de spoorweggeschiedenis die wij als „actueel” zouden willen omschrijven. Oordeel zelf. In 1898 deelt minister De Smet de Naeyer openbaar in het parlement mee dat volgende plannen ter studie liggen:

  • „eenen tunnel onder de Schelde tusschen de Zuidstatie en het Vlaamsche Hoofd”;
  • „eenen onderaardschen elektrieken spoorweg tusschen de Ooststatie en het land van Waes met stilstanden op de Teniersplaets, Meir Groenkerkhof, Van Dyckkaai en Zwijndrecht”;
  • „eenen onderaardschen elektrieken spoorweg te Brussel, die rechtstreeks de Noorder- Zuider- en Luxemburgstatie verbindt met de beurs of de tegenwoordige St.-Nicolaeskerk”;
  • „2 metallieke tunnels tusschen de Noorder- en Zuiderstatie te Brussel voor directen doorgang van den Belgischen Staetstrein.”

Zeventig jaar hebben we er over gedaan om de uitvoering van enkele van die plannen te beleven. Sommige molens malen langzaam, maar ze malen zeker en goed, althans als je terugkijkt op wat er gepresteerd werd.

Met het goedvinden van de lezer zouden we ons „verhaal” evenwel willen besluiten met eraan te herinneren dat het station Antwerpen-Centraal, dat je dan toch het pronkstuk van de Antwerpse spoorwegen zou kunnen noemen, in 1975 opgenomen werd in het nationaal kunstpatrimonium.

Voortaan is het dus een geklasseerd gebouw waarvan geen steen meer mag worden geschonden.

De Middenstatie, plechtige spoorwegkathedraal met af- en aanrollende elektrische altaren – een van de eerbiedwaardigste stations van heel Europa, waar reislust hoge inspiraties krijgt.
H. Besselaer (NRC Handelsblad-28.2.76)

Tijdens de periode welke die beslissing is voorafgegaan, is gebleken hoe nauw „ons” station velen aan het hart ligt. Het zou dus bijzonder jammer geweest zijn dat het gebouw, dat twee oorlogen overleefde en tijdens de laatste zelfs niet onder drie vliegende bommen is bezweken, uiteindelijk onder een harteloze slopershamer had moeten worden gebracht.

Wij zouden zeggen: „Prosit” en nog vele jaren, tot meerder heil van ons aller spoorwegen !


Bron: Het Spoor, november 1976