Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Wagens > Het vervoer van petroleumprodukten

Het vervoer van petroleumprodukten

G. Taes.

woensdag 25 februari 2009, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Gesloten trein met petroleumprodukten bij zijn doortocht te Stockem

Er worden minder kolen vervoerd ; de industrie gebruikt hoe langer hoe meer petroleumprodukten (benzine, gasolie, stookolie...). De spoorweg die de ene vervoerde, kan ook de andere vervoeren, op voorwaarde dat hij diensten aanbiedt die bruikbaar zijn voor de verdelers, de petroleummaatschappijen, en voor hun klanten uit de diverse sectoren van de economie.

Met uitzondering van een Gentse installatie, zijn al de Belgische petroleumraffinaderijen te Antwerpen langs de oever van de Schelde gevestigd. De spoorweg staat erop meer en meer mee te werken aan de afzet van hun produkten in België en in het buitenland.

Reeds bij de aanvang van deze omschakeling in zijn transportsector, heeft de spoorweg drie troeven in handen : het grote vormingsstation Antwerpen-Noord en de aanvullende vormingsstations Antwerpen-Kiel en Antwerpen-Zuid, die alle drie nabij de petroleum-installaties gelegen zijn.

In een raffinaderij waar ketelwagens gevuld worden.

Naar het Groot-Hertogdom.

Tot nog toe mag de Maatschappij bogen op een prachtige prestatie : de merkwaardige ontwikkeling van het vervoer van petroleumprodukten met ketelwagens van de Antwerpse raffinaderijen naar het Groot-Hertogdom, om de Luxemburgse metaalindustrie en andere verbruikers te bevoorraden.

Op het stuk van het materieel heeft die aangroei een waar probleem doen rijzen. Het werd gedeeltelijk opgelost door een betere omloop van de wagens en door een verhoging van hun vervoercapaciteit.

Bij vertrek uit de haven van Antwerpen wil zij met speciale en geprogrammeerde treinen, de agglomeraties met groot verbruik bedienen. Ook de meer bescheiden afnemers moeten kunnen worden bevoorraad door het splitsen van treinladingen in het dichtst bijgelegen tussenstation en door een speciale bediening van de verbindingssporen van de cliënteel. Een tegenovergestelde handelwijze zal zorgen voor het terugsturen van de ledige ketelwagens naar de Antwerpse raffinaderijen.

De aldus opgevatte volledige omloopsduur van een treinstel moet normaal 48 u. bedragen, ingedeeld als volgt :

  • in de vroege morgen van dag A worden de ledige wagens ter beschikking gesteld van de raffinaderij ;
  • in de avond van dag A vertrekken de geladen wagens ;
  • in de vroege morgen van dag B komen de geladen wagens ter bestemming ;
  • de avond van dag B worden de ledige wagens afgehaald om ’s nachts naar de raffinaderijen te worden teruggestuurd.

Rekening houdend met de vijfdaagse werkweek, kan men aldus een tempo van twee tot drie wekelijkse omlopen bereiken.

Het voornaamste voordeel van een dergelijke organisatie is wel de grote regelmaat die men bijv. terugvindt bij het vervoer van ertsen en die zowel de afzender als de geadresseerde in staat stelt de behandeling te rationaliseren. Voor de verbruiker garandeert ze bovendien de normale gang van de onderneming met een beperkte veiligheidsopslag en de zekerheid dat de verlangde hoeveelheden en kwaliteiten regelmatig geleverd worden.

Op verschillende plaatsen van het land heeft de N.M.B.S. aldus reeds tal van gevallen opgelost dank zij particuliere contracten waarin eventueel ook de levering van ketelwagens voorgeschreven wordt.

Anderzijds ligt het voor de hand dat de spoorweg niet voor elk vervoer, dat bestemd is voor een of andere afzetplaats waar er geen verbindingsspoor bestaat of geen verbindingsspoor kan worden aangelegd, een oplossing zoekt. Zulks geldt trouwens evenzeer voor de vervoeren over korte afstand.

Kortom, uit dit bondig overzicht moge blijken dat de dynamische actie welke de laatste tijd door de N.M.B.S, gevoerd wordt, haar in staat stelt, dank zij een rationeel aangewende infrastructuur, doelmatig en op economische wijze aan de afzet van de petroleumprodukten mee te werken.


Bron : Het Spoor, nr 131, juli 1967