Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Rijtuigen > De UIC-nummering van het getrokken reizigersmaterieel
De UIC-nummering van het getrokken reizigersmaterieel
ir. J. Lerat.
donderdag 16 april 2009, door
Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]
Algemeenheden
Enkele tijd geleden heeft de Internationale Spoorweg Unie (UIC) een nieuwe nummering voorgeschreven voor het reizigersmaterieel van de spoorwegnetten die ze groepeert.
Deze codering werd doorgevoerd om :
- de nummering van de voertuigen op al de bij de UIC aangesloten netten te normaliseren ;
- volledige inlichtingen in te winnen voor elk voertuigtype ;
- te beschikken over de mogelijkheid om sommige problemen betreffende de exploitatie van het materieel aan computers toe te vertrouwen.
Principe van de nieuwe nummering
Thans wordt een voor het reizigersverkeer bestemd voertuig geïdentificeerd door een getal van 12 cijfers, aangebracht in het midden van elke zijwand.
De betekenis ervan is de volgende :
- de eerste 2 cijfers bepalen het stelsel van uitwisseling ;
- de 2 volgende cijfers dienen voor de identificatie van het eigenaarsnet of het net dat het voertuig geïmmatriculeerd heeft ;
- het 5e, 6e, 7e en 8ste cijfer duiden de exploitatiekarakteristieken aan ;
- het 9e, 10e en 11e cijfer vormen het volgnummer in de reeks ;
- het laatste cijfer is een cijfer voor automatische controle (nodig voor de mechanografie).
Samengevat krijgen we de volgende schikking :
| Uitwisselingsstelsel | 00 | 00 | 00 - 00 | 000 - | 0 |
| Eigenaarsnet of net dat de inschrijving gedaan heeft | |||||
| Exploitatiekarakteristieken | |||||
| Volgnummer in de reeks | |||||
| Auto-controlecijfer | |||||
Betekenis van de verschillende cijfers
1. Uitwisselingsstelsel : (eerste en tweede cijfer)
50 : Rijtuigen voor binnenverkeer
51 : Rijtuigen gebruikt in internationaal verkeer
61 : TEE-rijtuigen
65 : wagens voor het vervoer van auto’s, in de auto-slaaptreinen.
2.Identificatie van het eigenaarsnet of het net dat het rijtuig geimmatriculeerd heeft (3e en 4e cijfer)
| Code | Spoorweg | Kenletters |
|---|---|---|
| 20 | Spoorwegen van de USSR | SZD |
| 50 | Deutsche Reichsbahn | DR |
| 51 | Poolse Staatsspoorwegen | PKP |
| 52 | Bulgaarse Staatsspoorwegen | BDZ |
| 53 | Roemeense Spoorwegen | CFR |
| 54 | Czechoslovaakse Staatsspoorwegen | CSD |
| 55 | Hongaarse Staatsspoorwegen | MAV |
| 66 | Internationale Slaapwagenmaatschappij | CIWL |
| 70 | Britse Spoorwegen | BR |
| 71 | Spaanse Spoorwegen | RENFE |
| 72 | Joegoslavische Spoorwegen | JZ |
| 73 | Griekse Staatsspoorwegen | CEH |
| 80 | Duitse Bondsspoorwegen | DB |
| 81 | Oostenrijkse Bondsspoorwegen | ÖBB |
| 82 | Luxemburgse Spoorwegen | CFL |
| 83 | Italiaanse Staatsspoorwegen | FS |
| 84 | Nederlandse Spoorwegen | NS |
| 85 | Zwitserse Bondsspoorwegen | SBB |
| 86 | Deense Staatsspoorwegen | DSB |
| 87 | Franse Spoorwegen | SNCF |
| 88 | Belgische Spoorwegen | B |
| 94 | Portugese Spoorwegen | CP |
3. Exploitatiekarakteristieken
a) Het 5e cijfer kenmerkt de categorie van het rijtuig
| 0 | particuliere rijtuigen - postrijtuigen |
| 1 | rijtuigen eerste klasse |
| 2 | rijtuigen tweede klasse |
| 3 | gemengde rijtuigen eerste en tweede klasse |
| 4 | ligrijtuigen eerste of gemengde eerste en tweede klasse |
| 5 | ligrijtuigen tweede klasse |
| 8 | rijtuigen van bijzondere constructie |
| 9 | bagagewagens en speciale rijtuigen |
b) Het 6e cijfer kenmerkt het aantal werkelijke of fictieve afdelingen of het type in geval van de bijzondere constructie
| 0 | rijtuigen met 10 afdelingen ; ziekenrijtuigen ; postrijtuigen |
| 1 | rijtuigen met 11 afdelingen ; rijtuigen met bagageafdeling (1ste klasse of 1ste/2e klasse) |
| 2 | rijtuigen met 12 afdelingen ; rijtuigen met bagageafdeling (2e klasse) |
| 3 | ligrijtuigen met 3 afdelingen 1ste klasse en 5 afdelingen 2e klasse |
| 4 | rijtuigen 1ste klasse met buffet-, bar- of keukenafdeling, ligrijtuigen met 4 afdelingen 1ste klasse en 5 afdelingen 2e klasse |
| 5 | rijtuigen 2e klasse met buffet-, bar- of keukenafdeling, bagagewagen met douaneafdeling en zijgang |
| 6 | open of gesloten tweeassige enkel- of dubbeldekwagens voor het vervoer van auto’s |
| 7 | rijtuigen met 7 afdelingen ; rijtuigen van bijzondere constructie voor buffet of bar, met bagageafdeling |
| 8 | rijtuigen met 8 afdelingen ; open of gesloten vierassige enkel- of dubbeldekwagens voor het vervoer van auto’s |
| 9 | rijtuigen met 9 afdelingen ; salon- of dienstrijtuigen. |
c)Het 7e cijfer kenmerkt de hoogste toegelaten snelheid en het verwarmingssysteem
| 0 | max. snelheid 120 km/h ; elektrisch |
| 1 | max. snelheid 120 km/h ; elektrisch + stoom |
| 2 | max. snelheid 120 km/h ; stoom |
| 3 | max. snelheid 140 km ;h ; elektrisch |
| 4 | max. snelheid 140 km/h ; elektrisch + stoom |
| 5 | max. snelheid 140 km/h ; elektrisch + stoom |
| 6 | max. snelheid 140 km/h ; stoom |
| 7 | snelheid hoger dan 140 km/h ; elektrisch |
| 8 | snelheid hoger dan 140 km/h ; elektrisch + stoom |
d) Het 8ste cijfer kenmerkt het type van de verwarming
Op een vereenvoudigde wijze identificeert men door :
| 0 | rijtuigen met elektrische RIC-verwarming (5 spanningen), met stoomverwarming of met beide verwarmingssystemen |
| 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 9 | rijtuigen met stoomverwarming of met elektrische verwarming voor een of meer spanningen ; rijtuigen met beide systemen, rijtuigen met autonome verwarming |
| 8 | rijtuigen met stoomverwarming of met elektrische verwarming 3 000 V (gelijkstroom) of rijtuigen met beide verwarmingssystemen. |
e) De laatste cijfers vormen het volgnummer in de reeks en het controlecijfer
Voorbeeld
Identificatie van het rijtuig met het nummer
Voorlopig behoud van de oude nummering
Gemakkelijkheidshalve wordt de oude nummering van de voertuigen nog gedurende een overgangsperiode behouden. Die nummering, gevormd door een getal van 5 cijfers, bevindt zich nog op het uiteinde van de langswand van het rijtuig en is horizontaal doorstreept.
Hierna volgt de beknopte beschrijving van deze oude nummering.
| Eerste cijfer | Tweede cijfer | Laatste drie cijfers |
|---|---|---|
| 1. Rijtuigen voor internationaal verkeer | 0 : Postrijtuigen | volgnummer in de reeks |
| 2. Rijtuigen in binnenverkeer - lengte 22 m | 1 : Rijtuigen 1ste kl. | |
| 3. Idem - lengte : 18 m | 2 : Rijtuigen 2e kl. | |
| 4. Omnibusrijtuigen | 3 : Rijtuigen 1ste en 2e klasse | |
| 6. Rijtuigen die aan motorwagens kunnen worden gekoppeld | 4 : Ligrijtuigen | |
| 7. Bagagewagens in binnenverkeer en postrijtuigen | 7 : Bagagewagens | |
| 8 : Rijtuigen 1ste kl. met bagagewagen | ||
| 9 : Rijtuigen 2e kl. met bagagewagen |
Voorbeeld :
Het rijtuig met het doorstreept nummer 11201 (
Besluit
De NMBS kwam in mei 1969 klaar met de hernummering van haar voertuigen voor internationaal verkeer ; de nummering van de rijtuigen voor het binnenverkeer was in oktober 1970 voltooid.
De voordelen van die nieuwe nummering zijn :
- de normalisering van de identificatie van de rijtuigen op internationaal gebied vergemakkelijkt in alle landen, leden van de UIC, het beheer van het materieel ;
- het bestaan van een volledige inventaris van de karakteristieken en van de gebruiksaanwijzigingen van elk rijtuig maakt het mogelijk gemakkelijker problemen op te lossen waarvoor vroeger geen oplossing bestond ;
- dank zij het beheer met computers, kan men vlugger beslissingen nemen, alle mogelijke oplossingen vinden en de beste uitkiezen op grond van criteria die heel wat beter verwerkt zijn dan thans.
Bron: Het Spoor, april 1972
Rixke Rail’s Archives