Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Het nieuw gewestelijk centrum van Groep Hasselt

Het nieuw gewestelijk centrum van Groep Hasselt

maandag 11 april 2022, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Nadat M. Blommaert, uit plaatselijk oogpunt, de betekenis van de inhuldiging geschetst had, zou M. Huys, Hoofdinspecteur, uitleggen wat deze plechtigheid betekende voor de rechthebbenden van onze Kas der Sociale Werken. Dit nieuwe gebouw is, inderdaad, het eerste dat volledig opgericht en uitgerust werd met de geldmiddelen van onze Kas. Het is en zal een getuigenis blijven van onze gemeenschappelijke wil om de pijnen en het leed van onze broeders te lenigen. De bouw, waartoe beslist werd op een ogenblik dat de geldelijke toestand van onze Kas het toeliet, mag niet de enige blijven in zijn aard. Wij moeten een middel vinden om deze sociale daad te Antwerpen, Luik, Namen en elders te herhalen.

Na deze geloofsgetuigenis, dankte M. Huys de Directie V voor haar broederlijke samenwerking en feliciteerde hij Dr. Bouckaert, die, in deze zaak, enigszins als een orkestleider optrad om al de verschillende delen van het werk te synchroniseren.

 De inwijding

5 december was een grote dag voor onze Sociale Werken. Op die dag, werd, immers, te Hasselt het nieuw gebouw van het Gewestelijk Centrum ingewijd.

M. Blommaert, Groepschef, verwelkomde, met een brede glimlach, een groot aantal personaliteiten: afgevaardigden van het Nationaal Comité der Sociale Werken, de leden van het Gewestelijk Comité der Werken voor Sociale Zekerheid, de leden van de Gewestelijke Paritaire Commissie en hoge ambtenaren van de Directie en de Groep, die zijn vriendelijke uitnodiging hadden beantwoord en duidelijk opgetogen waren over wat zij zagen.

M. Blommaert beschreef vervolgens het plan van het nieuwe gebouw en onderlijnde de ideale ligging en het functioneel karakter ervan. In naam van de spoormannen van de Groep, dankte hij allen die aan deze mooie sociale verwezenlijking hadden meegewerkt.

 Een brokje geschiedenis

Sedert 1929 waren de diensten van het Gewestelijk Centrum ondergebracht in een burgershuis van de Leopoldplaats te Hasselt. In het begin was dit Centrum maar een controledienst met zeer beperkte effectieven. Doch, toen na 1945 de omvang van de Sociale Zekerheid aanzienlijk toenam en de bevoegdheden van het technisch en administratief personeel in grote mate verruimd werden, bleek de toegemeten plaats al vlug te eng. Ten einde de diensten van het Centrum zo rationeel mogelijk in te richten, besloot de Sociale Dienst een modern gebouw op te trekken op een terrein gelegen aan het einde van de Astridlaan (nr 68), slechts een paar minuten van het station.

 Een dubbel doel

De opdracht van de architect, die met de studie en de uitvoering van dit werk belast werd, was niet gemakkelijk.

Het nieuwe gebouw moest, immers, aan een dubbel doel beantwoorden, nl.:

  • Een moderne gezondheidsdienst ter beschikking van de aangeslotenen stellen zodat zij niet meer moeten wachten in de gang of trapzaal, doch ontvangen worden in een aangename sfeer, die hun geenszins de indruk van een hospitaalmilieu geeft, maar waarin zij zich dadelijk thuis voelen en vol vertrouwen hun raadplegingsbeurt afwachten;
  • De bedienden weghalen uit de oude lokalen en onderbrengen in ruime, goed verlichte kantoren, verlucht met gezuiverde en, eventueel, verwarmde lucht en voorzien van een soepel regelbare centrale verwarming.

Dit dubbel doel werd volledig bereikt.

 Het gebouw

Het nieuw Gewestelijk Centrum is geen weelderig gebouw en toch heerst er overal harmonie in de bevloering, de muurbekleding, de schildering, de bemeubeling. Het is een mooi geheel dat zeer doelmatig is ingericht.

Al de diensten werden er gegroepeerd in een functionele schikking op een enkel vlak, zodat het tijdslopend en vermoeiend trappen lopen praktisch geheel is afgeschaft.

Het Centrum omvat een hoofdgebouw met twee bovenverdiepingen en een achterbouw zonder bovenverdieping. De gelijkvloerse en bovenverdiepingen zijn alle volgens hetzelfde plan opgevat: rechts, de lokalen, functioneel in een rij opgesteld; links, een brede gang waarin de trap uitmondt en de toiletten staan.

De eigenlijke geneeskundige dienst bezet de ganse benedenverdieping. Hier bemerkt men, bij het binnentreden, links in de gang, het lokaal van de boden waar het geneeskundig boekje moet worden afgegeven en, rechts, de toegang tot een aangename wachtkamer. Deze heeft in haar beide zijwanden telkens drie deuren; achter elk der eerste twee ligt een kleedhokje en achter de derde het lokaal van een verpleegster. Langs de kleedhokjes bereikt men, rechts het kabinet van de dokter der gezinsleden en links, dat van de dokter der zieke bedienden. Achter dit laatste lokaal bevindt zich het dispensarium voor de in dienst gekwetste bedienden. Wat verder ligt een tweede, kleinere wachtkamer eveneens geflankeerd, aan beide zijkanten, door twee kleedhokjes, die, rechts, toegang geven tot het dispensarium en, links, tot het lokaal voor de radiografie. Naast deze wachtkamer vindt men, in elkaars verlenging, een lokaal voor de autoclave, het kantoor voor de verpleegster en het kabinet van de dokter-radioloog. Achter het lokaal voor de radiografie liggen, naast elkaar, een opschikkamer voor de patiënten en een donkere kamer gevolgd door een lokaal voor het klassement der radiografische platen.

Het kabinet van Dr. P. Vander Eecken, eerste geneesheer. Men bemerkt rechts de vouwwand waarmee het lokaal kan verdeeld worden in een bureau voor de geneesheer en een eigenlijk raadplegingskabinet.

Een wachtkamertje met twee kleedhokjes langswaar een derde dokterskabinet bereikt wordt, een laboratorium en een lokaal voor elektro-cardiografie voltooien de benedenverdieping.

De administratieve diensten bezetten de twee bovenverdiepingen. Op één hoog, vindt men langs de voorkant, over de ganse breedte van het gebouw, het klassement van de geneeskundige dienst. Naast de gang liggen daar, achter elkaar, de administratieve dienst voor de zieke bedienden en voor de zieke gezinsleden en het kantoor van de bureauchef.

Op de tweede verdieping is de voorkant bezet door de kantoren van de sociale assistenten. Naast de gang vindt men een wachtkamertje met ernaast het lokaal van de sociale-hulpassistente, een refter voor het personeel en een vergaderzaal.

De spoormannen van Groep Hasselt mogen trots zijn op dit mooie Centrum dat hun allen toebehoort en hunzelf alsook hun gezinsleden de grootste diensten zal bewijzen.


Bron: Het Spoor, januari 1961