Homepagina > Het Spoor > Personeel > Beroepen bij het Spoor > Beroepen bij het Spoor: de spoorwegpolitie ziet toe op uw veiligheid
Beroepen bij het Spoor: de spoorwegpolitie ziet toe op uw veiligheid
Hendrik Hayen.
woensdag 11 november 2009, door
Uitgerekend vandaag, 18 mei, laat de zon het afweten. Na een week waarin de zomer eindelijk wat moeite deed om zijn opwachting te maken, is het opnieuw overtrokken en druilerig. Plaats van afspraak: station Aalst. Vandaag zit ik Toon De Windt, politieofficier van dienst, op de hielen, voel hem aan de tand en tracht zo te weten wat hij hier de hele dag zoal uitspookt.
Wanneer ik van de trein stap, staat hij mij al op te wachten. Ik voel mij een beetje als een misdadiger die op een discrete manier afgevoerd wordt. Bij een kopje koffie maken wij wat nader kennis. Wat blijkt, een politieman is helemaal geen boe- of pakman, zeker Toon niet. Hij doet zijn job met plezier en is zeker niet van humor gespeend. Dit is zeker ook het geval bij Jan Coppens, politieofficier van het station St.-Niklaas. Hij assisteert Toon sinds vorig jaar toen bij het stemmen van de nieuwe wapenwet onze spoorwegpolitie over het hoofd werd gezien. Omdat zij ongewapend op pad moesten, werd besloten om uit veiligheidsoverwegingen met twee politieofficieren te werken. Ondertussen lopen ze weer gewapend rond, maar nog steeds met z’n tweetjes! Rondgelopen wordt er hier wel. Het is trouwens dit sportieve aspect van de opleiding en het werk dat Toon ertoe aanzette deel te nemen aan het examen van politieofficier. Een groot deel van zijn taak bestaat in het controleren van het stationsgebouw en zijn aanhorigheden. Vandaag wordt er normaliter gewerkt van 8 tot 16 u., maar om 19 u. moeten er nog twee minderjarigen, verdacht van beschadigingen aan de seininrichting, verhoord worden. De dienstregeling wordt per maand opgemaakt. Voor Toon en Jan betekent dit dat ze de ene dag in Aalst en de andere dag in St. Niklaas werken. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen de uurregeling wel wat „aanpassen”. Er gebeurt altijd wel iets op een moment dat men het niet verwacht! Zo werden zij vorige week nog opgeroepen, toen enkele graffitispuiters zich artistiek uitleefden op de flanken van een rijtuig in de uitwijkbundel. Toon en Jan gaan dan poolshoogte nemen en liefst de daders inrekenen als ze nog op de plaats van het misdrijf ronddolen. Een dodelijk ongeval is voor beiden de minst aantrekkelijke oproep. Er staat een tas klaar, waarin o.a. een polaroidcamara en alle nodige documenten (administratie!) zitten, waardoor snel ageren mogelijk wordt.
Een gewone dag vangt aan met het doornemen van de briefwisseling, waaronder de E 800, het dagverslag, dat een periode van 24u. beslaat. Wanneer Toon en Jan vroeg beginnen besteden ze de eerste uren aan administratief werk vooraleer ze actief worden op het terrein.
Vandaag stappen wij de knap vernieuwde kantoren van het 33e Arrondissement-Noordwest binnen. De administratieve diensten van station Aalst bevinden zich naast het eigenlijke station. Dit laatste staat al jaren in de steigers voor een grondige restauratie. Het geklasseerde stationsgebouw zal binnenin helemaal vernieuwd worden.
Wij gaan er een kijkje nemen. Daarna maakt Toon zijn opwachting bij de zonechef. In Aalst-Oost werd een zwerfhond gesignaleerd. Er zal extra naar uitgekeken moeten worden. Een andere klacht die ochtend: „exhibitionist op spoor 7” doch de vogel was ondertussen echter al lang gaan vliegen.
Een bezoekje aan de Rijkswacht om de hoek staat ook altijd op het programma. De samenwerking is uitstekend. Allerlei berichten en robotfoto’s van gezochte personen worden overlopen om te kijken of er niets nieuws bijgekomen is. Het is dikwijls zo dat psychiatrische patiënten die de benen nemen, of kinderen die het ouderlijk gezag niet meer zien zitten, de trein nemen. Er wordt een korte vergadering gehouden, waarbij de voetbalmatch Aalst-Standard, een belangrijke eersteklassewedstrijd, aan bod komt. De stroom Standardsupporters, gedeeltelijk per trein, vraagt wel enige begeleiding en coördinatie tussen de verschillende politiediensten. Verder meldt de Rijkswacht dat twee recente bommeldingen in Aalsterse scholen vanuit de telefooncel op de pendelparking van het station werden gegeven. Bij het rondjes lopen op deze parking zal er dan ook extra uitgekeken worden.
Zo gaat het parkingwaarts, met 700 plaatsen waarvan er een aantal voor het spoorwegpersoneel gereserveerd zijn. Minstens éénmaal per dag wordt er gepatrouilleerd, te voet of met de fiets. In Aalst beschikt de politieofficier immers over een dienstfiets. Er komen regelmatig klachten binnen over diefstal en beschadigingen, van kinderen die inbreken in wagens op zoek naar geld tot professionelen die er in een mum van tijd met je autoradio vandoor gaan. De verhalen komen los. Zo hebben onze mannen van dienst hier vorig jaar een autodief gesnapt door de uit soapfeuilletons gekende wijsvinger in zijn rug te duwen begeleid met de loze opmerking „geef je over of ik gebruik mijn wapen”. Het feit dateert uit de wapenloze periode. De dief had het niet door, gelukkig maar!
Op een andere dag hadden Toon en Jan zich verdekt opgesteld om bij elke verdachte parkingbezoeker te kunnen optreden om zo diefstal te voorkomen. Zij betrapten een man die in opdracht een nieuwe autoradio moest plaatsen in een auto. Een verrassing voor de eigenares van de bewuste wagen van haar echtgenoot. De garagist heeft bevend als een riet zijn verhaal gedaan. Vooraleer terug te gaan naar het kantoor om de inwendige mens wat te versterken, lopen wij nog even aan bij de depotchef en het treinwachterslokaal.

Een groot deel van het administratief werk wordt opgeslorpt door het opmaken van Processen Verbaal en verslagen bestemd voor de stationschef en de politiechef van het District Gent. Hierin worden diefstallen en andere misdrijven opgenomen. Zo moet iedere aangifte aanvaard worden. Er wordt dan een PV opgemaakt, zelfs wanneer het om een feit gaat dat niet op het terrein van de NMBS heeft plaatsgehad. In dat geval wordt het PV ter inlichting overgemaakt aan de politie van de stad Aalst.
Het actieterrein van onze politieofficiers wordt beperkt tot de volledige uitgestrektheid van de spoorwegen, de stations en aanhorigheden, in een omtrek van 500 m langs weerszijden ervan. Hun taak behelst in een notedop de reizigers in het station beschermen tegen diefstal en aanrandingen van alle aard door controle van de wachtzalen, perrons en alle installaties en in de centra voor wegvervoer (ABX) toezicht houden op de behandeling van goederen, vooral de „begeerlijke”, en zeker bij onregelmatigheden. Dit gebeurt minstens 1 maal per week grondig.
Vanuit Aalst-Oost worden goederen en pakjes verzonden uit de streek naar Thurn en Taxis. In dit wegcentrum werken 50 mensen, waaronder 30 laders en 20 bedienden. Het omvat 19 sectoren. De vrachtwagens vertrekken ’s morgens en keren in de namiddag terug. Bij een grondige controle wordt pakje per pakje vergeleken met de vervoerdocumenten. Bij vermoeden van diefstal, zelfs door het personeel, wordt deze grondige controle versterkt. Wanneer er ongedekte cheques zijn uitgeschreven, moet de politieofficier naar de firma in kwestie om het geld trachten te recupereren. Dit gebeurt hoe langer hoe minder daar er steeds meer met doorlopende rekeningen gewerkt wordt. Het regelmatig aanwezig zijn, is van het grootste belang. Het werkt preventief. Vandaag zal Toon rond 15 u. naar Aalst-Oost gaan voor zijn routinecontrole. Maar eerst loopt Toon nog eens langs de uitwijkbundel voor het reizigersmaterieel. Dit is een ideaal speelterrein voor kinderen. Vooral tijdens de vakanties moet er extra uitgekeken worden. Zo werd er eens een rijtuig omgetoverd tot clublokaal.
Alles was heel onschuldig bedoeld, zelfs de ledenlijst plakte zonder meer aan de wand. Het was dan ook niet moeilijk om de jonge krakers op te sporen.
De huidige politieopleiding ziet er heel wat anders uit dan vroeger. Toen volstond een opleiding in het station waar men tewerkgesteld werd. Nu wordt een politieofficier na een intern examen bij de NMBS aangesteld op proef. Voor Toon betekende dit Gent. Daarna heeft hij de provinciale politieschool in Brussel gevolgd. Sport, het aanleren van gevechtstechnieken en het vak deontologie van de politieman maakten hier de hoofdbrok uit. Nu nog worden er 3 schietoefeningen per jaar georganiseerd. Een kwestie van het niet te verleren, want een wapen heeft Toon hier in Aalst nog niet moeten gebruiken.
Een politieofficier wordt ook ingeschakeld voor de begeleiding van „speciale treinen” en dikwijls dragen ze dan ook een aangepaste kledij. Bij belangrijke voetbalwedstrijden verplaatsen zich heel wat supporters met de trein. De politieofficieren houden dan een oogje in het zeil om te beletten dat het er te losbandig aan toe gaat in het station. Aan de uitgang neemt de Rijkswacht die taak over. Hun ’stormkledij’ met combatshoes is dan meestal de aan te raden kledij. Voor meer feestelijke gelegenheden trekken ze hun ceremoniekostuum aan, gesierd met zilverkleurige knopen. Daarnaast hebben ze voor hun alledaags werk nog een zomervest en een dikkere parka voor in de winter.
Ondertussen komt er een melding binnen: een klein auto-ongelukje in het station. Toon vult de verzekeringspapieren in, nadat hij ter plaatse poolshoogte is gaan nemen. Iets later wordt hij nog in de wachtzaal geroepen bij een persoon die onwel geworden was. Het werk van een politieofficier is heel gevarieerd en kan van een kalm moment in één klap overslaan tot actie. Vandaag gebeurden er echt geen sensationele dingen, eigenlijk is het beter zo, want dan loopt alles op wieltjes. Met deze ervaring rijker, neem ik afscheid van deze twee sympathieke mannen, die toezien op onze veiligheid!
Bron: Het Spoor, juli 1992