Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Het nieuwe gewestelijk centrum Namen

Het nieuwe gewestelijk centrum Namen

vrijdag 7 oktober 2022, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Een wijd leikleurig dak, muren die hel schitteren in het zonnelicht, een opeenvolging van ruime vensters, een rotonde, een helling: dit is, in ruwe trekken, het nieuwe geneeskundig centrum dat, nabij de „Pont de Louvain”, leunend tegen de „Boulevard du Nord”, waarop zijn met een luifel overdekte ingang uitgeeft, binnen de omheining van station Namen werd opgetrokken.

Het mag de bouwers zeker als een verdienste aangerekend worden dat zij de stijl van de streek hebben geëerbiedigd. Belangrijker is evenwel dat het gebouw volledig ten dienste van de mens werd ingericht.

Voor de eerste maal zijn de geneeskundige dienst en de bureaus P.S. van een groep in hetzelfde gebouw ondergebracht; een gelukkige concentratie, in het hart van de stad zelf, van activiteiten die elkaar uiteraard aanvullen.

Reeds bij zijn binnentreden, krijgt de spoorman een duidelijke voorstelling van het begrip van de „rechthebbende” die hij is. Geen terugstotend loket meer dat een koele scheidingslijn trekt tussen de Sociale Werken en hun gast. Zonder zijn stem te verheffen of zijn oren te spitsen kan de spoorman de redenen van zijn bezoek op vertrouwelijke wijze uiteenzetten.

In de keurige wachtkamer vervangen tafels en stoelen de banken waarop de patiënten gedwee hun beurt afwachtten.

Dank zij de schikking van de lokalen, moet het medisch en administratief personeel niet voortdurend heen en weer lopen in de plaatsen waar het publiek toegang heeft.

En dan zijn er nog die talloze nieuwste snufjes welke de bezoeker zullen overtuigen dat de wereld niet stilstaat maar welke hem tevens zullen laten aanvoelen dat deze wereld, ondanks alles, voldoende wilskracht en geestdrift vergaart om zich ten dienste van de mens te organiseren.

Een mooie verwezenlijking, inderdaad, waarop de technische diensten van de directie B terecht trots mogen zijn.


Bron: Het Spoor, augustus 1962