Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Signalisatie > Gedoemd te verdwijnen: het mechanisch seinstelsel met twee standen

Gedoemd te verdwijnen: het mechanisch seinstelsel met twee standen

G. Finet.

woensdag 3 maart 2010, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Op 15 september ll. werden de mechanische seinen van het seinstelsel met twee standen in het station Lessen (op de lijn Aat-Geraardsbergen) door lichtseinen vervangen.

De jongere generatie spoormannen kent dit mechanisch stelsel niet goed meer; hooguit hebben ze er iets over gelezen.

Wat houdt dit stelsel precies in?

Mechanische seinen maakten het mogelijk de volgafstand van de treinen te regelen, waardoor het verkeer op het Staatsnet veiliger werd. Op hoofdlijnen bestond dit stelsel uit een rechthoekige seinarm van ongeveer 70 cm lang en 20 cm breed, die uitliep in een schijf en aan een seinpaal of een kandelaarsein was vastgemaakt.

De stoparm was rood met een verticale witte streep op ongeveer 20 cm van het uiteinde. In open stand wees de stoparm 45° naar omhoog, in gesloten stand lag hij horizontaal, vandaar de naam „seinstelsel met twee standen” (dat met drie standen kwam pas veel later).

’s Nachts worden beide standen - stoppen en doorrijden - aangegeven met een rood of groen licht.

De waarschuwingsarm eindigde op een pijl en was in het midden schijfvormig uitgerond; het voorvlak was geel met in het midden een zwarte ring en op het uiteinde een zwarte keper. Dit sein gaf aan of het volgende sein open dan wel dicht was; de arm stond dan respectievelijk horizontaal of 45° naar boven. ’s Nachts brandde er een groen licht (open) of een geel licht (gesloten).

Die seinen dateren van eind vorige eeuw, toen de Staat alle privémaatschappijen aan het overnemen was en de exploitatiereglementering eenvormig begon te maken.

En vandaag?

Op 1 juni 1986, was zowat 2 000 km van ons net geëlektrificeerd en uitgerust met lichtseinen, automatisch blokstelsel, en met seininrichting voor tegenspoor.

Van het totale spoorwegnet (2 880 km hoofdspoor voor reizigers- en goederenverkeer) is zowat 800 km alleen geschikt voor dieseltractie. Wel zijn sommige lijnvakken, zoals Lichtervelde - De Panne, Edingen - ’s Gravenbrakel en Komen - Poperinge, al van lichtseinen voorzien.

Andere lijnen zijn vanwege besparingsmaatregelen uitgerust met een beperkt mechanisch seinstelsel: industriële lijnen ofwel lijnen met vereenvoudigde exploitatie. Behalve het station Lessen waren er op 1 juni 1986 nog enkele reizigerslijnen met mechanisch seinstelsel met twee standen [1]:

  • Herentals-Geel (niet in de eindstations)
  • Mol-Beringen (niet in de eindstations)
  • St.-Ghislain-Quiévrain (niet in de eindstations)
  • Mariembourg-Couvin(niet in de eindstations)
  • Waterschei-Eisden (niet in Waterschei)

Dit verouderde systeem vinden we nog steeds in sommige kopstations voor goederenvervoer (o.a. Quenast), die rechtstreeks met een hoofdlijn verbonden zijn.

Lessen heeft nog steeds een Saxby-seinhuis [2] van meer dan 100 jaar oud en twee Siemens-seinhuizen van recentere datum in gebruik.

Deze installaties worden in september 87 na de elektrificenng van de lijn door een alrelais-seinhuis vervangen.

Tussen haakjes, in het zuiden van het land ligt een dubbelspoorlijn er nog bij als in de jaren ’20.

Het is de lijn Athus-Maas [3], 140 km lang door het dunbevolkte gebied tussen Athus en Dinant.

De lijnvakken Dinant-Beauraing en Athus-Halanzy en de stations Bertrix, Meix, Latour en onlangs nog Virton zijn voorzien van lichtseinen.

De andere stations op die lijn doen velen van ons denken aan de„goeie ouwe tijd”: Pondrôme, Vonèche, Gedinne, Paliseul, Florenville, Saint-Vincent-Belle-Fontaine... In al die stationnetjes staan er nog Siemens-seinhuizen voor de bediening van de oude tweestandenseinen, onder de regels van het „blokstelsel met telefoon”. Net zoals in de jaren ’20, of zelfs nog vroeger. En de veiligheid is altijd gewaarborgd.

Goed om te weten voor wie graag spoorwegherinneringen ophaalt!


Bron: Het Spoor, mei 1987


[1Er is ook een stelsel met drie standen.

[2De „Saxby’s” die nog in dienst zijn op de grote lijnen, kun je gemakkelijk op de vingers van een hand tellen.

[3Op de lijn Athus - Maas is er om de twee uur een stoptreindienst tussen Dinant en Virton.

Maar dagelijks rijden er ook een twintigtal (geladen of lege) ertstreinen over, omdat het profiel er gunstiger is dan op de geëlektrificeerde lijn Namen - Aarlen.